Ik ben op het National Forum of Community Schools, het Amerikaanse bredeschoolcongres (april 2014, red.). Daarbij horen ook schoolbezoeken in achterstandswijken in Cincinnati, Ohio. Op het eerste oog zijn die scholen niet anders dan die van ons; de verschillen zitten in de details. Details die ook de verschillen in volksaard weerspiegelen. Ik noem er een paar. Amerikanen zijn trots. Trots op zichzelf, hun dorp of stad, staat en land. Die trots zie je terug in de school. Overal hangen zelfgemaakte posters met 'student of the week', 'teacher of the month' en 'why my parents are so great'. Daar tussendoor zelfgemaakte tijdlijnen met de levensloop van belangrijke stad- en landgenoten. Als je iets presteert, dan mag dat gezien worden. Wel even anders dan onze 'kop niet boven het maaiveld' mentaliteit.
Een ander verschil is het bijna onbegrensde geloof in kansen: als je maar hard genoeg werkt, kun je bereiken wat je wilt. De school, leerkrachten en andere professionals doen er veel aan om kinderen en hun ouders daarbij te helpen. Als het moet in hun vrije tijd. Bijvoorbeeld door zelf kinderen naar de baseballclub te brengen om te trainen. Ook in Nederland staat 'het bieden van ontwikkelingskansen' al jaren op één in de lijst met doelen van de bredeschool. Maar of we nou écht geloven dat je een kwartje kunt worden als je voor een dubbeltje geboren bent?
Net als bij ons vormt de betrokkenheid van ouders een belangrijk onderwerp. Op een van de scholen die ik bezocht zijn 32 verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd. Een groot deel van de ouders spreekt geen Engels. De directeur heeft in de wijk voor elk van die nationaliteiten iemand gevonden die tolkt. De discussie over voertaal van de school in de communicatie met ouders speelt op deze school totaal niet. Het onderwijs aan kinderen is zo belangrijk voor de toekomst van een kind dat dat niet belemmerd mag worden doordat ouders niet begrijpen wat er van hen en hun kinderen verwacht wordt.
Ik kijk als ik de klas uitloop nog eens naar die vlag. Met de Amerikaanse blik dit keer. Want die vlag zegt ook dit: wie je ook bent en waar je ook vandaan komt, er is één ding dat ons bindt: we zijn allemaal óók Amerikaan en daarin allemaal gelijk. De vlag als bindmiddel. Nu zelfs met mijn Hollandse ogen helemaal zo gek nog niet.
Joke Kruiter is werkzaam bij Oberon, Utrecht.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven