Daarmee zijn we helemaal terug bij het beroemde Colemanrapport van precies vijftig jaar geleden. Te midden van het tumult rond Amerikaanse burgerrechten in de jaren zestig, gaf de Amerikaanse overheid opdracht om na te gaan hoe het ervoor stond met ongelijke onderwijskansen. James Coleman en zijn collega’s kwamen op basis van heel veel data tot conclusies en gooiden een flinke knuppel in het toch al onrustige hoenderhok. Niet het onderwijs, maar allerlei andere factoren bleken de belangrijkste redenen waarom kinderen uit minderheidsgroepen tot minder goede prestaties kwamen dan kinderen van witte ouders uit de middenklasse. Bijvoorbeeld: armoede, of ouders werk hadden, bij welke andere leerlingen een kind in de klas zat.
Kinderen uit minderheidsgroepen deden het beter, als ze in een klas zaten waarin de meerderheid van de andere leerlingen uit wittemiddenklassemilieus kwam. Mede op basis van dit baanbrekende onderzoek werd het beruchte ‘busing’ ingevoerd. Hierbij verlieten kinderen elke dag – per bus – de eigen wijk om ergens anders naar school te gaan. Om zo een evenwichtiger spreiding van verschillende groepen leerlingen over scholen te krijgen.
Tien jaar later moest diezelfde Coleman concluderen dat busing niet werkte. Doordat wittemiddenklasseouders hun kinderen óók naar andere scholen stuurden, werd de segregatie nauwelijks kleiner.
Sindsdien is geprobeerd om via wijkvernieuwing en stedelijke ontwikkeling meer gemengde buurten te krijgen. In de hoop dat meer gemengde buurten leiden tot meer gemengde scholen. Die hoop is, ook in Nederland, maar voor een klein deel bewaarheid.
Ongelijke kansen? Politici wijzen direct naar het onderwijs
De kennis die we de afgelopen vijftig jaar hebben opgedaan, noopt vooral tot bescheidenheid en realiteitszin. De belangrijkste oorzaken voor ongelijke onderwijskansen liggen níet in het onderwijs zelf. Tegelijkertijd ligt de meest kansrijke aanpak om er iets aan te doen wél bij het onderwijs. Kinderen die het thuis en op straat het moeilijkst hebben, profiteren het meest van goed onderwijs. Juist deze kinderen hebben er baat bij dat ze de basisvaardigheden op een zo hoog mogelijk niveau leren beheersen. We zullen zien of deze genuanceerde lessen uit het verleden overleven in het politieke debat.
Prof. dr. Sietske Waslander is als hoogleraar Sociologie verbonden aan TIAS School for Business and Society. Binnen het GovernanceLAB verricht zij onderzoek naar sturing en governance in het onderwijs, en participeert ze in de longitudinale landelijke evaluatie van Passend onderwijs. Ze geeft onderwijs in verschillende TIAS opleidingen. Waslander is kroonlid van de Onderwijsraad.
Prof. dr. Sietske Waslander is als hoogleraar Sociologie verbonden aan TIAS School for Business and Society. Binnen het GovernanceLAB verricht zij onderzoek naar sturing en governance in het onderwijs, en participeert ze in de longitudinale landelijke evaluatie van Passend onderwijs. Ze geeft onderwijs in verschillende TIAS opleidingen. Waslander is kroonlid van de Onderwijsraad.
18-06-2018
12-06-2018
26-09-2016
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven