Doorstroomtoetsen en referentieniveaus

Tekst Martin Ooijevaar
Gepubliceerd op 27-06-2024
De PO-raad concludeerde deze week dat de keuze van de doorstroomtoets van invloed is op het advies dat leerlingen in groep 8 krijgen. Martin Ooijevaar, directeur onderwijs van SKOWF, stelt dat er ook als het om de referentieniveaus gaat, niet uit te leggen verschillen tussen bepaalde doorstroomtoetsen zijn.

Op 24 juni 2024 verscheen een interessante themarapportage van de PO-raad over de doorstroomtoets. Hierin stond dat de keuze van de doorstroomtoets van invloed is op het advies.

Naast de problemen met de adviezen (die met name voor leerlingen consequenties hebben), zijn er volgens mij ook problemen met de referentieniveaus (die consequenties hebben voor de beoordeling van de kwaliteit). In de analyse van de PO-raad werden de referentieniveaus niet meegenomen. Dat vind ik jammer. Want ook als het om de referentieniveaus gaat, zijn er niet uit te leggen verschillen tussen bepaalde doorstroomtoetsen.
 

Referentieniveaus en beoordelen kwaliteit

De behaalde referentieniveaus op de doorstroomtoetsen worden door de Inspectie van het Onderwijs gebruikt om de leerresultaten van scholen te beoordelen. Het is algemeen bekend dat de kwaliteit van een school niet op te hangen is aan één toets, zeker omdat hierbij maar een beperkt aantal vaardigheden getoetst wordt. Laat staan dat dit kan met een toets die geënt is op ankeropgaven, gemaakt door verschillende commerciële toetsaanbieders die onvoldoende aansluiten op het brede curriculum van de scholen.

Het beoordelen van resultaten over de afgelopen schooljaren is volgens de Inspectie van het Onderwijs al problematisch (beïnvloeding resultaten door corona en normeringsverschillen tussen eindtoetsen). Nu de resultaten op de huidige doorstroomtoetsen niet zijn zoals we hadden kunnen verwachten, wordt het helemaal een hachelijke zaak om deze resultaten te gebruiken om scholen te beoordelen.

Op dit moment is het nog onduidelijk of de Onderwijsinspectie de beoordelingswijze gaat aanpassen. Ik verwacht weinig verandering. Het College voor Toetsen en Examens, die verantwoordelijk is voor de vergelijkbaarheid van toetsresultaten, komt in juli met een eigen rapportage. Op voorhand geven ze aan dat anker en normeringen wel werken. Ik ben benieuwd wat daar uit komt, maar er is heel wat uit te leggen over de adviezen, maar zeker ook over de referentieniveaus.
 

Enkele verschillen tussen referentieniveaus op de doorstroomtoetsen

Als ik kijk naar de resultaten op referentieniveaus van de toetsen van LIB, IEP en Route-8 zie ik verschillen die ik op het eerste gezicht moeilijk vind uit te leggen. Ik heb hieronder de landelijke gemiddeldes van LIB en IEP, en Route-8 naast elkaar gezet. Ik heb daarnaast ook gekeken hoe groot de verschillen zijn met de landelijke gemiddeldes (overall en per domein) die in het onderwijsresultatenmodel te vinden zijn. Ik heb gebruik gemaakt van openbare gegevens, waarbij geen onderscheid zichtbaar is tussen digitaal adaptieve afnames en papieren afnames.

 

Wat valt me op?

Het is mij duidelijk dat deze toetsresultaten onvergelijkbaar zijn. Op alle gebieden behalen minder leerlingen de referentieniveaus bij IEP en Route-8 dan bij LIB met als grote uitschieters 2F taalverzorging en 1S rekenen. Het gaat mij er niet perse om of LIB dan beter is. Ik wil alleen de verschillen zichtbaar maken. Verder is duidelijk dat de resultaten verschillen van de gemiddelde resultaten uit het onderwijsresultatenmodel.
 

En nu?

Ik heb deze analyse vrij snel gemaakt en daar is natuurlijk van alles op af te dingen, maar ik hoop dat dit artikel een signaal is om ook wat betreft de referentieniveaus een nauwgezette analyse te maken. Een analyse waarbij ook de verschillende toetsaanbieders naast elkaar gezet worden. Hierin ben ik bijvoorbeeld ook benieuwd naar de verschillen tussen een digitale en papieren afname. Daarnaast vind ik het belangrijk om verder te kijken dan deze analyse waarbij deze vragen beantwoord moeten worden: Draagt het opgetuigde systeem echt bij tot meer kansengelijkheid voor leerlingen die de overstap naar het voortgezet onderwijs maken en kan dit echt iets zeggen over de behaalde referentieniveaus? Hoe kan dit anders?
 

Tenslotte: Laat de markt zijn werk doen?

Ik hoop dat scholen zich echt laten horen de komende maanden en de nieuwe situatie niet willen zien als een nieuwe nulmeting, zoals het CVTE betoogt. Ik ben echter ook wat cynisch. Ik verwacht dat het blijft bij wat geroep aan de zijlijn, een beetje tweaken aan de huidige opzet en normeringen en weer door!

Ik zal mijn zorgen blijven benoemen, maar als we nog opgescheept zitten met deze marktwerking, doe dan maar volledig. De PO-raad geeft aan dat ze omwille van de marktwerking in hun rapportage geen uitspraken wil doen over specifieke toetsen of toetsaanbieders. Volgens mij moet je dat omwille van de marktwerking juist wel doen! Als we als veld echt wat te kiezen moeten hebben, moeten we ook weten waaruit we kunnen kiezen. Zet alles maar transparant op een rijtje, laat scholen dan maar echt zelf vergelijken en kiezen. Net als bij bijvoorbeeld autoverzekeringen.

Dit artikel verscheen op 27 juni hier.

Martin Ooijevaar is directeur Onderwijs bij SKOWF.

 

Bronnen:

https://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/onderwijsresultaten-primair-onderwijs/documenten/publicaties/2019/12/10/onderwijsresultatenmodel-voor-het-primair-onderwijs

IEP-gemiddelden uit IEP-portal

https://mailing.cito.nl/2024/cito-leerling-in-beeld-doorstroomtoets-landelijkgemiddelde-2024.pdf

 

Verder lezen

1 PISA-lek is boven
2 Doorstroomtoets: onduidelijkheden, antwoorden, vragen en nog meer vragen

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent