Zo gebruik je multimedia goed

Tekst Paul Kirschner
Gepubliceerd op 17-03-2022
In een recente meta-meta-analyse (misschien wel de krachtigste vorm van onderzoek) staat op een rij wat wel en niet werkt in een multimedia-les. En ja, deze tips gelden ook voor een ‘simpele’ powerpointpresentatie.

Er bestaat een hiërarchie in wetenschappelijk bewijs. Onderaan staat bewijs op basis van casuïstiek, researchbrieven en opinieartikelen. Bovenaan staat bewijs uit gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek, systematische overzichtsartikelen en meta-reviews/analyses. Recent kwam ik een artikel tegen dat misschien zelfs nog hoger zou kunnen staan op deze ladder. Michael Noetel en zeven collega’s voerden een meta-meta-analyse uit om na te gaan of bepaalde multimedia ontwerpprincipes zich echt staande hielden.

In hun artikel Multimedia design for learning: An overview of reviews with meta-meta-analysis probeerden Noetel en zijn collega’s te bepalen hoe multimedia het beste kan worden ontworpen en bekeken ze hoe goed de Cognitieve Belasting Theorie (CBT, of Cognitive Load Theory (CLT); John Sweller e.a.) en de Cognitieve Theorie van Multimediaal Leren (CTML; Richard Mayer e.a.) standhielden. Ze hebben een analyse gedaan van data uit 29 reeds gepubliceerde systematische reviews bestaande uit 1.189 onderzoeken en 78.177 deelnemers, die de effecten van CBT en CTML op leren bestudeerden.

Bij multimedia, zoals de term al zegt, gebruik je verschillende media die woord (tekst, spraak) en beeld (stilstaand, bewegend) combineren. Met een PowerPoint geef je dus ook al een multimediales! Omdat zo’n les vaak veel informatie bevat die tegelijkertijd verwerkt moet worden, is het belangrijk om te zorgen dat die multimedia de leerlingen niet cognitief overbelast.

Die cognitieve belasting bij multimedia is waar de CTML-theorie op is gericht. Er zijn op dit moment twaalf CTML-effecten gedefinieerd die het leren beïnvloeden, zoals overbodige afleidende informatie (coherentie-effect), signaleren van wat belangrijk is (signaleringseffect) en informatie aanbieden in twee verschillende vormen (denk aan het voorlezen van je PowerPoint; redundantie-effect).

Noetel c.s. vonden stevig bewijs voor veel van de ontwerpprincipes voor multimedia. Ook blijkt uit hun analyse dat leerlingen informatie effectiever verwerken en onthouden wanneer ze deze via beeld én geluid krijgen aangeboden, zolang het risico op cognitieve overbelasting minimaal is. Dit hebben zij vertaald in aanwijzingen voor leraren om het leerproces van leerlingen te verbeteren:

  • Gebruik alleen ter zake doende (en niet gewoon ‘leuke’!) afbeeldingen om je verhaal te ondersteunen, zodat leerlingen hun ogen en oren optimaal kunnen gebruiken en niet afgeleid worden.

  • Zijn er geen nuttige afbeeldingen voorhanden, gebruik dan enkel steekwoorden (en niet hele zinnen of lappen tekst) op een visuele wijze, bijvoorbeeld op dia’s.

  • Presenteer woorden en afbeeldingen zo dicht mogelijk bij elkaar in tijd en ruimte, zodat leerlingen hun werkgeheugen niet hoeven te gebruiken om die met elkaar te verbinden. Herhaal bijvoorbeeld een eerder gepresenteerde dia waar nodig in je presentatie (in plaats van te zeggen: ‘Zoals jullie je herinneren, de citroenzuurcyclus…’).

  • Help leerlingen te zien wat belangrijk is door daarop met signalen nadruk te leggen: een aanwijsstokje/laserpen of met pijlen en/of markeringen, zodat je de leerlingen daarop attendeert.

  • Vermijd woorden of afbeeldingen die niet direct relevant zijn voor wat leerlingen moeten leren, zodat ze geen mentale inspanning verspillen aan irrelevante inhoud.

  • Maak geen kerstboom van jouw dia’s. Denk goed na over overgangen, eenheid in kleuren en lettertype, en kies een opvallende maar rustige contrastkleur om belangrijke zaken te signaleren.

  • Gebruik animaties en andere bewegende beelden waar ze nuttig zijn voor het leren. Vier aparte illustraties van de viertaktmotor werken beter dan een video, maar een animatie van een beweging van de kleppen werkt beter dan een reeks stilstaande beelden.

  • Gebruik eenvoudige, persoonlijke taal om jouw leerlingen te helpen de nieuwe informatie te verbinden met wat ze al weten.

  • Splits de les op in zinvolle brokjes in plaats van een lange, ononderbroken presentatie. Leerlingen moeten rustpunten hebben om ze de kans te gunnen om hun leren te ‘consolideren’.

  • Gebruik een persoon/personage op het scherm alleen als deze helpt de aandacht te vestigen op wat belangrijk is (en bedenk zelfs dan of een eenvoudiger signaal niet minder afleidend zou zijn).

Multimedia werkt, maar alleen als je het goed gebruikt.

 

Paul A. Kirschner is emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit en gasthoogleraar aan de Thomas More Hogeschool (België). 

 

Bron:

Noetel, M., Griffith, S., Delaney, O., Harris, N. R., Sanders, T., Parker, P., del Pozo Cruz, B., & Lonsdale, C. (2021). Multimedia design for learning: An overview of reviews with meta-meta-analysis. Review of Educational Research.

Verder lezen

1 Zo was CLT ooit bedoeld

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent