Tegenwoordig regelen we dat er een vakkundige ouder bereid is om het geheel te filmen; anders zien de kinderen hun trotse ouders niet eens staan.
Er worden Iphones, Ipads, videocamera’s in verschillende groottes en fototoestellen omhooggehouden. Nog afgezien van ouders die experimenteren met camerastanden en gedurende een hele voorstelling door de zaal lopen en half op het podium gaan liggen om hun hoofdrolspeler zo goed mogelijk in beeld te brengen. Puur genieten van het moment zelf lijkt onmogelijk, we leggen alles vast, zodat er later nog eens en nog eens naar gekeken kan worden.
Door een ouder als cameraman/vrouw te bestempelen, verminderen we in ieder geval de onrust in de zaal, terwijl de mogelijkheid tot nagenieten blijft bestaan.
Ook de leraren leggen steeds meer vast. De smartphones hebben voor het maken van foto’s in de klas veel betekend, maar worden nu ook gebruikt om te filmen. Het begon ermee dat onze leerkrachtbegeleider de schoolvideo interactie opleiding ging volgen. Zij ging gewapend met videocamera op klassenbezoek. Met de leerkracht samen bekeek ze geselecteerde beelden, analyseerde. Aangezien de insteek positief is: ‘Wat gaat er goed en hoe komt dat?’, werden de beelden al snel ook in breder verband bekeken, bijvoorbeeld tijden bouwvergaderingen. Met een film laat je snel en in de praktijk zien hoe bijvoorbeeld een taalronde werkt.
Naar aanleiding van het boek Teach like a champion besprak de leerkrachtbegeleider met een leerkracht een techniek uit het boek voor, filmde vervolgens de uitvoering in de klas en bewerkte deze film met de leerkracht samen tot een Prezi. Samen presenteerden ze dit vervolgens in de bouwvergadering.
Dit zette een aantal leerkrachten aan het denken, als dit zo goed werkt voor leerkrachten, waarom dan niet voor kinderen? En zo filmen kinderen nu ook in de klas. Ze filmen elkaars presentaties en bewerken verschillende presentaties tot een film voor hun ouders. Hiermee laten ze zien wat ze in de afgelopen periode hebben geleerd. Ze geven inzicht in het inhoudelijke gedeelte van het onderwijs, maar ook in het leerproces. Want toen ze drie presentaties op een rij hadden gezet, bleek dat toch niet zo boeiend te zijn. Hoe pak je dit dan aan? Ze bekeken andere films, van Schooltv, documentaires over het onderwerp, uit de Beeldbank….Stelden een script op. Vervolgens werd er geoefend met lopend presenteren, presenteren op locatie, interviews maken en sfeerbeelden met ingesproken tekst. Dit vraagt veel overleg. Wat moet er in de film? Hoe brengen we dat in beeld? Hoe organiseren we dat? Wie regisseert? Wie presenteert? En hoe gaat monteren?
Bij het thema ‘Oorlog en Vrede’ zou een documentaire worden gemaakt. De 8e-groepers hadden bedacht dat ze de landing in Normandië wilden naspelen in de zandbak van de speeltuin. Dat vonden ze beter dan een film van internet in hun eigen film plakken. Maar toen ze bij de speeltuin kwamen, zat de zandbak vol met peuters. Kun je daar dan zomaar met een namaakgeweer tussen gaan liggen? Afgezien dat het natuurlijk geen natuurgetrouw beeld geeft, oorlogshandelingen met peuters met roze emmertjes. Maar goed, ze wisten ook wel dat hun film sowieso niet heel realistisch zou worden… nee, ze moesten echt met de ouders van deze peuters gaan praten, uitleggen wat ze wilden doen, vertellen dat het niet als grap was bedoeld, maar juist respectvol. Zoals een 8-groeper in zijn evaluatie opmerkte, ze moesten in hele korte tijd hun hele project onvoorbereid uitleggen. Bij een volgende opname moesten ze dus vooraf bedenken of er mensen voorgelicht moesten worden en hoe ze dat zouden doen.
Ook in groep drie wordt inmiddels met film gewerkt. In het kader van het thema ‘Wat ‘n troep!’ over afval, worden er ideële reclamefilmpjes gemaakt over het weggooien van afval en hergebruik. Ook hier maken de kinderen scripts, compleet met storyboards en verdelen ze zelf de rollen. De ene groep speelt zelf, de andere groep maakt een soort poppenkast met drinkbekers en broodtrommels.
Tenslotte hebben we ook binnen mijn schoolbestuur film ontdekt. Alle teams van 21 scholen hebben een film gemaakt met een professionele filmmaker over de worsteling met passend onderwijs. De vragen: Waar willen we naar toe?, en: Wat gebeurt er nu al op de scholen? stonden centraal. Wat opvalt bij alle geledingen, kinderen, leraren, bestuurders, leerkrachtbegeleiders is het plezier, de betrokkenheid en het inzicht tijdens het werken aan de film en de trots op het uiteindelijke resultaat. Wat dat betreft: ik voel me geregeld ook zo’n blije ouder, als ik weer trots kijk naar zo’n zelfgeproduceerde onderwijsfilm.
Miriam Heijster is directeur van basisschool De Kleine Reus in Amsterdam.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven