Na de Tweede Wereldoorlog was er geen joods onderwijs meer in Nederland: ruim 104.000 van de 140.000 Nederlandse joden waren door de nazi’s vermoord, en daarmee was de traditionele, orthodox-joodse wereld gedecimeerd. Oud-verzetsstrijder Arthur Cohen (foto: Erwin Verheijen) begon opnieuw en richtte het Cheider op in 1954.
Hij startte met vijf kleuters in zijn Amsterdamse huiskamer (cheider betekent kamer in het Hebreeuws). Daarna breidde de leerlingpopulatie zich sterk uit, de school telt momenteel ongeveer 120 leerlingen van tussen de vier en achttien jaar. Sinds 1993 is zij gelegen in de Amsterdamse wijk Buitenveldert in een voormalig kraakpand. Ze wordt omheind door een ondoorzichtig hek en zoals alle joodse instellingen in Nederland constant beveiligd door camera’s en marechaussee.
‘Het Cheider is een bijzondere school’, vertelt Richard van Kalderen, die nu vier jaar directeur is. ‘Kleinschalig, en met een dubbel curriculum. Als je het Cheider verlaat, heb je een regulier diploma waarmee je naar mbo, hbo of de universiteit kunt, èn je bent tevens volledig toegerust op een joods-religieuze vervolgopleiding in het buitenland. Daar is het Cheider uniek in.’
Aan wat voor vervolgopleidingen moeten we denken? Joodse ongehuwde jonge mannen kunnen bijvoorbeeld naar de jesjiva. Daar leren studenten over de Talmoed, één van de belangrijkste boeken binnen het jodendom. Ze kunnen een rabbinaal eindexamen afleggen, waarna ze een semicha (diploma) ontvangen. Voor getrouwde mannen is er daarnaast de kollel, voor meisjes zijn er midresjet. Bekende jesjivot in Europa zijn onder andere in Antwerpen, Parijs en Londen. Het Cheider bereidt kinderen niet voor op hun religieuze volwassenwording in de synagoge, de zogeheten bar mitswa voor jongens (13 jaar) en bat mitswa voor meisjes (12 jaar) (foto wikipedia).
Het Cheider heeft een landelijke functie. Daarom komen niet alleen Amsterdamse kinderen naar het Cheider, maar ook kinderen uit Amstelveen, Amersfoort en Almere, tot zelfs Rotterdam en Den Haag. Van Kalderen vertelt dat kinderen die naar Het Cheider komen orthodox-joods zijn. Ouders en personeel moeten de visie van de school onderschrijven, maar Het Cheider schrijft niet voor wat zij thuis moeten doen of laten. In Buitenveldert zijn overigens nog twee joodse scholen op een paar honderd meter afstand van Het Cheider: Rosj Pina voor het PO en Maimonides voor het VO.
‘Wij werken vanuit orthodox joods perspectief,’ vertelt Van Kalderen over de visie van het Cheider. ‘Je bent altijd joods, bij alles wat je doet.’ In het joodse geloof zijn er namelijk 613 ge- en verboden (de mitswot) waar orthodoxe joden zich aan houden in het dagelijks leven. ‘Dat geldt ook bij het geven van onderwijs’, vervolgt Van Kalderen. ‘We kijken daarom steeds hoe wij in Nederland een joodse school kunnen zijn, die tegelijkertijd voldoet aan de Nederlandse wet. Dat is een bijzonder interessante opgave. De orthodox-joodse identiteit merk je door alle lessen heen.’
Wat betekent het orthodoxe jodendom voor de directeur? Van Kalderen: ‘Ik leef als orthodoxe jood. Dat betekent dat ik kosjer eet, naar de synagoge ga, de feestdagen vier, Sjabbat houd, en dat wanneer ik de dagelijkse dingen doe, ik mij afvraag of ik dat doe zoals ik dat zou moeten doen volgens de joodse wet. Ik ben ook herkenbaar joods: ik draag bijvoorbeeld altijd een keppel. En dan niet alleen als ik op het Cheider zit, gewoon altijd. Ik wil alleen werken op een school waar ik mezelf kan zijn. Het Cheider is zo’n school.’
De school heeft een synagoge met een gescheiden deel voor jongens en meisjes (foto hierboven wikipedia). De jongens dragen altijd een keppeltje; meisjes dragen een rok of jurk met mouwen tot over de elleboog. Leerlingen krijgen na groep 3 gescheiden les. Rabbijn Groenewoudt, verbonden aan de school, legt uit dat daar een halachische (halacha is de: joodse wet, gebaseerd op Thora en schriftelijke en mondelinge uitleg daarvan in Talmoed en Misjna) en een culturele reden voor is. Man en vrouw zijn in de joodse traditie gelijk, maar hebben aparte leefwerelden en verantwoordelijkheden.
Op het Cheider werken ruim vijftig leraren basis- en voortgezet onderwijs, vakleraren joods onderwijs en onderwijsondersteunend personeel. ‘Net als elders werken niet alle leraren bij ons fulltime,’ legt Van Kalderen uit. ‘Er zijn leraren die een paar uur tekenen per week geven, of bewegingsonderwijs. Mensen die in het basisonderwijs lesgeven, kennen niet altijd leraren uit het voortgezet onderwijs.’ Dus geen “ons kent ons”? ‘Het is een professionele cultuur, want het is een school. Maar tegelijkertijd is het een kleine gemeenschap,’ zegt Van Kalderen. Joodse vakken worden gegeven door joodse medewerkers, maar reguliere (op het Cheider spreekt men van profane) vakken worden ook gegeven door niet-joodse medewerkers. ‘Wij vragen niet wat iemand thuis doet.’ En als iemand bijvoorbeeld praktiserend homoseksueel is? ‘Ook niet, al weet ik dat wel van een enkeling.’
Bij het inrichten van de jaarplanning staat de reguliere (gregoriaanse) kalender en het joodse jaar centraal, in de joodse jaartelling is het nu 5779. ‘Wij gebruiken twee kalenders om tot één jaarplanning te komen: de profane en de joodse,’ zegt Van Kalderen. Een nieuwe maand begint op de joodse kalender op de dag van de nieuwe maan, een nieuw jaar begint meestal in september/oktober. ‘Wij rekenen met de maan én de zon. Anders zouden bij onze feesten, net als bij de islamitische telling, op een gegeven moment de lentefeesten midden in de winter kunnen vallen. Dan is het geen lentefeest meer!’, lacht hij.
En vallen de vakanties gelijk met reguliere scholen (foto Joost Bataille)? Van Kalderen legt uit: ‘We kijken hoe we de vakanties handig inrichten; soms zijn we open op momenten dat andere scholen dicht zijn. Je moet ook gewoon aan de onderwijstijd voldoen. We proberen dus rekening te houden met de belangen van leerlingen en leraren, zowel joods als profaan. Voor niet-joodse medewerkers is het wel fijn als sommige vakanties een beetje gelijk vallen. Daarom valt de wintervakantie bijvoorbeeld altijd op hetzelfde moment als op reguliere scholen. Tijdens de zomervakantie kiezen we de regio die het beste bij de jaarplanning past, dat mag van de inspectie.’
Hoe zit het met de beveiliging op Het Cheider? Van Kalderen vertelt: ‘We hebben onlangs een nieuw hek gekregen, omdat het oude kapot was. Het zou natuurlijk mooi zijn als wij, zoals andere scholen, een klein beukenhaagje zouden kunnen neerzetten: dat ziet er heel vriendelijk uit. Maar helaas is het nodig dat joodse objecten, waaronder joodse scholen, beveiligd worden. En ja’, vervolgt hij, ‘We zijn oplettend, maar: als je eenmaal binnen het hek bent, merkt eigenlijk niemand er meer wat van. Dan zijn we gewoon een school. En een veilige bovendien. Diefstal en dat soort zaken komen hier niet voor. Mensen hebben hier plezier met elkaar, of maken soms ruzie met elkaar, net als op andere scholen. Als mensen langskomen, zeggen ze weleens: “Hé, dit ziet eruit als een gewone school, met normale klaslokalen”. “Ja, natuurlijk”, zeg ik dan.’
Het Cheider is de afgelopen jaren een aantal keren in het nieuws geweest naar aanleiding van een misbruikzaak die in 2012 op de school speelde. Dit heeft in april en mei 2018 geleid tot een rechtszaak tegen de betreffende leraar. In de uitspraak van de rechtbank wordt gesproken van 'een gedeeltelijke veroordeling van de mannelijke verdachte voor seksueel misbruik van een leerling (ontucht). De man werd ook verdacht van het misbruiken van vijf andere leerlingen. Hiervan heeft de rechtbank hem vrijgesproken’. De betrokken partijen hebben beide beroep aangetekend tegen dit vonnis. De Inspectie van het Onderwijs heeft naar aanleiding van de zaak in 2012 in 2018 onderzocht of ‘de sociale veiligheid bij het Cheider door het bestuur in voldoende (wordt) mate geborgd’. Bij het verschijnen van dit artikel is de uitkomst van dit onderzoek nog niet bekend. Op 3 oktober 2018 kreeg het Cheider in het door ‘Scholen met Succes’ uitgevoerde ‘Leerlingpeiling Sociale Veiligheid’ wel het cijfer 9,6 voor sociale veiligheid; de school scoort hiermee ruim 10% boven het landelijk gemiddelde van 8,7.
Bij excursies wordt steeds afgewogen waar leerlingen naar toe gaan, en of dat veilig is. ‘Met name de jongetjes zijn met hun peies (pijpelokken, red.), tzitzit (de schouwdraden van hun gebedskleed of -sjaal, red.) en hun keppeltjes meestal goed herkenbaar. Beveiliging moet dan ook altijd mee. Bij het fietsexamen in Amsterdam-West bijvoorbeeld ( waar veel bewoners een migratie-achtergrond hebben, red.) wordt altijd extra beveiligd. Vorig jaar is bij een van de kinderen het keppeltje van het hoofd geslagen. Er zijn nu eenmaal plekken waar leerlingen meer risico lopen,’ aldus de directeur. ‘We kijken ook of iets interessant is en binnen het curriculum en de identiteit past. Er zijn dingen waar we niet naartoe gaan. We hebben bijvoorbeeld wel een jaarkaart voor Artis en we bezoeken Drievliet tijdens een schoolreis en we gaan naar het Rijksmuseum met de kinderen. Maar als er een fototentoonstelling is met allemaal ongeklede dames, slaan we dat liever over. Dat past niet bij de identiteit van de school.’
De jongens en meisjes hebben vanaf groep 4 apart les. Van Kalderen: ‘Inhoudelijk krijgen kinderen hetzelfde programma in de profane vakken, ook de meisjes krijgen techniekles. De Inspectie van het Onderwijs vindt dat geen probleem. Ze spreekt met ons over de kwaliteit van het onderwijs en onze groepsindelingen staan zo’n gesprek niet in de weg.’
Basisschoolleerlingen krijgen les op de begane grond, leerlingen op het voortgezet onderwijs op de eerste en tweede verdieping. Ze komen elkaar tegen in de gangen en op de schoolpleinen.
Alle leerlingen hebben tenminste twee uur joodse les per dag. ‘Dat is veel. Kinderen maken lange dagen,’ geeft Van Kalderen toe. Basisschoolleerlingen starten op het Cheider om 08:30 uur en zijn rond 16:00 uur klaar. Vanaf groep 5 hebben de jongens les tot 17:30 uur. Ook gaan de jongens vanaf dat schooljaar op zondagochtend naar school. In het voortgezet onderwijs beginnen de jongens om 07:30 uur en de meisjes om 08:30 uur, en voor beide is de uiterlijke eindtijd 17:30 uur (foto Joost Bataille).
Elke dag begint met het ochtendgebed. Daarna krijgen leerlingen joodse en profane les, dat laatste altijd vanuit een joods perspectief maar meestal aan de hand van reguliere methodes. Bij wereldoriëntatie wordt bijvoorbeeld plastic soep en de bijbehorende milieuproblematiek behandeld. ‘Ook voor ons een actueel thema,’ aldus Van Kalderen. ‘Volgens de joodse wet moeten we immers goed zorgen voor de wereld om ons heen, onze medemens en de natuur. De leraar bespreekt met leerlingen wat de joodse bronnen erover zeggen, en hoe leerlingen iets moeten zien vanuit joods perspectief. Dat levert soms verrassende en mooie gesprekken op’, zegt Van Kalderen. Onderwerpen worden niet geschuwd, ‘Wel wordt gekeken op welke manier wij stof aanbieden,’ vervolgt Van Kalderen. ‘Daar maken we heel bewuste keuzes in. Maar dat doet elke school.’
Zijn er nog extra gevoelige onderwerpen op het Cheider? Afgelopen schooljaar verscheen er bijvoorbeeld een onderzoek waaruit bleek dat leerlingen van een gereformeerde vo-school die aan een bètastudie begonnen een behoorlijke kennisachterstand ervoeren als het ging om de evolutietheorie. Sommige orthodoxe christenen verwerpen Darwin. Hoe zit dat bij deze joods-orthodoxe school waar de joodse jaartelling maar 5779 jaar teruggaat?
Van Kalderen reageert heel relaxed en zegt: ‘Zeker worden de evolutietheorie en Darwin uitgebreid behandeld in het vo, compleet met alle wetenschappelijke voors en tegens. Maar we betrekken ook de rabbijn erbij om de leerlingen te laten weten hoe wij als orthodoxe joden daar naar kijken. En we liggen er heus niet wakker van dat de wereld volgens wetenschappers ouder is dan zesduizend jaar, maar als er wordt gezegd dat het ontstaan van de wereld een kwestie van toeval is, hebben we daar wel moeite mee.’
Rabbijn H. Groenewoudt licht op de website van Het Cheider toe: ‘Biologie, natuur- en scheikunde kunnen bijna verheven worden (…) door het bewustzijn dat in die vakken in feite Gods Schepping wordt bestudeerd en daarmee dus ook Zijn Intelligentie, die oneindig is. (…) Op school gaan wij de discussies die de wetenschap telkens weer ontketenen niet uit de weg. Immers als de Thora de Waarheid is, dan moeten zij die de kennis van de Thora hebben dit soort discussies aan willen gaan. Dit vereist wel een speciale voorbereiding en toegespitste kennis, maar de winst is enorm. Onze leerlingen zijn niet onder de indruk van alle theorieën. Zij weten die op waarde te schatten en te plaatsen in het kader van hun joodse levensvisie.’ (21 januari 2016)
Ook de joodse geschiedenis komt aan bod, of een actualiteit die vervolgens vanuit joods perspectief wordt besproken. ‘Hedendaagse terreur bijvoorbeeld bespreken we met de kinderen, maar ook dat volgens de joodse wet iedereen veilig over straat moet kunnen. Eigenlijk kun je zeggen dat alle onderwerpen die de leraar met leerlingen bespreekt, worden bestudeerd, bevraagd en bediscussieerd. Het is een hele specifieke manier van de wereld bekijken en bevragen’, zegt Van Kalderen. Binnen het jodendom wordt veel “gelernt”, een leven lang leren is doel op zich voor alle joden, een ieder naar zijn of haar vermogen.’
‘Joodse les is dus meer dan “alleen even in de kring” ’, zegt Van Kalderen. Het lesmateriaal wordt meestal zelf gemaakt. Ook komen materialen uit Israël, bijvoorbeeld voor Hebreeuws.
Kinderen leren, als ze vier jaar zijn, het Hebreeuwse alfabet. In hogere klassen leren ze over de Thora (de eerste vijf boeken van het Oude Testament, red.) , de Sjabbat (de belangrijkste joodse rustdag op zaterdag), de joodse feesten en wetten en de achtergrond daarvan, de Misjna (mondelinge leer op de Thora, toelichting op de mitswot) en Talmoed (commentaren van rabbijnen op de Tenach), en de talen Ivriet, Aramees en Jiddisch.
In het vo verschilt de joodse les voor jongens en meisjes vooral op het gebied van de bronnen die worden aangeboden. Jongens lezen uit de Talmoed bijvoorbeeld, maar ook niet allemaal dezelfde teksten. Het programma voor vmbo en vwo verschilt, immers ook joodse vervolgopleidingen zijn er op verschillende niveaus en de voorbereiding kan dus per leerling verschillen. Meisjes lezen eerder teksten over joodse geschiedenis en bijvoorbeeld de spreuken der vaderen (Pirke Awot in het Hebreeuws) en ze gaan dieper in op de bronnen rond het kasjroet (joodse spijswetten).
Klassikaal onderwijs kan op het Cheider eigenlijk niet, alle groepen zijn gecombineerd. Ook is de school zeer inclusief. Ze is weliswaar aangesloten bij twee samenwerkingsverbanden passend onderwijs, maar ze probeert leerlingen zoveel mogelijk binnen de eigen school passend onderwijs te bieden. Het Cheider ontwikkelt zich momenteel tot Daltonschool in po.
De voertaal voor de school is Nederlands’, zegt Van Kalderen, ‘Maar de kinderen spreken thuis Jiddisch, Nederlands, Hebreeuws, Russisch, Frans, Duits of Engels. ‘Het komt voor dat er opeens een familie uit Israël voor de deur staat, die zegt: “Mijn kinderen komen naar school” Meertaligheid is hier normaal: alle kinderen kennen twee of meer talen. Daarom besteden wij heel veel aandacht aan woordenschat en leren lezen. Aan de ene kant is dat een rijkdom, en aan de andere kant moeten leerlingen toch ook het Nederlands leren beheersen als schooltaal. Daar wordt in geïnvesteerd met allerlei materialen. En sommigen, die bijvoorbeeld als thuistaal Frans hebben, hebben weer veel voordeel bij het vak Frans.’ (foto Joost Bataille)
‘De bronnen die wij bestuderen in de joodse les zijn vaak in het Hebreeuws of Aramees. Kinderen leren die talen dan ook beheersen. In het voortgezet onderwijs is het voor de meisjes (Modern Hebreeuws) en voor de jongens (Klassiek Hebreeuws) ook een vak. Ook in de bibliotheek is de meertaligheid alom tegenwoordig. Als leerlingen een boek willen lenen, hebben ze de keuze uit Nederlandse, Engelse of Hebreeuwse boeken.’ Toch is het aanbod ook wat minder breed dan op reguliere scholen. Van Kalderen: ‘Wij lezen de boeken eerst zelf, dan kijken we of een boek bij de schoolidentiteit past. Bepaalde onderwerpen hebben wij liever niet in de bibliotheek. Boeken met grof taalgebruik bijvoorbeeld. Harry Potter staat er wel maar niet alle delen vinden we even geschikt. Maar ook hier hebben we gewoon bibliotheekboeken. En ik zou er graag meer willen: het is altijd fijn als kinderen kunnen kiezen.’
Het Cheider is de afkorting van Stichting Joodse Kindergemeenschap Cheider. Het Cheider is verbonden aan Stichting (Maatschappelijke) Zorg Cheider, Stichting Arthur Cohen Cheiderfonds en Stichting Joodse Leerschool. Deze stichtingen doen dienst als samenwerkings- en adviesorganen, en zijn fondsen op het gebied van welzijnswerk.
Lees ook de artikelen over een islamitische, een reformatorische en een openbare basisschool die stagiaire Merina Daudeij schreef.
1 'De vragen van het Joodse volk'
2 Cheider
3 'Het Cheider is een lévend monument'
1 100 jaar onderwijsvrijheid: Stichting Joodse Kindergemeenschap Cheider
2 Fotodocumentaire 100 jaar onderwijsvrijheid
3 Artikel 23: schrappen, opfrissen of vieren?
4 Wat maakt De Horizon islamitisch?
5 Allemaal kleine kapiteintjes
6 Rehobothschool: Gij zult liefhebben den Heere uw God
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven