Vrijheid en ruimte, maar niet in mijn onderwijs

Tekst René Kneyber
Gepubliceerd op 15-10-2013
René Kneyber -  'Het gaat er om professionals de vrijheid en de ruimte te geven om met hun talenten zonder bureaucratische plichtplegingen en administratieve omwegen in te spelen op lokale mogelijkheden.' Ik vind dat een mooie uitspraak van een zekere politicus.

Het getuigt van politieke moed.

Even de context. Kort geleden was ik te gast in Amsterdam voor de Nacht van de Leerkracht om daar een half uur te vertellen over Het Alternatief: Weg met de afrekencultuur in het onderwijs! Ik heb het verhaal van Het Alternatief nog maar enkele keren verteld, het heeft dus nog niet helemaal zijn vaste vorm aangenomen, maar ik ben er al wel over uit dat het verhaal twee aspecten moet beslaan. Daarom vertelde ik eerst over de groeiende afrekencultuur en de gevolgen ervan. In het tweede deel schets ik het alternatief daarvoor.

Op die avond bleken het Alternatief en Amsterdam goed bij elkaar te passen. Dat komt door de KBA: de Kwaliteitsaanpak Basisscholen Amsterdam. Die KBA wordt wel de stille revolutie van Asscher genoemd. Buiten het zicht van Den Haag introduceerde toenmalig wethouder Asscher onder andere een vorm van gemeente-inspectie, een ranglijst op basis van Cito-scores en een checklist met 46 kwaliteitsindicatoren. Het kleine team van de KBA hanteert een simpele code die uit een computer rolt: groen voor goed, rood voor aanpakken. En het werkt! Het aantal zwakke scholen in Amsterdam is sterk verminderd.

Asscher is nu weg. De problemen die standaard meegeleverd worden met de afrekencultuur waren niet minder dan herkenbaar voor de aanwezige leerkrachten en schoolleiders. Zo is 40% van de stijging in scores het gevolg van teaching to the test. Merken peuter- en kleuterjuffen dat er steeds meer tijd in taal en rekenen gestopt moet worden. Een toename van segregatie. Een groeiend consumentisme bij, met name hoogopgeleide, ouders. En angst. Vooral veel angst op scholen voor dat rode kleurtje in een excel-sheet. Allemaal gevolgen van de zogenaamde revolutie van Asscher. Afrekenen: het is makkelijk scoren op de korte termijn, iemand anders mag de enorme teringzooi later opruimen.

Maar eerlijk: die KBA hebben de Amsterdamse scholen wél aan zichzelf te danken. De sfeer op scholen was nergens lamlendiger dan in de hoofdstad. Veel kinderen leerden te weinig, en scholen haalden er hun schouders over op. Onderwijsexpert Andy Hargreaves voorspelde precies wat er toen gebeurde: wie niet zelf aan kwaliteitsborging doet, zet de deur wagenwijd open voor degenen die je daarop gaan afrekenen. En dat is altijd effectief: op de korte termijn, voor ingeslapen teams, als er echt geen gesprek meer is over onderwijs. Dat soort teams.

Datzelfde verhaal zien we ook bij de Inspectie terug. Die mopperden onlangs dat hun aanpak prima werkt voor zwakke scholen. Die stevenen na een interventie van de Inspectie de 'voldoende'-scholen zelfs voorbij. Maar die 'voldoende'-scholen blijven altijd maar die akelige 'voldoende'. Het is de Inspectie een doorn in het oog. Nu willen ze nieuwe normen gaan ontwikkelen om vooruitgang te bepalen. Ze willen, zoals ik het lees, de richtingscoëfficient van kwaliteit gaan bepalen en die moet natuurlijk altijd positief zijn.

Het is lachwekkend tot iemand het daadwerkelijk gaat uitvoeren.

Dit kenden we allemaal ook al van het prachtige McKinsey-rapport how the world's most improved school systems keep getting better. Afrekenen, aanpakken, checklijstjes, het werkt allemaal om van zwak naar goed te komen. Nederland grossiert erin. Maar wie van goed naar excellent wil moet andere stappen gaan maken. De beroepsgroep verantwoordelijk maken voor kwaliteitsmaatstaven en kwaliteitsborging. Interactie tussen iedereen binnen het hele systeem aanmoedigen, want dat leidt tot echte kwaliteit. Jelmer Evers en ik noemen dat Het Alternatief.

De nieuwe wethouder van Onderwijs Pieter Hilhorst kwam pas later op de avond aan en werd door de verzamelde mensen meteen naar mij doorverwezen. Ik deed mijn verhaal kort uit de doeken. Het was toevallig zei hij, want hij had volgende week een verrassing voor me. Wat dan? Nou, dan was het geen verrassing meer.

Het was inderdaad zeer verrassend op de vroege maandagochtend. De gemeente Amsterdam komt binnenkort samen met Amsterdamse schoolbesturen met een nieuw bureau dat scholen gaat adviseren over 'hoe' te verbeteren. Beter: er komen 'experts', lees 'niet-leraren', die scholen niet-vrijblijvend gaan lastig vallen met het 'hoe'. Daarmee willen ze de scholen verder brengen dan een 'voldoende'. Het lijkt mij een Dijsselbloemesque nachtmerrie.

Wat ik nou wél verrassend vond was dat Het Alternatief op dezelfde dag verscheen als het nieuwe boek van de wethouder Sociaal-doe-het-zelven. In Trouw schreef hij daarover: 'Het gaat er om professionals de vrijheid en de ruimte te geven om met hun talenten zonder bureaucratische plichtplegingen en administratieve omwegen in te spelen op lokale mogelijkheden.' Het had zó uit Het Alternatief kunnen komen. Zeggenschap bij de beroepsgroep neerleggen, dat vereist politieke moed zongen Evers, Hilhorst en ik in koor op 4 oktober.

Ik begrijp nu dat Hilhorst daarmee vooral wilde zeggen dat andere wethouders en politici politieke moed moeten tonen. En dat we Pieter Hilhorst en zijn Amsterdamse onderwijs maar lekker in eeuwige cirkeltjes moeten laten rond draaien. Tot iedereen er misselijk van wordt.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent