Een hele mond vol. Sommige mensen dachten dat die verzorging er was om de handdoeken en de zeep in de scholen te regelen. Maar dat was niet zo. Het ging om instellingen die de scholen moesten ondersteunen.
De politici in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw wilden niet teveel geld aan de scholen geven, en daarom gaven ze veel geld aan de ondersteunende instellingen. Zo had je landelijke pedagogische centra (KPC, APS, CPS), schoolbegeleidingsdiensten (naar regio en landelijke voor denominaties), en je had de SLO, de SVO en het Cito.
Helemaal logisch was het allemaal niet ingericht. De Stichting voor Leerplanontwikkeling mocht geen leerplannen maken, maar alleen modellen voor leerplannen. Dit was om ruzie met de uitgevers te voorkomen. De SVO was er voor het onderzoek, maar mocht dit niet zelf uitvoeren. Het Cito was er voor de toetsen en mocht die zowaar ook zelf maken. De schoolbegeleidingsdiensten mochten in het basisonderwijs rommelen en de pedagogische centra mochten alles. Maar ze werkten vooral in het voortgezet onderwijs.
Marktwerking
Daarnaast waren er nog tal van zogeheten perifere instellingen. Die deden alles wat de andere lieten liggen en kregen daarvoor ook mooie subsidies. Er is ooit zelfs een wet gemaakt die de hele structuur regelde, de wet op de onderwijsverzorging. Maar dat was meteen ook het begin van het einde. De overheid vond al die subsidies maar niets en begon opruiming te houden.
De SVO werd opgedoekt. De meeste andere instellingen kregen geleidelijk steeds minder subsidie en werden de markt opgeschopt.
Een aantal schoolbegeleidingsdiensten is inmiddels ten grave gedragen of lijdt een moeizaam bestaan, evenals de pedagogische centra.
Cito
Het Cito wist slim de subsidies en de markt te combineren ( zie het dossier Cito: de lange tentakels van een toetsfabriek). Ik kan de slimmeriken van het Cito op veel punten niet echt ongelijk geven.
De SLO zag het op de markt niet zitten en verkocht zijn ziel aan de overheid, in ruil voor voortzetting van subsidie.
En ja, de SVO die als eerste was gesneuveld kwam terug als een Phoenix, in de vorm van een Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek. Dat levert in ieder geval weer wat broodnodig onderzoek op.
Nieuwe lievelingen van de overheid
Het werd wel druk op de onderwijsmarkt, omdat daar behalve de instellingen uit de verzorgingsstructuur ook tal van nieuwe instellingen aan het werk togen, en later ook nog allerlei groepjes zzp'ers. Die vechten elkaar nu de tent uit voor de paar botjes die opdrachtgevers zoals OCW, de gemeenten en de sectorraden af en toe nog rondstrooien. De grote subsidies zijn er niet meer of ze gaan naar nieuwe lievelingen van de overheid, zoals het Platform Bètatechniek, Kennisnet en de Stichting Lezen en Schrijven. Hoewel ook die intussen merken dat de gunsten van de overheid altijd tijdelijk zijn en dat je zomaar een flinke klap kunt oplopen.
Wat u met deze informatie kunt en waarom ik dit schrijf? Ach, het is een kleine levensles over hoe dingen kunnen lopen, over hoe wispelturig de overheid is, en dat je maar moet genieten van de dagen dat de zon voor je schijnt. En het is misschien toch belangrijk dat dit stukje geschiedenis van het Nederlands onderwijsbestel niet helemaal in vergetelheid raakt.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven