Leerwinst bij kleuters

Tekst Paul A. Kirschner
Gepubliceerd op 23-06-2022
Hoe zorg je er bij jonge kinderen voor dat zij informatie beter onthouden? In een iets aangepaste vorm blijkt oefentoetsing ook bij kleuters zeer geschikt.

De fijnste leerstrategieën zijn natuurlijk zeer effectief en daarnaast makkelijk in te zetten. Een daarvan, waar ik vaker over heb geschreven (zie onder meer Toetsen als leerstrategie, Didactief, juni 2018), is oefentoetsing. In een notendop: oefentoetsing ‘dwingt’ leerlingen om wat zij eerder hebben geleerd op te halen uit hun geheugen. Doordat ze zich de informatie actief herinneren – terughalen uit hun geheugen – kunnen ze die beter en langer onthouden. Er is ontzettend veel onderzoek naar gedaan en daaruit weten we dat oefentoetsing een van de effectiefste leerstrategieën is die we kennen. Zo’n strategie noemen we ook wel evidence-informed.

Experiment met pluchen
varkens maakt duidelijk
wat bij kleuters werkt

Tegenstanders van onderzoek naar en gebruik van evidence-informed strategieën zeggen vaak zoiets als: ‘Natuurlijk werkt het in een gecontroleerde laboratoriumsetting, maar we hebben het over dingen die leraren en leerlingen op scholen moeten kunnen gebruiken.’ Voilà, in een overzichtsartikel zetten Agarwal, Nunes en Blunt (systematische review, 2021) onderzoek hiernaar op een rij: na het screenen van meer dan tweeduizend artikelen analyseerden ze vijftig experimenten op basis van wat daarin ontdekt werd over oefentoetsing in gewone lessen. Dit alles om een duidelijker beeld te krijgen van de voordelen van oefentoetsing in een echte onderwijsomgeving. In technische termen: de review leverde 49 effectgroottes op onder 5.374 leerlingen, 92% daarvan betrof een significant effect en 57% daarvan zelfs een middelgroot of groot effect. Met andere woorden, oefentoetsing werkt, ook in de klas. Maar dat wisten we al!
Een ander veelgehoord argument is: ‘Oefentoetsing mag dan misschien werken bij oudere leerlingen of studenten, maar we hebben het ook over jonge kinderen.’ Fritz, Morris, Nolan en Singleton (2007) deden een onderzoek naar oefentoetsing bij kleuters. Daarbij kozen ze voor een zeer verfijnde aanpak: hun onderzoek onder jonge kinderen ging niet louter over oefentoetsing, maar over wat zij ‘uitbreidende oefentoetsing’ (expanding retrieval practice) noemden, namelijk een combinatie van oefentoetsing en gespreid oefenen. Dit houdt in dat een leerling een aantal keren informatie uit het geheugen probeert op te halen: eerst net nadat de informatie is gepresenteerd en daarna met geleidelijk steeds meer tijd ertussen.

Volgens de onderzoekers is deze aanpak zeer geschikt voor jonge kinderen.
Zij probeerden uitbreidende oefentoetsing uit in twee onderzoeken. In het eerste leerden drie groepen kleuters (2,5 tot 5 jaar) de namen van zes pluchen speelgoedvarkens. De ene groep deed dit via uitbreidende oefentoetsing (aanbieden van pluchen varkens en vragen aan het kind hoe ze heten), de andere groep via beloning (stickertje als ze de naam goed hadden) en de controlegroep kreeg eenmalig de varkens met namen te zien, zonder de vraag hoe de varkens ook alweer heetten. Wat bleek? Beloning werkte niet beter dan de aanpak in de controlegroep, maar oefentoetsing verdubbelde de te onthouden informatie.
Bij een tweede onderzoek werden de kleuters ook weer in drie groepen verdeeld. De ene groep kreeg een ‘geblokte’ aanpak (varkens met namen een aantal keren presenteren en erover praten met het kind), de tweede groep uitbreidende oefentoetsing en de derde groep uitbreidende herpresentatie (waarbij kleuters de varkens en namen herhaaldelijk met tussenpozen kregen aangeboden). Herpresentatie werkte beter dan de geblokte aanpak, maar uitbreidende oefentoetsing werkte het beste en leidde tot beter onthouden dan de andere twee aanpakken. De onderzoekers concludeerden dat het succes van uitbreidende oefentoetsing ligt in de combinatie van gespreid oefenen en oefentoetsing.
Conclusies: oefentoetsing werkt óók in de klas, en uitbreidende oefentoetsing is een effectieve manier om zelfs zeer jonge kinderen beter te laten leren. Zo zullen we dat varkentje wassen!
 

 

Paul A. Kirschner is emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit en gasthoogleraar aan de Thomas More Hogeschool (België).

 

Bronnen:

Adesope, O. O., Trevisan, D. A. & Sundararajan, N. (2017). Rethinking the use of tests: A meta-analysis of practice testing. Review of Educational Research. 87, 659–701.

Dunlosky, J., Rawson, K. A., Marsh, E. J., Nathan, M. J., & Willingham, D.T. (2013). Improving students’ learning with effective learning techniques: Promising directions from cognitive and educational psychology. Psychological Science in the Public Interest, 14, 4-58.

Agarwal, P. K., Nunes, L. D., & Blunt, J. R. (2021). Retrieval practice consistently benefits student learning: A systematic review of applied research in schools and classrooms. Educational Psychology Review.

Fritz, C. O., Morris, P. E., Nolan, D., & Singleton, J. (2007). Expanding retrieval practice: an effective aid to preschool children's learning. Quarterly journal of experimental psychology (2006), 60(7), 991–1004. Lees ook dit artikel over hun onderzoek.

 

Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2022.

Verder lezen

1 Toetsen als leerstrategie
2 Tips voor gespreid leren

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent