Richten op wat niets opbrengt

Tekst René Kneyber
Gepubliceerd op 27-05-2013
René Kneyber - Op mijn middelbare school had ik les van meneer Zijlstra, een buitengewone man. Zo gaf hij bijvoorbeeld les alsof morgen niet bestond,

in die zin, hij gaf wel huiswerk op natuurlijk, maar het bestaan van een eindexamen Nederlands leek hij gemakshalve steeds te vergeten. De enige oefening was de les voor de vakantie voor het examen aan het einde van april, toen we vanuit een verstrooid gebaar een examentekst te zien kregen.
Zijn lessen in havo-4 en havo-5 kenmerkten zich dan ook doordat ze ons op geen enkele manier voorbereidden op het centraal examen. In plaats daarvan gaf hij ons onderricht in literatuur. Van klassieke middeleeuwse werken tot de hedendaagse auteurs. Dat was zijn grote liefde en hij leerde ons dat ook zo te voelen. Nu ben ik nooit een fan geworden van Nederlandse hedendaagse literatuur, maar wat ik fantastisch vond waren de oude middeleeuwse vertellingen als Mariken van Nimwegen en de wat recentere klassieke werken als Camera Obscura en de boeken van Louis Couperus.
Het was deze man die in mij een schrijver zag. In havo-5 moesten we een verhalend opstel schrijven. Ik weet het nog half: dat ik op een fiets zat en de muziek in de verte al hoorde. Wat ik er van maakte was een macaber verhaal. De duivel op zijn viool, een vuurspuwende hellehond en de dood. Hij vond het prachtig, misschien moest ik maar eens gaan schrijven. En dat heb ik toen gedaan. Dat doe ik nog steeds.
Mijn eerste manuscript (bijna een jaar later, ik zat toen inmiddels in vwo-5) met de veelzeggende titel: 'de liederen van de eenzaamheid' vond hij niet zo'n succes. Na de eerste bladzijde was hij gestopt met taal- en spellingscorrecties te maken. En de plot zat zo vol clichés dat hij vroeg of het wellicht een grap was, met al die platgetreden paden.
Minder streng was hij in de les. Er uit gestuurd raken was nog een hele opdracht. De les opstarten duurde vaak wel tien minuten, als we er zin in hadden, in een noodlottige serie lessen in de vijfde klas duurde het zelfs drie lessen voordat we aan de slag gingen. Toen werd er uit eindelijk iemand uitgestuurd.
In vwo-5 en -6 kreeg ik les van een Nederlands docent van een heel ander kaliber, Steenbergen, zo'n man met de bovenste knopen open en dan borsthaar. Prima leraar dat wel. Hij heeft nooit iets in mij ontdekt -ik vond mezelf al een schrijver vandaar- maar hij leerde mij, ons, om zakelijke opstellen te schrijven en te redeneren. Wat mij betreft was hij ook de uitvinder van teaching to the test. Hij leerde ons samenvattingen maken en teksten deconstrueren om examenvragen te kunnen beantwoorden, heel veel lessen achter elkaar welteverstaan.
Bij Steenbergen voelde ik mij een stuk zekerder over het doen van examen. Hij had het van iedere mythe ontdaan. Dat ervoeren mijn klasgenoten ook zo. Soms complimenteerden zij hem vanwege de uitstekende voorbereiding die we kregen vergeleken met de leerlingen van Zijlstra. Maar Steenbergen was de eerste om dat te bagatelliseren. Hij scoorde elk jaar maar 0,2 punten hoger op het examen.
Bijna twintig jaar later heeft niemand van mijn oude klasgenoten het nog over Steenbergen en zijn 0,2 punten hoger. Nee, ze hebben het over Zijlstra die bij hen al op jonge leeftijd de liefde voor de literatuur had aangewakkerd. Mijn vier boeken waren er niet geweest zonder die ene aanmoedigende zin onder aan mijn opstel.
Ik ben bang dat Zijlstra in het hedendaagse geweld van opbrengstgericht werken, ranglijstjes in de krant en Ipad-scholen allang gesneuveld zou zijn in de frontlinies van de strijd. Het laatste wat hij deed was aansluiten bij mijn belevingswereld of denken in termen van opbrengst met behulp van in de klas verzamelde data. Hij onderbrak mijn leven als het ware met iets wat ik niet kende en niet zou kennen zonder de inmenging van school. Dat vormde mijn persoon onmiskenbaar tot wat ik nu ben.
Hij nam een prachtig risico.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent