Al 125 jaar bestuderen wij hoe wij – mensen dus – leren en hoe ons geheugen functioneert. Dat leverde veel 'leerstrategieën' op. Een paar zijn – terecht of onterecht – gebleven, velen zijn een zachte of harde dood gestorven. En er zijn ook leerstrategieën die, al zijn ze vele jaren geleden op basis van onderzoek fout bevonden, toch overal in gebruik zijn. Een voorbeeld hiervan is het memoriseren van iets. Wij hebben allemaal in onze schoolloopbaan een gedicht moeten memoriseren. Ik heb in de VS bijvoorbeeld een monoloog van Macbeth, het nonsensgedicht 'Jabberwocky' uit Alice in Wonderland alsmede de opening van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring moeten memoriseren en ik kan ze voor het grootste deel nog steeds ophoesten. Dat werkte dus wel. Maar we kregen ook te horen dat door het memoriseren ons geheugen beter werd (tegenwoordig heet dit geheugentraining), waardoor we ook andere dingen beter zouden onthouden. Alsof onze hersenen spieren zijn die zo getraind konden worden. En dat klopt dus helemaal niet, zo bewees William James – een van de grondleggers van de onderwijspsychologie – al in 1890. E. L. Thorndike repliceerde zijn onderzoek in 1901 (ja, toen was replicatie normaal) en kwam tot dezelfde conclusie. Maar mooi dat sindsdien nog hele volksstammen teksten uit het hoofd hebben moeten leren en dat misschien nog steeds wel moeten.
Wat werkt dan wel? Dat antwoord vinden we in twee recente artikelen uit de gerenommeerde vakbladen Journal of Applied Research in Memory and Cognition en Psychological Science in the Public Interest. Hierin worden tien strategieën die redelijk goedkoop (in tijd en geld) zijn en bruikbaar in verschillende situaties, onder de loep genomen: jezelf bevragen over de stof, zelf uitleg geven over de stof, samenvatten, markeren (highlighten of onderstrepen), ezelsbruggetjes, verbeelden, herlezen, oefentoetsen, gedistribueerd oefenen en overlappend oefenen.
Van deze tien bleken er vijf (redelijk) effectief en vijf eigenlijk niet. De beste strategie was gedistribueerd oefenen, waarbij het bestuderen verspreid wordt over de tijd in plaats van blokken voor een tentamen. Het is zelfs zo dat langere perioden (zoals een of meer dagen) tussen het oefenen beter zijn dan kortere. Die tussenperiodes zouden het geheugenspoor versterken. Als slechtste uit de bus kwamen – houd je vast – highlighten en herlezen. In het aprilnummer van Didactief vertel ik uitgebreid over de vijf toppers en vijf floppers in leerstrategieën.
Herlezen net zo´n mythe als memoriseren! Een les die we van mij best uit ons hoofd mogen leren is deze: Goed onderzoek naar hoe men leert, kan veel bijdragen aan het verbeteren van het onderwijs, van groep 1 tot en met de masteropleiding.
Ach, wat kan wetenschap toch leuk zijn!
Volg Paul ook op Twitter @P_A_Kirschner
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven