Afgelopen weken was er veel discussie rondom dyslexie naar aanleiding van een artikel dat op 9 februari in het Algemeen Dagblad verscheen, waarin dr. Anna Bosman inging op het onderwerp dyslexie. Daarna barstte er een discussie los in het land: bestaat dyslexie nu wel of niet?!
De boodschap van Bosman was echter niet om dyslexie te ontkennen. Zij maakt zich zorgen over de vele dyslexieverklaringen en het aantal leerlingen in Nederland dat het basisonderwijs verlaat met een onvoldoende leesniveau. Deze zorgen deel ik.
We weten uit de wetenschap dat zo’n 3,8% tot 4% van de leerlingen dyslectisch is. Echter laat het onderwijs in Nederland al jaren zien dat ongeveer een derde van de leerlingen de basisschool verlaat met een onvoldoende leesniveau. Dit kan als onderliggend probleem hebben dat de technische leesvaardigheid bij deze leerlingen onvoldoende is, waardoor het werkgeheugen te druk is met decoderen en er weinig ruimte bij de lezer is om zich op de inhoud te richten. Maar er zijn ook leerlingen met een goed technisch leesniveau die het moeilijk vinden om de boodschap uit een tekst te halen.
Het aantal dyslexieverklaringen ligt veel hoger dan de bekende 3,8% tot 4% en verschilt ook nog eens sterk per regio. Zo meldt de PO-Raad in het Algemeen Dagblad op 10 februari dat kinderen van welgestelde ouders over het algemeen vaker over een dyslexieverklaring beschikken dan kinderen die opgroeien in een lager sociaal milieu.
Los van hoge hoeveelheid dyslexieverklaringen, maak ik mij zorgen om het grote aantal leerlingen dat de basisschool verlaat met een onvoldoende leesniveau. Immers, we hebben een goede geletterde basis zo ontzettend nodig om in deze maatschappij te kunnen functioneren. Snow noemt goed kunnen begrijpend lezen zelfs de belangrijkste 21ste –eeuwse vaardigheid. Zowel op school als tijdens ons werk wordt veel gevraagd op het gebied van geletterdheid. Ook voor onze sociale ontwikkeling is ‘geletterd zijn’ van groot belang.
Te vaak worden lage leesprestaties aan allerlei oorzaken gewijd zoals een slechte leesmethode, concentratieproblemen bij het kind, een laag sociaal milieu of een moeilijke schoolpopulatie. Maar het is juist belangrijk om ons onderwijs goed te bekijken: profiteren de leerlingen optimaal van het geboden onderwijs? Wordt er op de school gewerkt vanuit een preventieve benadering en krijgen risicolezers voldoende extra tijd en instructie om de doelen te behalen?
De leerkracht speelt hierbij een grote en belangrijke rol. Veel risicolezers kunnen met extra tijd en instructie alsnog goede, competente lezers worden. Maar als we afwachten, zal een uitvallende lezer een zwakke lezer blijven. Ofwel: we kunnen gezamenlijk een belangrijke rol spelen in de leesontwikkeling van leerlingen, en ervoor zorgen dat álle leerlingen goed leesonderwijs ontvangen. Zo krijgt elk kind een eerlijke kans op een geletterde toekomst en kan het aantal leerlingen met een onvoldoende leesniveau worden teruggebracht.
Pas als we kunnen aantonen dat meerdere langdurige interventies bij een juiste uitvoering nauwelijks of geen effect hebben op de leesontwikkeling, is er mogelijk sprake van dyslexie. Dit wordt ook wel didactische resistentie genoemd: de leerling reageert niet op extra leesbegeleiding.
Wanneer een leerling op dyslexie wordt getest, mag dus zeer grondig worden nagegaan of er niet enkel sprake is van een achterstand, maar ook of er sprake is van didactische resistentie. Als dat laatste niet goed kan worden aangetoond, dan zegt dat mogelijk iets over het geboden onderwijs. Wellicht profiteert de leerling wel in grote mate van interventies die de leerkracht inzet en kan de leerling zonder dyslexieverklaring, de achterstand verkleinen of wegwerken.
En zelfs als een leerling daadwerkelijk dyslexie heeft, kan het groei en ontwikkeling doormaken. De ontwikkeling verloopt ondanks intensieve instructie vaak zeer moeizaam, maar deze leerlingen hoeven niet stil te blijven staan. Want ook zij hebben het recht om een goede lezer te worden. Om op het voortgezet onderwijs hun teksten te kunnen lezen- en begrijpen, om als latere werknemer goed te kunnen communiceren met collega’s. Maar ook om te genieten van een mooi boek of om een recept te kunnen lezen en uitvoeren tijdens het koken. Om de boodschap te kunnen halen uit een brief van de gemeente of van de school van hun kind.
Dat op dit moment bijna 12% van de volwassenen laaggeletterd is in onze maatschappij, moet ons raken. In het onderwijs moeten we er met elkaar naar willen streven om kansenongelijkheid tegen te gaan en álle leerlingen te leren lezen. Want het terugbrengen van het aantal zwakke lezers in het basisonderwijs en daarmee laaggeletterdheid tegen te gaan, begint bij preventie. Laten we met elkaar van de toekomstige generatie, een geletterde generatie maken!
Bronvermelding:
Snow, C.E. (2014). Deep comprehension: what does it look like in two- to three-years-olds? Gevonden op 11 februari 2017, op http://www.lucasacademie.nl/uimages/CatherineSnow_ECCESS2014%20(2).pdf.
Stichting Dyslexie Nederland (2008). Dyslexie: diagnose en behandeling van dyslexie. Gevonden op 10 februari 2017, op http://www.stichtingdyslexienederland.nl/media/183/sdnbrochure2008.pdf.
Winters, B. (2017, februari 9). Dyslexie is het gevolg van slecht onderwijs. Het Algemeen Dagblad. Geraadpleegd op http://www.ad.nl/binnenland/dyslexie-is-het-gevolg-van-slecht-onderwijs~ac50d96b/.
Winters, B. (2017, februari 10). Welgesteld kind krijgt vaker dyslexieverklaring. Het Algemeen dagblad. Geraadpleegd op http://www.ad.nl/binnenland/welgesteld-kind-krijgt-vaker-dyslexieverklaring~a7912d45/.
1 Dyslexie en de liefde voor je vak
2 ‘Oefenen in de klas, zonder toeters of bellen’
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven