De vrijheid om scholen te stichten op religieuze gronden heeft haar langste tijd gehad, betogen Frijlink (VOO) en Teegelbeckers (VOS/ABB) in dagblad Trouw (29 maart). De school hoeft volgens hen geen plek meer te zijn voor de religieuze en levensbeschouwelijke vorming van leerlingen; ouders kunnen dat stukje opvoeding beter voor hun eigen rekening nemen. Recent landelijk onderzoek onder ouders met kinderen op een katholieke basisschool (waar ook ouders uit deze regio aan hebben deelgenomen) wijst juist het omgekeerde uit. Naarmate de secularisering (ontkerkelijking) voortschrijdt, stijgt namelijk de religieuze ongeletterdheid onder jonge ouders: ze zijn niet langer vertrouwd met godsdienstige verhalen, gebruiken en rituelen. Tegelijkertijd zien deze ouders dat de toekomst van hun kinderen in toenemende mate intercultureel en interreligieus zal zijn; bovendien liggen hier bronnen voor een diepe persoonlijke ontwikkeling (bijv. Jonas en het omgaan met crises). Daarom verlangen ouders dat de school hun kinderen daarop voorbereidt, omdat ze dat zelf niet kunnen.
Evenals Frijlink en Teegelbeckers pleit Verhoef in Trouw voor inperking van de vrijheid van onderwijs (5 april). Het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs op godsdienstige grondslag zouden moeten worden samengevoegd tot de gemengde school voor alle gezindten, vindt hij. Verhoef denkt dat katholieke scholen religieus gesegregeerde plaatsen zijn waar de wensen van de kerk centraal staan. Deze visie doet geen recht aan het confessioneel onderwijs: deze scholen worden bezocht door kinderen met heel diverse sociale en religieuze achtergronden. Wat Verhoef bepleit, een school met een maatschappelijke agenda waar leerlingen met uiteenlopende achtergronden elkaar treffen, wordt binnen het confessioneel onderwijs veelal al gerealiseerd.
Ouders blijken er waarde aan te hechten dat de sociale en religieuze diversiteit van de samenleving ook op school te zien is. Ze zien deze diversiteit als een kans omdat hun kinderen zo, spelend en lerend, kinderen ontmoeten met andere sociale en religieuze achtergronden. Juist omdat de samenleving steeds minder plaatsen biedt waar mensen uit verschillende sociale ‘bubbels’ elkaar kunnen ontmoeten. Katholieke scholen (en gelukkig niet alleen katholieke scholen) hebben dus een maatschappelijke meerwaarde: het zijn plaatsen waar de groeiende maatschappelijke tweedeling wordt overbrugd. Het is van groot belang om het ‘levensbeschouwelijk vreemde’ te leren kennen en daarmee om te leren gaan. Daarmee creëer je diepgaande vormen van sociale cohesie. Hiermee bewijst het confessioneel onderwijs zijn bestaansrecht in de praktijk en voorziet zo tevens in een behoefte van veel ouders.
De oorspronkelijke versie van dit artikel is van de hand van Toke Elshof en is gepubliceerd in Trouw, 17 april 2019. Toke Elshof is theoloog aan de Tilburg University.
Bill Banning is theoloog en onderwijspedagoog aan het d'Oultremontcollege van de OMO scholengroep. Zie: omo.nl/actueel/cDU461-n3321_Maatschappelijk-belang-van-confessioneel-onderwijs.aspx
1 Vrijheid van onderwijs: niet afschaffen, maar inperken
2 Katholieke of algemene waarden?
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven