Huiswerk: Ja, nee, waarom en hoe?

Tekst Paul Kirschner
Gepubliceerd op 22-01-2016
Paul Kirschner - Iets 'gewoons' als huiswerk roept altijd vragen op. Heeft het nut en hoeveel moet je als docent opgeven? Makkelijke vragen, maar om met Johan Cruijff te spreken: 'Antwoord geven is simpel, maar het moeilijkste wat er is, is een simpel antwoord geven.'

Wat is het doel van huiswerk geven? Meest voorkomend doel is oefenen en herhalen wat geleerd is in de klas. Daarnaast kan huiswerk leerlingen voorbereiden op wat komen gaat in de volgende les(sen). Een derde doel heet extensie, waarbij leerlingen het geleerde toepassen en gebruiken in nieuwe situaties (transfer). Het laatste doel is om vaardigheden en concepten te integreren, vooral via grotere opdrachten als werkstukken en projecten.

Volgens onderzoek van Pedro Rosario en collega's heeft vooral extensie-huiswerk, anders dan oefen- en voorbereidingshuiswerk, een positief effect op leerprestaties. Let wel, het gaat hier om een vergelijking tussen deze drie doelen en niet met géén huiswerk. Zij en anderen concluderen dat 'ongeacht het doel het altijd beter is voor leerlingen om meer huiswerk te doen dan minder of helemaal geen huiswerk'.

Leerlingen kunnen hun huiswerk keurig maken, vraag is wat leraren daarmee doen buiten controleren of het gemaakt is. Follow-up is heel belangrijk: huiswerk nakijken, gerichte terugkoppeling en/of een cijfer geven, 'toetsjes' aanbieden en het huiswerk gebruiken als uitgangspunt voor verdere discussies in de klas. Conclusie uit vele onderzoeken is dat het becommentariëren van of zelfs een cijfer toekennen aan huiswerk een redelijk tot groot effect heeft op leerlingprestaties. Verder vonden José Carlos Núñez en zijn collega's dat feedback van de leraar een positieve invloed heeft op de hoeveelheid huiswerk die leerlingen maken, wat ook weer een positieve uitwerking heeft op hun prestaties.

Huiswerk opgeven heeft dus zin. Maar hoeveel precies? Ulrich Trautwein en zijn collega's hebben in diverse onderzoeken laten zien dat de frequentie van huiswerk geven een positief effect heeft op de leerlingprestaties, terwijl de duur geen of zelfs licht negatieve effecten heeft. Met andere woorden: het is beter vaak en niet te veel huiswerk te geven dan minder vaak heel veel. Dit lijkt veel op een beproefde wijze van studeren die 'verdeelde oefening' heet. Zo werkt studeren in vier sessies van vijftien minuten veel beter dan hetzelfde studeren in een sessie van een uur.

Ook leeftijd (vaak uitgedrukt in het leerjaar waarin de leerling zich bevindt) heeft effect op huiswerk. De relatie tussen de hoeveelheid huiswerk en prestaties lijkt bijvoorbeeld positief bij leerlingen in de hoogste klassen van het vo, maar is stukken minder in de onderbouw van het vo en soms zelfs negatief in het basisonderwijs. De reden hiervoor zou kunnen liggen in het soms beperkte vermogen van jongere kinderen om lang aandachtig te werken. Verder blijken betere leerlingen meer te profiteren van huiswerk dan gemiddelde en langzame leeftijdgenoten. Maar langzame leerlingen die tien uur per week huiswerk maakten, behaalden even goede cijfers als de betere leeftijdgenoten die geen huiswerk deden Mogelijk levert de bekende Amerikaanse vuistregel van '10-minuten-per-leerjaar' hier het bewijs voor: per leerjaar tien minuten meer huiswerk geven, beginnend van tien minuten in groep 3, twintig in groep 4 tot honderdtwintig minuten in 6vwo.

Huiswerk is dagelijkse kost die veel tijd en energie vergt van leerlingen die de opdrachten moeten uitvoeren, van docenten die het huiswerk moeten verzinnen en vaak ook van ouders die hun kind moeten stimuleren het te doen. Gegeven die investeringen is het belangrijk dat docenten het huiswerk zorgvuldig ontwerpen en er daarna een follow-up aan geven, zodat leerlingen er optimaal van profiteren. Alleen dan heeft huiswerk nut. Om nogmaals het orakel Cruijff te citeren: 'Soms moet er iets gebeuren voordat er iets gebeurt.'

Een ogenblik geduld...

Paul Kirschner

Paul A. Kirschner is emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit en gasthoogleraar aan de Thomas More Hogeschool (België).

Click here to revoke the Cookie consent