Onrust in de klas

Tekst Inge de Wolf
Gepubliceerd op 22-02-2025
Beeld Stijn Rademaker
Een onrustige klas, ken je dat? Een klas waar leerlingen vooral met elkaar bezig zijn, zitten te klieren, elkaar uitdagen, door de klas lopen of met spullen aan de haal gaan? Zo’n klas waar ze vooral niet naar jou willen luisteren?

Hoe onrustig een klas kan zijn, zag ik jaren geleden tijdens een schoolbezoek in Brabant. Ik werd er warm ontvangen en trots rondgeleid door een leerling, een leraar en de schoolleider. Vanaf het begin was er flinke herrie te horen uit een hoek van het schoolgebouw. Dit werd genegeerd en de rondleiding ging vrolijk de andere kant op. Aan het einde kwamen we toch bij het lawaai: het lokaal van groep 7. Leerlingen gilden, renden door elkaar en zaten te klieren. De deur was dicht. Er was zoveel lawaai, dat de klassen ernaast ook nauwelijks les konden geven. Ik dacht nog dat de leraar even weg was, maar ik zag haar verdrietig en wanhopig in de klas zitten. Hoe eenzaam ben je dan? Het allerergste vond ik nog dat het kabaal totaal genegeerd werd door de mensen die mij rondleidden. Ze deden net of het er niet was. Het leek erbij te horen. Of het bestond in hun ogen misschien niet zolang je het gewoon maar negeert. Al barstte de schoolleider in tranen uit, toen ik haar er in een een-op-een moment naar vroeg. 

Vergeleken met andere goed presterende landen, heeft Nederland de meest onrustige klassen. Dit komt al jaren naar voren in het internationale PISA-onderzoek. In 2013 stond daar al in dat ‘zelfs op scholen vol bevoorrechte leerlingen de klassen zich kenmerken door geluid en onrust, leraren er lang moeten wachten tot leerlingen rustig zijn en dat leerlingen niet lang doorwerken na de start van de les’ (OESO, 2013). In het onlangs verschenen Peil-onderzoek Rekenen en Wiskunde is te lezen dat maar liefst een kwart (27%) van de basisschoolleerlingen aangeeft dat het in tenminste de helft van de lessen te onrustig is om te kunnen werken.

Onrustige klassen zijn slecht voor leerlingen en leraren. Gelukkig is er steeds meer aandacht voor goed klassenmanagement. Wat me hierbij opvalt, is dat leraren vaak individuele tips krijgen. Bereid je les goed voor. Let op je houding. Het suggereert dat je als leraar zelf moet zorgen voor een rustige klas. Een onrustige klas is daarmee iets van startende of onkundige leraren. Zij zijn niet goed genoeg. Die verdrietige leraar uit de chaotische groep 7 moet het zelf maar beter doen. Of een andere baan zoeken. We kijken weg en laten haar stikken.

Klassenmanagement is een moeilijk onderdeel van het vak en het is een probleem van het hele team. Daar wat aan doen, kan het beste met het hele team. Elkaar helpen en heel belangrijk: een schoolbrede aanpak met gedragsregels waar iedere leraar zich aan houdt. Hoe effectief dit is, is te zien aan het schoolvoorbeeld van een goede gedragsaanpak: het Alfrinkcollege in Deurne. Daar hebben ze dit niet alleen in de praktijk gebracht, maar ook bijgedragen aan een handige (evidence-informed) toolkit voor klassenmanagement. Hier staan concrete tips over bewezen aanpakken en worden mythes ontkracht.

Ik vraag me wel eens af hoe het nu gaat op de basisschool die ik jaren geleden bezocht. Ik vrees dat de leraar uit groep 7 niet meer in het onderwijs werkt. En ik hoop dat ze met elkaar gedragsregels hebben afgesproken. Niet alleen voor de leerlingen, maar ook als team. Waarbij een van de regels is: ‘niet wegkijken, maar samen iedere dag een beetje beter’. Zo niet, dan kunnen ze misschien eens langs in het vlakbij gelegen Deurne.

Inge de Wolf is hoogleraar Cocreatie en Evaluatie in het Onderwijs aan de Universiteit Maastricht, directeur van Education Lab en is werkzaam bij het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). 

 

Deze column is verschenen in Didactief van januari/februari 2025.

 

Referenties

Inspectie van het Onderwijs (2024) Peil Rekenen-Wiskunde 2022-2023. Einde (speciaal) basisonderwijs en speciaal onderwijs. Utrecht, pagina 65.

OECD (2016) Reviews of National Policy for Education: The Netherlands. Foundations for the Future. Parijs, pagina 85. 

Contact met de redactie: contactpagina

Click here to revoke the Cookie consent