Dekkers ommezwaai

Tekst Henk Blok
Gepubliceerd op 26-11-2015
Henk Blok - Dekkers ommezwaai: wordt thuisonderwijs erkend? Voor het eerst sinds 1969 – invoeringsdatum van de huidige Leerplichtwet – kan thuisonderwijs weer een erkende vorm van onderwijs worden. Dat is de strekking van de brief die staatssecretaris Dekker op 18 november 2015 aan de Tweede Kamer stuurde.

Dit is een verrassende ontwikkeling, omdat Dekker twee jaar geleden nog aan de Kamer liet weten dat hij thuisonderwijs onmogelijk wilde maken. Onderwijl neemt het aantal jongeren dat thuisonderwijs krijgt gestaag toe, tot 575 in schooljaar 2013-2014.

Het onderwerp van de brief is 'Onderwijs op een andere locatie dan de school'. De brief is aangeboden samen met een onderzoeksrapport dat Ecorys in opdracht van de staatssecretaris heeft geschreven. De kern van de brief is dat Dekker de mogelijkheden voor onderwijs buiten de school wil verruimen. Hij heeft daarbij vier groepen leerlingen op het oog:
a. kinderen voor wie school geen (passende) optie is vanwege lichamelijke of psychische omstandigheden;
b. kinderen met uitzonderlijke sportieve of culturele talenten;
c. kinderen die tijdelijk in het buitenland verblijven;
d. kinderen wier ouders thuisonderwijs boven schoolonderwijs verkiezen.

Voor de eerste drie groepen is en blijft de school verantwoordelijk voor het onderwijs, zij het dat ouders als onderaannemers kunnen fungeren en thuis onderwijs kunnen geven. Ze kunnen daarbij begeleid worden door de school waar hun kind is ingeschreven, maar ook door instellingen die afstandsonderwijs verzorgen zoals het LOI en IVIO. De kosten worden door de school gedragen. Voor het onderwijs aan de kinderen uit de vierde groep zijn de ouders eindverantwoordelijk. Deze onderwijsvorm wordt niet bekostigd. Ouders die voor thuisonderwijs kiezen, krijgen dus geen financiële ondersteuning.

Dekker stelt voor artikel LPW 5b (richtingsbezwaar) af te schaffen. In plaats daarvan kunnen ouders die dat willen – ongeacht of er een richtingsbezwaar in het geding is of niet – voor thuisonderwijs kiezen. Daartoe dienen ze een verzoek in bij de leerplichtambtenaar. Het plan dient vergezeld te gaan van een onderwijsplan dat vooraf instemming behoeft van de Inspectie van het Onderwijs. Een eveneens voorafgaand huisbezoek door een inspecteur is een andere eis. Verdere eisen zijn: de thuisonderwijsgevende moet een opleiding op hbo-niveau hebben afgesloten, hij/zij moet beschikken over een aantoonbare pedagogisch-didactische bekwaamheid en een verklaring omtrent gedrag kunnen overleggen.

Thuisonderwijzend Nederland reageert verdeeld op Dekkers brief. Enerzijds is er blijdschap vanwege de erkenning van thuisonderwijs als een legitiem alternatief voor schoolonderwijs en vanwege de verbrede toegang: ook ouders zonder richtingsbezwaar kunnen straks voor thuisonderwijs kiezen. Anderzijds is een deel van de ouders niet gelukkig met de gestelde voorwaarden. Immers, in de huidige situatie zijn ouders met een geldig richtingsbezwaar geheel vrij om het onderwijs in te kleden zoals ze zelf willen, zonder pottenkijkerij door de onderwijsinspectie of andere voorwaarden.

Over de aangekondigde voorwaarden voor thuisonderwijs is zeker nog wel discussie mogelijk. Voor geen van de voorwaarden is onderzoeksmatig vastgesteld, dat ze bijdragen aan goed thuisonderwijs. Wat te vinden bijvoorbeeld van de eis dat thuisonderwijzers een verklaring omtrent gedrag moeten overleggen? Zou dat helpen om misstanden te voorkomen? En, zou de overheid deze eis dan niet ook moeten stellen aan ouders die hun kinderen verzorgen en opvoeden, maar geen onderwijs bieden?

En wat te vinden van de eis van een aantoonbare pedagogisch-didactische bekwaamheid: hoe valt die vast te stellen; moeten ouders eerst een examen afleggen? En welke eisen gaat de onderwijsinspectie straks hanteren; houdt deze er voldoende rekening mee dat thuisonderwijs qua aanpak hemelsbreed kan verschillen van het veelal klassikale schoolonderwijs?

Tot slot, voordat een en ander in de praktijk gerealiseerd is, zijn we wel weer een paar jaar verder. Het voorstel behoeft instemming van de Tweede Kamer, dan volgt een wetgevingstraject (met input van de Raad van State en de Eerste Kamer), dan zijn ook nog uitvoeringsbesluiten nodig. Het was in 2003 dat minister Van der Hoeven in een brief aan de Tweede Kamer liet weten dat nadere wet- en regelgeving rond thuisonderwijs wenselijk was. In de afgelopen bijna dertien jaar is er veel gepraat, maar weinig gedaan. In dat licht is het te prijzen, dat Dekker nu dan toch met een voorstel komt, ook al roept het nog zoveel vragen op.

Henk Blok is secretaris van de Stichting Keurmerk Thuisonderwijs

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent