Doe-het-zelfbijscholing

Tekst Paul Kirschner
Gepubliceerd op 27-01-2021
De beste manier van professionaliseren is zelf een studiegroep met leraren oprichten. Een recent literatuuronderzoek laat zien hoe je dat effectief aanpakt.

Als ik een lezing geef aan leraren of bestuurders over Op de schouders van reuzen, wordt me vaak gevraagd hoe zij de kennis en tips uit het boek het beste kunnen implementeren. Vaak gevolgd door de vraag of ik daar een cursus over zou kunnen geven. Mijn antwoord is steevast: de beste aanpak is zelf een studiegroep vormen en deze om de twee weken een uurtje bij elkaar laten komen. Laat telkens een andere leraar een presentatie van tien minuten voorbereiden over één hoofdstuk. De andere groepsleden lezen het hoofdstuk ook en nemen het aanvullende lees- of kijkmateriaal door. In de bijeenkomsten geeft de ‘hoofdlezer’ de presentatie, gevolgd door een kwartier discussie. Daarna kunnen de deelnemers bespreken hoe zij de kennis kunnen toepassen in bijvoorbeeld de school, sectie, onder- of bovenbouw. Aan het einde van het schooljaar zijn alle hoofdstukken besproken en ligt er – als de deelnemers aantekeningen maken – ook een invoeringsplan klaar.

Een recent artikel in Review of Educational Research over teacher study groups (Firestone, Cruz en Rodl, 2020) bevestigde mijn suggestie gelukkig. De auteurs voerden een zogenoemde integratieve literatuursynthese uit en bespreken eerst drie veelgebruikte aanpakken voor de professionele ontwikkeling van leraren. In de eerste, een professionele leergemeenschap, komen leraren al dan niet regelmatig bij elkaar om per bijeenkomst een vaak zelfgekozen onderwerp te behandelen. De deelnemers zoeken zelf informatie op en bespreken die met elkaar, waarna zij weer een ander onderwerp kiezen voor de volgende keer. In de tweede, de Japanse studiegroep (ook bekend als Lesson Study), doorlopen leraren een cyclus: ze plannen een les, observeren een groepslid tijdens het lesgeven, verzamelen gegevens tijdens de observatie en analyseren deze gezamenlijk. Beide aanpakken zijn volgens de onderzoekers om verschillende redenen niet echt effectief.
De derde, de ‘leraarstudiegroep’ (LSG, teacher study group), werkt volgens de onderzoekers wél. Een LSG bestaat uit collega’s die regelmatig bijeenkomen en zich bijvoorbeeld richten op de vraag hoe specifieke aspecten van hun instructie het leren beïnvloeden. Zo’n LSG heeft een vastgestelde inhoudelijke reikwijdte en volgorde en is gebaseerd op empirisch onderzoek. Anders dan bij de andere twee aanpakken concentreren de deelnemers in een LSG zich op één onderwerp of thematische reeks. Denk aan taaldidactiek, reken-/wiskundeonderwijs of – in dit geval – evidence-informed instructie. Bovendien biedt een LSG nieuwe inhouden en deskundige input om de collectieve kennis van het team te vergroten (met bijvoorbeeld een boek, zoals Op de schouders van reuzen).
 

In één schooljaar vergroot je de collectieve kennis


Wat maakt deze aanpak zo succesvol? Volgens Firestone en collega’s is dat het onderliggende conceptuele raamwerk voor effectieve professionele ontwikkeling, dat Desimone (2009, 2015) al eerder als werkzaam aantoonde. De vijf componenten daarvan zijn: (1) inhoudelijke focus (activiteiten gericht op specifieke inhouden en de effecten op leren), (2) actief leren (voorbereiden, presenteren, discussiëren, feedback), (3) samenhang (activiteiten afgestemd op kennis en attitudes tegenover de onderwijspraktijk), (4) langere duur (minstens twintig contacturen), en (5) collectieve participatie (leraren van hetzelfde vak, hetzelfde niveau of dezelfde school bouwen een interactieve, duurzame leergemeenschap op).

Deze vijf factoren beïnvloeden het leren (van leraar en leerling) en het lesgeven: (a) leraren ervaren effectieve professionele ontwikkeling, (b) deze ontwikkeling vergroot hun kennis en vaardigheden, en beïnvloedt hun houding en opvattingen, (c) ze gebruiken de nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes om hun instructie en pedagogisch-didactische benadering te verbeteren, en (d) door de verbeterde instructie presteren leerlingen ook beter. Wat wil je nog meer? Met de gratis download kun je 2021 goed beginnen, zie opdeschoudersvanreuzen.nl.


Paul A. Kirschner is emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit en gasthoogleraar aan de Thomas More Hogeschool (België).

 

Bronnen

  • Desimone, L. M. (2009). Improving impact studies of teachers’ professional development: Toward better conceptualizations and measures. Educational Researcher, 38(3), 181–199. https://doi.org/10.3102/0013189x08331140

  • Desimone, L. M., & Garet, M. S. (2015). Best practices in teachers’ professional development in the United States. Psychology, Society, & Education, 7(3), 252–163. https://doi.org/10.25115/psye.v7i3.51

  • Firestone, A. R., Cruz, R. A., & Rodl, J. E. (2020). Teacher study groups: An integrative literature synthesis. Review of Educational Research, 90(5), 675–709. https://doi.org/10.3102/0034654320938128



Dit artikel verscheen in Didactief, januari/februari 2021.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent