Op maandag 11 december 1950 opent in het Overijsselse gehucht Kerspel Goor in het zuidwesten van Twente een spiksplinternieuwe school haar deuren. Dagblad Tubantia kopt ‘Nieuwe school te Kerspel-Goor officiëel geopend – Aftands gebouw vervangen door hygiënische inrichting’.
Een ‘aftands’ schoolgebouw? Zoals bij elke belangrijke gebeurtenis in een dorp wappert het rood-wit-blauw hoog in de mast. De notabelen maken hun opwachting. Onder de genodigden bevinden zich niet alleen het college van burgemeester en wethouders en de dominee, maar ook de inspecteur van het lager onderwijs en enkele oud-schoolhoofden. De aanwezigheid van dit gewichtige gezelschap is veelzeggend. Hier wordt iets groots verricht.
‘Aftands gebouw
vervangen door
hygiënische inrichting’
Burgemeester jonkheer mr. A.J. de Beaufort benadrukt dat de opening een ‘uitermate belangrijk ogenblik is voor de gemeente’: dit schoolgebouw, dat een vooraanstaande plek in de samenleving inneemt, kan de toets der kritiek doorstaan en ‘het verheugt hem dat er momenteel onderwijsvernieuwingen plaatsvinden’.
Wat voor onderwijsvernieuwingen waren dat dan?
‘Aan weerszijden van de ruime hall bevinden zich twee ruime frisse lokalen. Voorts zijn er 4 moderne toiletten en een apart zaaltje voor de schoolbibliotheek.’ Hoogstwaarschijnlijk waren er ook nieuwe schooltafeltjes aangeschaft; de ouderwetse, logge tweezitsbanken werden indertijd vaak vervangen door ranke individuele bankjes. En er stond een fonkelnieuw, modern gebouw, waar licht en lucht naar binnen stroomden.
Waarom sprak de burgervader over ‘de toets der kritiek’ van het nieuwe gebouw? We komen een en ander te weten over het oude gebouw. Er mankeerde nogal wat aan de ‘materiële verzorging der school,’ aldus de rapporten van schoolartsen. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Negentiende-eeuwse inspectieverslagen maakten regelmatig melding van tochtige en vochtige schooltjes: lekkende daken, muurscheuren en krakkemikkige kozijnen.
Anno 1950 stonden deze ongezonde schooltjes nog in het hele land, ook in Kerspel Goor. ‘De oude school was een voorwereldlijk ding en zo lek als een mandje,’ aldus schoolhoofd M. Quee, die na de burgemeester zijn zegje mocht doen. Maar ‘het aftandse gebouw’ had ook een ander probleem. Het was nog niet zo lang geleden, vertelt hij, dat alle leerlingen enige muizenvallen van huis meebrachten. Iedere morgen ‘waren alle vallen bezet’. Quee: ‘De plaag was zo groot, dat nieuw aangeschafte leerboeken binnen twee maanden werden opgepeuzeld... Nu pas merken wij […] wat een funeste invloed de oude school heeft gehad op het onderwijs.’
Hoe zien door muizen opgepeuzelde schoolboeken eruit? Uit de rijke geschiedenis van het bibliotheekwezen is bekend dat ratten en muizen dol zijn op papier, bind- en lijmmaterialen. De knaagdieren vertoeven graag in donkere en beschutte ruimtes waar boekencollecties worden bewaard. En versnipperd papier is ideaal materiaal om een nestje van te bouwen.
Maar urine en poep veroorzaken blijvende beschadigingen aan drukwerk en brengen gezondheidsrisico’s met zich mee. Bibliotheekwerk lijkt misschien onschuldig, maar was in het verleden niet zonder gevaren. Bibliothecarissen gooiden aangevreten boeken meestal weg: naast de mogelijke schade voor de gezondheid, ziet muizenvraat er niet fraai uit en is het aangevreten deel onleesbaar.
Het stokoude schoolboek Duits dat ik in mijn handen heb, is dan ook een bijzonder exemplaar. Het boekje – uitgebracht in 1804 door onderwijsuitgeverij Thieme te Zutphen – is aangevreten door muizen. De lesboeken van de muizenschool in Kerspel Goor zijn al lang geleden op de mestvaalt van de geschiedenis terechtgekomen. Daarom koester ik dit zeldzame ‘muizenboekje’ uit de collectie van het Onderwijsmuseum.
Jacques Dane is hoofd onderzoek en conservator van het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht. Meer blogs lezen?
Dit artikel verscheen in Didactief, september 2023.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven