Zo geeft goed onderwijs meestal goede Cito-scores, maar zijn goede Cito-scores niet gelijk aan goed onderwijs. Toch lijkt deze simplificatie inmiddels wel als waarheid te worden beschouwd. Niet alleen door leken, maar ook door leerkrachten, besturen en bewindslieden. Wanneer de staatssecretaris hierop wordt aangesproken, nuanceert hij dit enigszins en zegt ʿdat het niet zo simpel isʾ. Ook verwijst hij naar de professionaliteit van de man/vrouw voor de klas. Intussen worden er echter wel ranglijsten gepubliceerd, gebaseerd op Cito-toetsresultaten en worden er rapportcijfers berekend puur op eindresultaten. Op die manier wordt een hele school in één keer weggezet op basis van een momentopname van één of een paar groepen acht.
Als argument wordt gebruikt dat deze openbaarheid eerlijk is voor ouders, zodat zij scholen met elkaar kunnen vergelijken. Maar wat vergelijken ouders dan met elkaar? De sociaal-economische samenstelling van een school, de variatie of homogeniteit van de schoolsamenstelling, het aannamebeleid van een school, de doorverwijzing naar andere scholen, doorverwijzing naar het speciaal ( basis) onderwijs, de lesmethode, het kindbeeld, het onderwijsconcept? Ouders zien een 8,4 en een 7.6 en kiezen dan ( in de meeste gevallen) voor de 8. Zo simpel is het....
Een ander argument is dat deze openbaarheid scholen uitdaagt tot concurrentie en dat er dan aan kwaliteit gewerkt gaat worden. Alsof een niet gemotiveerde, niet betrokken leraar door een externe prikkel als een slechte Cito-score spontaan verandert in een gepassioneerde en kundige leraar. Natuurlijk bestaan ze, de leraren die hun tijd uit zitten, ʿHet wordt vanzelf zomervakantieʾ- type, maar de meeste leraren die ik ken zijn betrokken professionals met een passie voor hun vak. De een werkt in moeilijkere situaties en met ingewikkeldere factoren dan de ander en dat zou allemaal in dat Cito-eindtoetsresultaat worden meegenomen?
Het gevaar van trainen voor de toets wordt naar het land der fabelen verwezen onder het mom van dezelfde professionaliteit van de leraar. Maar die leraar wordt wel, en plein public, afgerekend op toetsresultaten. Wanneer je dan in een ingewikkelde situatie met veel complicerende factoren werkt, dan kan de verleiding ( te) groot zijn om toch maar gewoon te gaan trainen voor de toets. En zoals een vader bij mij op school het samenvatte: ʿDat is zoals met een sollicitatietraining, uiteindelijk kun je heel goed solliciteren, maar dat betekent nog niet dat je geschikt bent voor de functie.ʾ
Op dit moment wordt er een te groot belang gehecht aan Cito-toetsresultaten en wordt er voorbij gegaan aan de vele factoren en actoren die inwerken op de school en het onderwijsaanbod en worden er voorbarige en onterechte conclusies verbonden aan momentopnames. Goed onderwijs is niet bang voor een toets, maar een goede toets (of een goed toetsresultaat) is niet gelijk aan goed onderwijs.
Miriam Heijster is directeur van De Kleine Reus, brede basisschool voor ontwikkelingsgericht onderwijs, in Amsterdam.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven