Gezellig stillezen

Tekst Jacques Dane
Gepubliceerd op 13-06-2024
Beeld Jan Koorneef
Al voor de Tweede Wereldoorlog werd er nagedacht over het testen van ‘stillezen’. Nuttig, maar hoe zit het met leesplezier?

Leeswoede was het onderwerp van mijn vorige column. Fantasierijke leerlingen ontdekken dat je stil, met een boekje in een hoekje, veel plezier kunt beleven. Oude pedagogen problematiseerden dit ‘plezierlezen’, omdat het disfunctioneel zou zijn. In 1882 waarschuwde de toen befaamde Brabantse pedagoog en hoofdonderwijzer Jan Geluk er al voor: ‘Zij willen lezen en alleen lezen. Zij verlangen, dat gedurig nieuwe beelden hun geestesoog voorbijtrekken; zij worden niet verzadigd.’ Met als kwalijk gevolg, dat hun schoolwerk eronder lijdt: ‘Zelfs bij ernstigen arbeid dwalen hun gedachten gedurig af.’

Ik dacht aan
de geestelijk vaders
van aap noot mies

Nadenkend over Geluks waarschuwing – in het huidige tijdsgewricht van ‘ontlezing’ is leeswoede overigens een zegen – dacht ik aan Jan Ligthart en Hindericus Scheepstra, de geestelijke vaders van het leesplankje aap noot mies. Voor beginnende lezertjes (zes- en zevenjarigen) schreven ze in 1904 en1905 leuke, spannende verhalen, waarin de iconische kleuters Ot en Sien avonturen beleven. Ze noemden dit 'door-ren-boekjes': verhalen die je, als je eraan begon, meteen wilde uitlezen. Bij beginnende lezertjes, zo was het idee, stimuleerde dit de leesbevordering en werd de woordenschat van lieverlee uitgebreid.

Werd hier nu leeswoede aangeleerd? Of controleerde men indertijd of leerlingen tegelijkertijd snel en inhoudelijk een tekst bekwaam konden verwerken?

Dat vroeg ik me niet zomaar af. Vanzelfsprekend ontstaat tekstbegrip door een samenspel tussen leerlingen en leerkracht: een klassikale leesles, gevolgd door wederzijds vragen stellen en doorpraten over de inhoud. Maar objectieve, voor het onderwijs ontwikkelde tests voor stillezen, bestonden die toen al?

In de bibliotheek van het Onderwijsmuseum vond ik het antwoord. Al voor de Tweede Wereldoorlog werd er nagedacht en geschreven over het testen van ‘stil-lezen’. In Paedagogische Studiën (1929) besprak hoofdonderwijzer en pedagoog P.A. Diels de stand van zaken. Amerika liep voorop. In The applied psychology of reading (1926) beschreef psycholoog F.D. Brooks enkele vormen van stillezen:

1. Het vlug kunnen doornemen van een krant, reisgids en encyclopedie (skimming);
2. Plezierlezen;
3. Het zorgvuldig lezen van vakbladen en teksten met een politieke en sociale strekking, zodat hoofd- en bijzaken onderscheiden kunnen worden;
4. Lezen om een vraagstuk op te lossen of te beantwoorden (het beoordelen van teksten).

In zijn artikel beschreef Diels een handvol populaire ‘stil-lees-testen’ uit het Angelsaksische taalgebied. Zijn conclusie: het goede was niet nieuw en het nieuwe trok hem niet aan. De besproken tests analyseerden níet wat je van een stil-lees-test mag verwachten, namelijk ‘het combineeren, het samenvoegen van de onderdelen of elementen’ van een tekst.

Diels betoogde ‘dat een minutieuze mondelinge behandeling van een leesles te verkiezen is boven veel vormen der stilleleestests.’ Het deed hem ‘[…] oprecht leed, dat deze zogenaamde “ouderwetsche” manier’ in onbruik was geraakt. Volgens Diels zouden klachten over oppervlakkig lezen getackeld kunnen worden, als leerkrachten en leerlingen meer sámen zouden lezen en over het gelezene discussiëren.

In Diels’ voetspoor besprak onderwijsfrater Sigebertus Rombouts twee decennia later in Onderwijstests (1947) de toenmalige stand van zaken. ‘De Yankee is nuchter, practisch, materialistisch, verliefd op cijfers.’ Geen wonder dat Amerika de bakermat is van onderwijstests, aldus Rombouts: hiermee bepaal je doelmatig, snel en goedkoop waar een leerling in z’n ontwikkeling staat. Vakkundig en ironisch fileerde hij diverse tests en hekelde de schijnbare objectiviteit en meetbaarheid ervan.

Zonder overigens het nut van schooltests naast zich neer te leggen, braken Diels en Rombouts beiden een lans voor ‘klassikale dus “gezellige” behandeling van stillezen’. Ook uitermate geschikt voor vakken als aardrijkskunde en geschiedenis!

Een tijd overstijgend advies voor leesbevordering?

Jacques Dane is hoofd onderzoek en conservator van het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht. Meer lezen?

 

Dit artikel verscheen in Didactief, mei/juni 2024.

Verder lezen

1 Leeswoede en stillezen

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent