Het idee dat kinderen in de toekomst vooral ‘general skills’, zoals kritisch denken, problemen oplossen, creatief zijn en samenwerken moeten leren, vindt veel aanhang. Vooral politici en een deel van onze onderwijsmensen voelen zich er door aangesproken.
In ‘onderwijs 2032’ zien we een krachtig pleidooi voor dergelijke vakoverstijgende vaardigheden: ‘Leerlingen ontwikkelen vaardigheden om deel te nemen aan de maatschappij, kennis toe te passen en te kunnen blijven leren. Het gaat om leervaardigheden, creëren, kritisch denken, probleemoplossend vermogen en samenwerken’.
Ook de OESO zit erg op deze lijn en het onderwijsbeleid in sommige landen gaat al stevig die kant op. Sommigen gaan zelfs zo ver dat ze vinden dat er niet veel meer aan inhoudelijke kennis hoeft te worden gedaan in het onderwijs. Je kunt immer alles opzoeken.
Hoewel ik deze nogal extreme visie volstrekt onzinnig vind, vond ik het altijd wel een goed idee om kinderen ‘general skills’ te leren. De twijfels die hierover door een aantal wetenschappers werden uitgesproken negeerde ik een beetje. Het is niet mijn gebied van expertise en een beetje luiheid speelde natuurlijk ook een rol.
Maar in de kerstvakantie schrok ik wel hevig. Dat was de schuld van Douglas Hirsch, een 88 jarige gerenommeerde hoogleraar uit de VS, die onlangs het boek ‘Why knowledge matters; rescuing our children from failed educational theories', publiceerde. Hirsch stelt dat uit de cognitieve wetenschappen al langer bekend is dat ‘human skills’ gebonden zijn aan een specifiek domein, en dat transfer naar een ander domein nauwelijks mogelijk is. Hoe vaardig je ook bent op een bepaald gebied, als je op onbekend terrein komt, blijft er weinig van die vaardigheid over. Met andere woorden, als je creatief bent met kurk, ben je dat nog lang niet in verhalen schrijven of op het voetbalveld.
Hirsch citeert onder meer de uitspraak Nathan Kuncel (ook niet de eerste de beste): ‘critical thinking as it is typically discussed, is a misguided educational fad’. En hij prijst ons eigen onderwijsicoon Adriaan de Groot als een van de eersten die in de jaren 40 experimenten uitvoerde die aantoonden dat vakoverstijgende vaardigheden domeinspecifiek zijn.
Je zou verwachten zonder al te veel moeite een weerwoord tegen de kritiek van deze wetenschappers te vinden. Maar Onderwijs 2032 is weinig precies in zijn uitspraken en geeft nauwelijks onderbouwing van de gemaakte keuzen. Veel andere literatuur over de vaardigheid is vooral opsommend, belooft een grootse carrière voor wie ze zich eigen maakt of geeft aan hoe moeilijk het is greep op deze vaardigheden te krijgen. En dat andere landen kiezen voor invoering van onderwijs in vakoverstijgende vaardigheden stelt ook niet gerust. Het onderwijs in de VS, Frankrijk en Schotland heeft immers een flinke deuk opgelopen na de invoering van twijfelachtige hervormingen.
Het lijkt me een goede zaak dat degenen die vakoverstijgende vaardigheden een prominente plaats in het onderwijs willen toekennen, overtuigend laten zien dat dit een terechte en verantwoorde keuze is. Een stevige onderbouwing is hier nodig alvorens verder te gaan. Het lijkt me zeer onverantwoord om een of twee generaties kinderen richting een mogelijke educatieve fata morgana te sturen. Ik ben benieuwd.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven