Vrijheid van onderwijs steeds minder vanzelfsprekend

Tekst Orhan Agirdag
Gepubliceerd op 09-09-2019
In Vlaanderen trekt de overheid het onderwijs steeds meer naar zich toe. Net zoals in Nederland, lijken er nu centrale examens te komen en wordt pedagogische vrijheid in vraag gesteld om islamitisch onderwijs tegen te houden. In tegenstelling tot Nederland, zijn er in Vlaanderen geen erkende islamitische scholen. Orhan Agirdag waarschuwt voor het verlies van onderwijsvrijheid.

Heel Nederland en Vlaanderen zijn weer naar school. Uw kroost gaat vandaag naar een school die u in principe zelf heeft gekozen, om pedagogische, praktische, of misschien wel om levensbeschouwelijke of filosofische redenen. Dat is mogelijk omdat er in Nederland en Vlaanderen keuzevrijheid bestaat voor ouders, maar ook dankzij de diversiteit aan pedagogische projecten in het aanbod van scholen; met dank aan de overheidsfinanciering, waardoor u niet afhankelijk bent van uw kapitaal voor uw schoolkeuze.

Maar keuzevrijheid is alleen zinvol als er werkelijk iets te kiezen valt. Als alle scholen hetzelfde pedagogische project zouden aanbieden en onder één staatsbestuur zouden vallen, zou u als ouder eigenlijk niet kiezen voor een school met een bepaalde visie, met een bepaald pedagogisch project, maar louter tussen staatspedagogie op adres A of adres B. Uw keuzevrijheid is dus enkel zinvol als de aanbieders van onderwijs zelf ook de vrijheid hebben om te kunnen kiezen wat hun visie is, welke methoden ze hanteren of welke onderwijskoepel hen vertegenwoordigt. Onderwijzers kunnen dat enkel doen als ze ook erkend en gefinancierd worden door de overheid voor hun pedagogisch project.

Deze onderwijsvrijheid heeft het Nederlandse en Vlaamse onderwijs wereldtop gemaakt. Maar zij wordt vandaag in Vlaanderen fundamenteel bedreigd door oprukkend nationalisme en staatspedagogie. In de startnota van de Vlaamse regering wordt gesproken over ‘opnieuw maximale vrijheid in de schoolkeuze voor ouders’. Maar deze keuzevrijheid wordt tegelijkertijd volledig uitgehold door de pedagogische vrijheid van onderwijzers aan banden te leggen. Dat gebeurt op drie manieren.

Ten eerste: wat leerlingen moeten leren en hoe ze moeten leren, is steeds minder iets waar scholen en leraren zelf over beslissen, maar wordt steeds verder bepaald door de overheid. Zij had haar greep op onderwijsinhouden al versterkt door de invoering en uitbreiding van de eindtermen. Nu wil zij ook bepalen welke werken of auteurs we moeten leren door een zogenoemde canon in te voeren. Maar wanneer alle leerinhouden door de overheid bepaald worden, brengt de leraar niet meer zijn passie, maar enkel de canon van de natie. En laat je niets wijsmaken over wat tot de canon zal behoren: de overheid heeft geen enkele motivatie om kritische lectuur aan te bevelen die de eigen positie in gevaar zal brengen.

Ten tweede: de leraar worden buitenspel gezet door de invoering van centrale examens. Vergeet dus de leuzen dat de leraar opnieuw aan belang zal winnen. Staatspedagogie vertrouwt de leraren helemaal niet. Want niet meer de leraren beslissen over welke leerlingen slagen, maar de centrale examens van de overheid. De leraar verliest hiermee zijn essentiële rol in het onderwijsproces. Hoe meer de overheid de onderwijsuitkomsten naar zich toe trekt, hoe meer de leraar gereduceerd wordt tot een uitvoerder van staatspedagogie.

Ten derde, en dit is wat mij betreft de doodsteek: de overheid gaat straks beslissen welke pedagogische projecten aanvaardbaar en financierbaar zijn. Een precedent hiervan hebben we vorige week gehad: een islamitische school in Genk kreeg om ideologische redenen geen erkenning. Dat gebeurde zonder veel protest, en zelfs hardleerse verdedigers van pedagogische vrijheid verkozen er niet op te reageren. Dus wordt deze centralisering momenteel gelegaliseerd tijdens de regeringsonderhandelingen. Letterlijk houdt dit in dat ‘radicale’ pedagogische projecten geweerd kunnen worden. Maar wat is radicaal? Vandaag zijn dat blijkbaar islamitische scholen. Welke garanties hebben we dat later antroposofie-, Freinet- of zelfs katholieke scholen niet als ongewenste, ja radicale pedagogische projecten zullen worden bestempeld?

De vrijheid van onderwijs wordt steeds minder vanzelfsprekend. Het kostbare weefsel van vrijheid van onderwijs ontrafelt.

Orhan Agirdag is docent aan de KU Leuven en Universiteit van Amsterdam.

Hebben meertalige kinderen een slechter rapport? Kijk hier de video van Orhan Agirdag over de feiten en mythes rond meertaligheid. 

Verder lezen

1 Vrijheid van onderwijs: niet afschaffen, maar inperken
2 Fotodocumentaire 100 jaar onderwijsvrijheid
3 Wat maakt De Horizon islamitisch?
4 100 jaar onderwijsvrijheid: Stichting Joodse Kindergemeenschap Cheider
5 100 jaar onderwijsvrijheid: Basisschool Shri Ganesha
6 100 jaar onderwijsvrijheid: De Roos
7 100 jaar onderwijsvrijheid: Montessorischool Helmond
8 100 jaar onderwijsvrijheid: De Kleine Kapitein
9 100 jaar onderwijsvrijheid: De Vallei
10 Meertalig opvoeden: een troef of een vloek?

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent