Daar worden zij terecht om geprezen. Dit succes kent echter een keerzijde. De afgelopen decennia is de balans tussen onderwijs en onderzoek binnen de universiteiten steeds verder verschoven in de richting van onderzoek. Dat is een wereldwijde ontwikkeling, waarover nu in een groot aantal westerse landen discussies zijn gestart. Zijn we doorgeschoten in de aandacht voor onderzoek? Worden onderwijsprestaties nog wel voldoende erkend? Worden universitaire medewerkers niet te veel langs dezelfde lat, die van onderzoek, beoordeeld?
Ook in de Nederlandse universiteiten wordt dit debat de laatste jaren met veel energie gevoerd. Studenten roeren zich, universitaire medewerkers roepen op tot meer aandacht voor onderwijs, en universitaire bestuurders reageren positief. Onderwijskwaliteit staat weer hoog op de agenda en de prestaties worden beter. Dat is een goede zaak.
Naar mijn mening hebben de universiteiten het onderwijs weer moeten herontdekken en zal dat de komende jaren moeten leiden tot grotere investeringen (de opbrengsten van het studievoorschot) en tot een grotere aandacht voor studenten en hun prestaties.
Maar de universitaire verantwoordelijkheid gaat verder dan die voor het eigen onderwijs. Met leedwezen – en ook met schaamte – heb ik gezien hoe groot de problematiek van onbevoegde en onderbevoegde docenten in het voortgezet onderwijs is. Met name de universiteiten hebben te weinig docenten opgeleid. De universitaire aandacht voor de lerarenopleidingen is de afgelopen decennia weggezakt, ondanks alle inzet vanuit die opleidingen zelf. Het gebrek aan academisch en eerstegraads opgeleide leraren is potentieel een tijdbom waar universiteiten en hogescholen geweldig veel last van kunnen gaan krijgen.
Dat geldt ook voor het onderzoek naar onderwijs. In het onlangs verschenen sectorplan Onderwijswetenschappen wordt geconstateerd dat het onderzoek in deze en aanpalende disciplines heel weinig gericht is op de problemen die docenten en leerkrachten in hun praktijk ondervinden. Dat is eigenlijk een schande. De Nederlandse onderwijsonderzoekers hebben wereldwijd een heel grote naam, maar hun impact op het onderwijs in Nederland is miniem.
Het is daarom verheugend om te kunnen constateren dat de universiteiten in beide opzichten hun koers hebben verlegd. De lerarenopleidingen en het praktijkgerichte onderwijsonderzoek staan weer hoog op de universitaire agenda. Hoewel het te vroeg is om nu al 'Hosanna' te roepen, is de verandering ontegenzeggelijk. Ik zou de sector willen oproepen om ons te blijven uitdagen en aan te spreken op onze (mede)verantwoordelijkheid. Onderwijs is immers voor elk individu en voor de samenleving als geheel van levensbelang.
Karl Dittrich is voorzitter van de Vereniging van Universiteiten (VSNU).
Dit artikel is verschenen in de rubriek 'Rondom het Binnenhof' van Didactief, maart 2015.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven