Ondeugdelijke leraren?

Tekst Jo Kloprogge
Gepubliceerd op 12-06-2012
Jo Kloprogge - In het onderwijsverslag van de Inspectie over 2011 is een merkwaardig hoofdstuk over de leraren opgenomen. De inspectie stelt hier met chirurgische precisie vast hoeveel leraren wel en hoeveel niet beschikken over voldoende basisvaardigheden. 

In het basisonderwijs ontbreken deze basisvaardigheden volgens de inspectie bij 14%, in het vmbo bij 25%, in het havo bij 28%, en in het mbo bij 21% van de leraren. Een stevig percentage van de leerkrachten en een flink deel van de beroepsgroep wordt hier dus als ondeugdelijk weggezet. We mogen hier wel een paar vragen bij stellen, bijvoorbeeld of de uitspraken van de inspectie voldoende onderbouwd zijn en welke conclusies we er aan kunnen verbinden.

Wat betreft de onderbouwing geeft de inspectie een helder, maar ook onthutsend antwoord. De conclusies zijn gebaseerd op observatie van één les van een leraar. De inspectie geeft aan dat zelf ook wat weinig te vinden als basis voor een beoordeling, maar omdat er veel  lessen zo zijn geobserveerd, moet het gemiddelde kloppen, zo  is de redenering. Dat betekent ongeveer dat  als je iets onzorgvuldig meet, maar het maar vaak genoeg doet, je uitkomsten toch wel ongeveer zullen kloppen. Dat is natuurlijk onzin. Volgens recent onderzoek kun je pas betrouwbare uitspraken doen over iemands doceerprestaties als minstens zes geobserveerde lessen zijn beoordeeld, elk door vijf beoordelaars  De inspectie gaat bij haar verregaande uitspraken dus wel over een heel kort nachtje ijs. Ook de vraag of de inspectie de basisvaardigheden goed heeft gedefinieerd, verdient aandacht. Zij kijkt naar duidelijke uitleg, taakgerichte werksfeer en het actief betrekken van leerlingen. Dat zijn interessante punten, maar wat mij betreft alleen als de leerkracht voldoende inhoudelijke vakkennis heeft. Maar of die aanwezig is, daar heeft de inspectie niet op gelet. Een belangrijke vraag is verder wat we voor conclusies aan de uitspaken van de inspectie kunnen verbinden, als ze geheel of deels waar zouden zijn. Moeten we de noodklok luiden omdat niet minder dan 14% van de leerkrachten in het basisonderwijs ondeugdelijk is of moeten we daarentegen de vlag uithangen omdat het ‘maar’ 14% is. Dat kun je alleen beoordelen als je vergelijkingscijfers heb. Ik heb die niet kunnen vinden. Ongetwijfeld is ook onder politieagenten, rijksambtenaren, wetenschappers, loodgieters en zeker onderwijsinspecteurs een percentage waarbij het aan basisvaardigheden ontbreekt. Maar niemand haalt het in zijn hoofd om daar aanvechtbare cijfers over te publiceren. Helaas kunnen we bij gebrek aan vergelijkingsmateriaal dus weinig beginnen met dit verhaal van de inspectie. Rest de vraag wat de beweegredenen van de inspectie zijn geweest voor deze actie. Was het een – achteraf niet erg geslaagde – poging om aandacht te vragen voor professionalisering van de leraren of ging het hier om een opzetje om makkelijk te scoren over de rug van een beroepsgroep die toch al aardig in de verdrukking is gekomen. We zullen het wel nooit weten. 

Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2012.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent