Excellentie, ho maar

Tekst Jo Kloprogge
Gepubliceerd op 17-06-2013
Jo Kloprogge - Het onderwijsverslag van onze inspectie is ook dit jaar weer het lezen waard. Het geeft een helder beeld van het onderwijs en maakt ook duidelijk hoe de inspectie zichzelf ziet.

Het beeld van het onderwijs laat dit jaar twee kanten zien. We doen het goed aan de onderkant. Het aantal zwakke scholen neemt flink af. En we hebben in Nederland relatief weinig zwakke leerlingen. Dat is een hele prestatie. Het is immers een ongelooflijk moeilijke opgave om de onderkant van een onderwijsstelsel op te krikken. Dat verdient een compliment.
Naar goed Nederlands gebruik slaan we dit complimentje aan scholen en leerkrachten gauw over en zoeken een probleem. Dat zit er volgens de inspectie in dat scholen met voldoende basiskwaliteit niet beter worden en we bij de leerlingen weinig uitblinkers hebben. Ze gaat daarom proberen scholen en leerlingen te verbeteren. Dat is opmerkelijk.
Inspecties zijn er om te bekijken of een sector zich aan de regels houdt en om op de kwaliteit te letten, niet om actief in het proces in te grijpen. Stel je voor dat de inspectie die over de olieplatforms gaat aan Shell gaat vertellen hoe ze de velden beter kunnen ontginnen of dat de inspectie gezondheidszorg aan de specialist gaat vertellen hoe deze beter kan opereren. Dat zou erg gek zijn. Maar de inspectie van het onderwijs, die tegenwoordig echt niet lijdt aan valse bescheidenheid, ziet dit kennelijk wel als haar taak. En dat niet alleen. Zij denkt ook dat ze het onderwijs beter kan maken. Zij gelooft nog in de maakbaarheid van de samenleving.
We gaan dus op weg naar excellentie, waarbij onze politici de vlag dragen en de inspectie de kar gaat trekken. Ik ben benieuwd.
Hoe zeer excellentie onze overheid ter harte gaat, merkte een student die een studielening aanvroeg voor een studie aan de universiteit van Harvard. Mooi toch: een excellente student die aan de meest excellente universiteit ter wereld wordt toegelaten. Mooi ja, maar te mooi om waar te zijn. De dienst Duo en het Nuffic moeten eerst beoordelen of de universiteit van Harvard wel voldoende kwaliteit heeft. Het kan zo maar dat ze daar twaalf weken voor nodig hebben. De minister antwoordt op vragen van VVD-kamerlid Duisenberg over deze kwestie dat de kwaliteitsbeoordeling van buitenlandse opleidingen een lastig en intensief proces is. Van Harvard hebben ze in Den Haag waarschijnlijk nog nooit gehoord.
Ik betwijfel of de overheid met of zonder haar inspectie excellentie kan produceren, maar het is wel duidelijk dat ze over een effectieve bureaucratie beschikt om excellentie in de kiem te smoren. En daar maakt ze dus ook goed gebruik van.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent