Grofweg gaan ze drie kanten op. Het eerste antwoord houdt in dat we vooral moeten doorgaan met basisvaardigheden als taal en rekenen. Daar worden ICT vaardigheden soms aan toegevoegd, maar vaak worden die ook als nieuwe vaardigheden gezien. De vraag hoe je iets kunt leren aan leerlingen op een terrein waar die veel meer van weten dan de leerkracht, wordt meestal overgeslagen. Een tweede antwoordlijn legt de nadruk op thema’s als netwerken, kritisch denken, multi-tasken, cultureel bewustzijn en zo voorts. Hele rijen van dit soort vaardigheden passeren de revue. De vraag is wel wat hier zo 21e eeuws aan is. Julius Caesar placht al zes brieven tegelijk te dicteren aan zes secretarissen die zich de vingers blauw schreven. Tussendoor deelde hij nog even de dagorders uit. Dat was multi-tasken, twintig eeuwen geleden. En natuurlijk is het mooi als kinderen kritisch leren denken, maar als je carrière wil maken bij de overheid of in een groot bedrijf doe je er goed aan de resultaten van je kritisch denken vooral niet te veel naar buiten te brengen. En ook dat wist men eeuwen geleden al. De derde reeks antwoorden zoekt het in specialismen. Kinderen moeten meer weten van ‘zwarte gaten’, ‘hoe de hersenen werken’, of ‘hoe je energie kunt besparen’. Leuk, maar de meesten van ons kunnen heel goed door het leven gaan zonder zich in zwarte gaten te verdiepen of de hersenschors te kunnen uitleggen.
Mijn conclusie is dat het wel interessant is om na te denken over wat het hedendaags onderwijs kinderen zou moeten bieden, maar dat het moeilijk is hier iets zinnigs over te zeggen. Misschien is dat vooral zo omdat de toekomst moeilijk te voorspellen is. Om die stelling te toetsen probeerde ik eens te bedenken wat ik zou adviseren aan een schooldirecteur, als ik via een tijdmachine werd teruggeplaatst naar een eeuw geleden, 1912. U weet wel, in dat jaar zonk de Titanic, ontwierp Fokker zijn eerste vliegtuig, en stelden de liberalen voor een staatspensioen in te voeren in Nederland vanaf de leeftijd van 70 jaar. Helaas kon ik geen briljante adviezen bedenken. Natuurlijk zou ik ook zeggen dat taal en rekenen belangrijk is, evenals moderne vreemde talen; dat je bij kinderen creativiteit en kritisch denken zou moeten stimuleren. Maar een beetje schooldirecteur wist dat toen natuurlijk ook al. En de schoolgaande jeugd uit die tijd deed het later ook niet slecht en wist de basis te leggen voor onze huidige welvaart. Frits Philips en Co Verkade bezochten bijvoorbeeld in die jaren de basisschool. Uiteindelijk bepalen vooral de kinderen zelf wat voor hen zinvolle kennis is. Dat is toch ook wel mooi, eigenlijk.
Dit artikel verscheen in Didactief, mei 2012.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven