Tess steekt maar meteen van wal: ‘Wij hadden eerst twee vissen, maar toen ging er eentje dood. En nou heeft die andere geen ogen meer. Zijn ogen zijn weg!’ Het lijkt Tess gelukkig niet te deren, ze neemt rustig nog een hapje van haar boterham. Ook Victor heeft een dodedierenervaring. ‘Mijn oma heeft kippen en die waren een keertje in de vijver gesprongen!’ begint hij. Over die kippen hebben we al vaker verhalen gehoord; vorig jaar waren ze al een winkel in gelopen. ‘En toen waren ze gezonken en heeft oma ze met een hark uit het water gehaald. Toen waren ze dood.’
Bingo, daar is het startsein voor dodedierenverhalen
Emmy, mijn stagiair, en ik kunnen nog net ons lachen inhouden. Nog zo’n heerlijk verhaal voor tijdens de lunch… ‘Ja, kippen kunnen niet ademhalen onder water, het zijn geen vissen,’ zeg ik bloedserieus. ‘Onder water verdrinken ze.’ De klas eet onverstoorbaar verder, terwijl Victor zijn verhaal afrondt: ‘En toen had mijn oma nog maar twee kippen.’
Hoe brei ik hier een positief einde aan? ‘En, heeft je oma nieuwe kippen gekocht?’ probeer ik. ‘Ja, eentje,’ zucht Victor, ‘maar die moet heel lang in het hok van de hond zitten. Want hij kan heel hoog vliegen, zo de boom in!’ Femke en Mats zetten grote ogen op. Het wordt steeds gekker. ‘Nou, dan begrijp ik wel waarom hij in dat hok moet zitten. Zullen we nu maar weer snel verder lezen?’ De klas knikt. Hè, hè, het onderwerp is deze keer gelukkig zonder tranen afgesloten.
Eline is leraar in groep 1/2 op een basisschool in de Randstad. Lees hier meer columns van juf Eline.
Deze column is verschenen in Didactief, mei 2018.
05-10-2017
05-12-2017
03-11-2017
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven