Digitale paradox

Tekst Sietske Waslander
Gepubliceerd op 20-02-2018
Beeld Menno Wittebrood
Sietske Waslander - ‘Anything that can be digitized, can be customized.’ Vrij vertaald: alles wat je kunt digitaliseren, kun je personaliseren. Sinds Joseph Pine dit adagium dertig jaar geleden introduceerde, is dit hét credo in de wereld van het massamaatwerk.

Massamaatwerk wil zeggen dat je maatwerk kunt realiseren op een manier die net zo efficiënt is als massaproductie. Als de krant bijvoorbeeld digitaal is, kun je met weinig extra kosten iemand een ‘krant op maat’ bezorgen met alleen artikelen over specifieke onderwerpen. Als muziek digitaal is, kun je zonder veel kosten alleen nummers van hetzelfde genre voor iemand draaien. Digitalisering kan op die manier hele bedrijfstakken overhoop halen. Commerciële aanbieders geven – op basis van koop-, zoek- en kijkgedrag – advies op maat. Netflix suggereert films en series. Boekensites laten je zien welke andere boeken anderen ook interessant vonden. En aanschaften. Enig eigenbelang is nooit ver weg. Het is een grote paradox. Producten en diensten worden verkocht en aangeprezen onder de noemer van maatwerk. Niet langer one size fits all, maar gepersonaliseerd. Zo ervaren we het ook en dat slaat goed aan in onze geïndividualiseerde samenleving. Maar wat doorgaat voor maatwerk, is louter gebaseerd op gestandaardiseerde algoritmen en gemiddelden van grote groepen mensen.

‘Maatwerk’ is niet wat het lijkt

In het onderwijs gebeurt iets vergelijkbaars. Als instructie- en oefenmateriaal digitaal is, kun je dat ‘op maat’ aan leerlingen aanbieden. Niet meer voor alle leerlingen hetzelfde, in hetzelfde tempo en dezelfde volgorde, maar gepersonaliseerd. Dat kan grote voordelen hebben. Leerlingen hoeven niet meer het tempo van de groep te volgen. Maar de paradox leidt ook tot risico’s. Wat gepersonaliseerd onderwijs lijkt, is in feite gebaseerd op de gestandaardiseerde algoritmen die in educatieve software zijn ingebouwd. Het is gebaseerd op gemiddelden en veelvoorkomende leerpaden. Daar is weinig echt persoonlijks aan. De leraren die ermee werken, zijn zelden degenen die de algoritmen ontwikkelen. Als het aan educatieve uitgevers ligt, kijken leraren vooral naar overzichten en grafieken die de software genereert om de voortgang van leerlingen te monitoren.

Het werk van leraren kan ingrijpend veranderen door digitalisering. Onderzoek in andere landen laat zien dat vooral overbelaste leraren digitalisering – na de nodige aanpassingsperikelen – als welkome verlichting van hun werk beschouwen. Daarbij varen ze tamelijk blind op de ingebouwde algoritmen in de software en wat die aan vervolgacties suggereren. Heel begrijpelijk. Maar als we niet uitkijken, leidt digitalisering tot uitholling van de professionaliteit van leraren. Leraren worden zo procesoperators: controleurs die op afstand blijven en achter een beeldscherm monitoren en bijsturen, zonder echt contact tussen leraar en leerling. Zo verdwijnt het persoonlijke uit gepersonaliseerd onderwijs.

Deze column verscheen in Didactief, maart 2018.

Een ogenblik geduld...

Sietske Waslander

Prof. dr. Sietske Waslander is als hoogleraar Sociologie verbonden aan TIAS School for Business and  Society. Binnen het GovernanceLAB verricht zij onderzoek naar sturing en governance in het onderwijs,  en participeert ze in de longitudinale landelijke evaluatie van Passend onderwijs. Ze geeft onderwijs in  verschillende TIAS opleidingen. Waslander is kroonlid van de Onderwijsraad.

Gerelateerde artikelen
Interview

Gepersonaliseerd onderwijs is de toekomst

16-11-2015
Gepersonaliseerd onderwijs is de toekomst, zegt de Australische onderwijsvernieuwer en schoolleider Greg Whitby.

Nieuws

‘Gepersonaliseerd leren’ is meer dan ict alleen

25-03-2016
De overheid grijpt de roep om gepersonaliseerd leren aan voor versnelde invoer van ict-gebruik in het onderwijs.

Nieuws

De leerling centraal: goed idee?

30-10-2015
Steeds vaker krijgen leerlingen de ruimte om te leren op hun eigen niveau en in hun eigen tempo.

Click here to revoke the Cookie consent