Vorige keer heb je gedifferentieerd en je activiteit besloten met een cliffhanger. Je liet jouw kleuters niet achter met een held bengelend aan een rafelig touw over het ravijn, maar met een vraag uit duizenden: waar is het water naartoe?
Hoe verwonderlijk het voor velen ook is, het zal niet zo moeilijk zijn kleuters te laten vaststellen dat water uitzet als het bevriest tot ijs of dat ijs krimpt als het smelt tot water. Met een maatbeker en veel geduld kom je al een heel eind. Maar jij doet er een schep bovenop. Je toont ze een filmpje van een kapotvriezende fles, vertelt over dito waterleidingen en slaat de brug naar de klomp soep die mama of papa misschien ’s morgens wel eens uit de diepvries halen om te laten ontdooien en ’s avonds klaar te maken. Dat is energiezuiniger dan eten ‘s avonds uit de diepvries meteen in de magnetron te duwen.
Wellicht wil je meer en toon je nog een ander filmpje dat illustreert hoe metalen uitzetten als het omgekeerde gebeurt, als ze verhit worden. Tijd om nog eens uit te pakken met een klassieke thermometer. Wat een kinderhand op het vloeistofreservoir allemaal vermag.
Als teaser voor later neem je je klasje mee naar buiten en laat je enkele kleuters een vinger op de dilatatievoeg in de lange gevel van de school leggen en merken dat de school zo gebouwd is dat ze in de felle zon mag opwarmen en uitzetten zonder te barsten. Afspraak over een aantal maanden. Om te bewijzen dat je hen niks wijsmaakt, maak je maar meteen een foto van een krijtje in de voeg.
De kleuterklasactiviteit met ijs en water uit de reeks blogs Wetenschap met kleuters is losjes geïnspireerd op de Predict – Observe – Explain of P-O-E-aanpak van Tom Russell, een bekende hoogleraar die natuurkundigen opleidt tot leerkrachten fysica in Queen’s University, Canada. Maar bij ons weten staat er van hem geen les over smelten beschreven, laat staan een voor de kleuterklas.
Er schuilt een pleidooi in voor het zintuiglijk ervaren in het onderwijs en dat is wellicht voor velen het meest beklijvende aspect van het ervaringsgericht onderwijs. Maar door die herkenning lopen we het gevaar het bijzondere van zijn insteek uit het oog te verliezen. Leraren moeten niet alleen hun kleuters meer tonen. Ze moeten hen ook tot voorspellingen bewegen en uitnodigen om uit te leggen wat ze zien. Ervaring en begrip gaan hand in hand, ook op kleuterniveau.
Hoe? Zo! Hoezo?
Bij de dertigplussers onder ons doet P-O-E misschien nog een belletje rinkelen. Die groep herinnert zich wellicht de wetenschapskwis Hoe? Zo! Nog op de Belgische televisie. Deelnemers moesten de uitkomst van een telegenieke proef voorspellen of verklaren. Dat leverde vaak leuke televisie op. Maar het programma met Bart Peeters trapte wel eens in dezelfde fout als leraren die leuk onderwijs verwarren met goed onderwijs. De programmamakers lieten het spectaculaire beeld soms voor gaan op de aanschouwelijke uitleg. Het is niet omdat we iets opmerkelijks tonen dat we ook aanschouwelijk werken. Willen we dat de kinderen wow zeggen of willen we dat ze gedreven zijn om te weten en snappen wat er precies gebeurt?
Waar wacht je nog op om met je kleuters aan de slag te gaan met fascinerend wetenschapsonderwijs? Succes!
Johan De Wilde en Sanne Feryn zijn docent en onderzoeker aan de Hogeschool Odisee in Aalst (B).
Deze column is op 21 mei 2015 hier gepubliceerd. Lees ook deel 1 en deel 2.
Meer lezen over ijs en water?
Filmpjes die tonen hoe water uitzet als het bevriest en metalen uitzetten als ze verhitten:
Meer lezen over scheurvorming in muren + bijhorende prentjes:
1 Wat als? Wetenschappelijk denken voor kleuters in actie (1)
2 Wat zien we? Wetenschappelijk denken voor kleuters in actie (2)
3 Minder geloof, meer bewijs
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven