Amsterdam, Guido Gezellestraat 12

Tekst Sjoerd Karsten
Gepubliceerd op 02-10-2012
Sjoerd Karsten - De ruime woning op nummer 12 die in 1941-1942 een joodse school huisvestte, herinnert ons aan een wrange geschiedenis, een van gedwongen segregatie en pijnlijk stilzwijgen. Ertegenover staat het Vossiusgymnasium waar leerlingen in het eerste bezettingsjaar wel verzet durven plegen tegen de verwijdering van hun joodse leraren.

Een beladen plek in Amsterdam-Zuid.In het najaar 1940 worden alle ambtenaren van openbare instellingen zoals universiteiten, ziekenhuizen en scholen gedwongen de ‘ariërverklaring’ te tekenen. Dat is een administratieve maatregel om de verwijdering van joden uit openbare ambten mogelijk te maken. Op de Leidse universiteit klinkt protest, gaan studenten in staking en wordt de universiteit gesloten. Op ‘het Vossius’in de Guido Gezellestraat in Amsterdam weigeren leerlingen naar school te gaan. De stakers worden een week geschorst, maar krijgen stiekem van de rector te horen dat ze een pluim verdienen.

Meestal schikken scholen zich, een enkele keer is er stil verzet. De man die deze maatregelen in het onderwijs doorvoert is professor Jan van Dam, hoogleraar Duits aan de Gemeente Universiteit Amsterdam. Geen NSB’er maar vanwege zijn pro-Duitse sympathieën door de bezetter benoemd tot hoofd van het nieuwe Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming. In het najaar van 1941 worden alle joodse leerlingen van niet-joodse scholen verwijderd. In Amsterdam, waar veel joden wonen, komen er zo 25 nieuwe joodse openbare scholen bij. Gedwongen segregatie. In een enkel geval wordt er een muur gemetseld in de school om joodse van niet-joodse scholieren en docenten fysiek te scheiden.

Op het Montessori Lyceum, waar professor Van Dam in het curatorium zit, moet ongeveer een derde van de leerlingen van school af. Dat betekent voor de school een behoorlijk financiële strop, want het middelbaar montessorionderwijs is nog steeds niet wettelijk erkend. In de wet staat namelijk dat alleen ‘klassikaal onderwijs’ voor erkenning en subsidiëring in aanmerking komt. Echt pijnlijk wordt het als de school zich naar het ministerie wel druk maakt over de financiële consequenties, maar over de maatregel zelf het stilzwijgen bewaart. Men wil blijkbaar professor Van Dam niet in verlegenheid brengen. En ja hoor, Van Dam zorgt voor die erkenning van het Montessori Lyceum in dezelfde periode waarin joodse leraren en ouders noodgedwongen een eigen Joods Montessori Lyceum starten. Het Joods Montessori Lyceum vindt na wat omzwervingen een plek in de woning van mr. L.D. Frank in de Guido Gezellestraat. Daar wordt onder zeer moeilijke omstandigheden, met veel idealisme en enkele geweldige leraren het montessorionderwijs voortgezet, precies zoals op het ‘gewone’ Montessori Lyceum. Net als alle andere joodse scholen wordt de school leger en leger, leerlingen en docenten worden weggevoerd of duiken onder. In de zomer 1942 houdt de school op te bestaan. In het boek Kom vanavond met verhalen uit 2008 is geprobeerd lessen te trekken uit deze pijnlijke oorlogsgeschiedenis. Bekende vragen die daar bij horen hebben nog steeds actualiteitswaarde. Wie houdt zich stil? Wie gaat in verzet? Nu we de mond vol hebben over burgerschapsvorming in het onderwijs, kunnen we ons zeker afvragen of ook moed een burgerdeugd is. Zo ja, hoe valt dat dan te leren?

Sjoerd Karsten is hoogleraar Onderwijskunde aan de Universiteit van Amsterdam. 

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent