Islamitische basisschool De Horizon in Zaandam ligt in een redelijk groene buurt met rijtjeswoningen. Een schoolgebouw zoals zoveel andere uit de jaren zeventig, met vrolijke tekeningen voor de ramen. Niets wijst aan de buitenkant op alle commotie waar de school bij betrokken raakte na de coup in Turkije, zomer 2016. Directeur Tuncay Çatak is aangesteld in januari 2017, een aantal maanden na de Turkse couppoging die voor zijn school dramatisch uitpakte: 200 leerlingen vertrokken omdat de school ten onrechte als Gülenschool werd betiteld. ‘Ja, dat was een hele leegloop,’ vertelt hij. ‘Het was de tweede grootste leegloop in Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog toen veel joodse kinderen van school moesten.’ Een zware vergelijking.
De gebeurtenissen in de zomer van 2016 zetten alles in een nieuw perspectief. Begrippen als vrijheid en tolerantie zijn in Zaandam extra zwaar gaan wegen. Hoewel De Horizon een islamitische school is, benadrukt Çatak dat iedereen welkom is. ‘Van welke stroming, politieke partij of voetbalclub dan ook. Er moet een positieve en veilige sfeer zijn en kinderen moeten er met plezier naar school gaan. Dat is het állerbelangrijkste: dat kinderen de huiselijke sfeer, die ze van huis uit gewend zijn, hier terugzien.’
Zehra Demirtas, leerkracht van groep 4b, beaamt Çataks woorden. Ze zat als kind op een islamitische basisschool, en was in eerste instantie geen voorstander van islamitisch onderwijs. De Horizon vindt ze anders. Demirtas: ‘Vanwege mijn eigen ervaringen was ik bang dat de school kinderen zou beperken of dingen opleggen. Maar dat gebeurt niet op De Horizon. Het belang van goed onderwijs staat hier voorop. Aan vakken als kunst en cultuur werd op mijn oude basisschool bijvoorbeeld geen aandacht besteed, hier wel. Daarnaast is de samenwerking met collega’s waardevol: er is een bepaalde band, onze leerkrachten zijn een soort familie. Dat zorgt ervoor dat ik blijf.’
Het aantal leerlingen op De Horizon is het afgelopen jaar van 198 naar 265 gegaan. De onderwijsinspectie is positief over de onderwijskwaliteit. Een compliment aan het team en aan Stichting Islamitisch Onderwijs Zaanstad (SIOZ), die verantwoordelijk is voor de onderwijskwaliteit, financiën, het gebouwbeheer, personeel en beleid op De Horizon.
‘Kwalitatief goed onderwijs is onze prioriteit,’ zegt Çatak. ‘Taal is daarbij van belang als integratiemiddel.’ Bijna alle kinderen op De Horizon hebben een niet-Nederlandse achtergrond en het Nederlands is dan ook niet hun moedertaal. ‘We gaan daarom na de zomer starten met de Taalacademie, waar we extra Nederlands aanbieden aan kinderen met een anderstalige achtergrond.’
‘Ik zag ook bordjes: op deze school spreekt iedereen Nederlands,’ zeg ik. Çatak: ‘Ja, ik spreek leerlingen er veel op aan. Dit is soms de enige plek waar ze Nederlands praten: dan moet je daar gewoon streng in optreden. Ze hebben vrijwel allemaal een taalachterstand en moeten de taal goed leren beheersen, anders wordt het in het vo nog lastiger in te halen.’ Zehra Demirtas voegt toe: ‘In de klas gaat het goed, op de gang hoor ik soms wel andere talen. Vooral bij de kleuters; dat neem ik dan voor lief. Maar leerlingen zijn er zelf meestal heel scherp op. Als ik bijvoorbeeld na schooltijd Turks praat met iemand, is het meteen: “Juf, Nederlands praten!”’
Çatak: ‘Bij alles wat we doen is verantwoordelijkheid heel belangrijk: binnen de islam telt dit zwaar. Ik ben hier om kinderen dat verantwoordelijkheidsbesef mee te geven, voor het beheer van de luizenzak tot aan het spelen op het schoolplein. Daarnaast zoek ik naar een modus om de kinderen te binden aan Nederland. Wij als school moeten activiteiten aanbieden waardoor deze kinderen van Nederland gaan houden.’
Wat doen de kinderen zoal? Çatak: ‘Aandacht voor muziek bijvoorbeeld: muziek is een bindmiddel. Wij zijn dan ook de enige islamitische school in Nederland met een curriculum hiervoor. Cultuur, beeldende vorming en geschiedenis zijn ook belangrijk. Want als ik de geschiedenis van Nederland niet ken, en niet weet welke kansen ik dankzij Nederland heb, dan is mijn band met dit land zwak.’
Çatak vervolgt: ‘We zijn naar het Muiderslot en het Erasmushuis geweest, om leerlingen een stukje kunst en geschiedenis bij te brengen. Daarnaast gaan we veel naar het theater. Leerlingen hebben zelfs met Hakim van Sesamstraat een filmpje gemaakt. En we verbinden de activiteiten ook een beetje aan onze eigen identiteit: zorg voor ouderen bijvoorbeeld. Onze profeet zegt namelijk: als de ouderen in jullie samenleving er niet waren, regende het alleen maar ellende. Concreet betekent dit dat we bijvoorbeeld meedoen met de Pannenkoekendag en dan pannenkoeken bakken met ouderen.’
Er is op De Horizon ook aandacht voor Nederlandse gebruiken en cultuur. Demirtas: ‘Ik ben wel eens met mijn klas voor Prinsjesdag naar de Grote Kerk in Den Haag geweest. Dat introduceerde ik eerst in de klas. Iemand riep toen: “Ieehl, kerk, dat stinkt”. Ik antwoordde: “Pardon, ben je wel eens in een kerk geweest?” Niet, dus. Ik gaf aan dat als iemand anders dat zegt over een moskee, je je ook gediscrimineerd voelt. Dat soort opmerkingen zijn dus niet fijn. Maar we kijken ook naar het Jeugdjournaal, daarbij komen zaken als carnaval aan bod.’
Çatak: ‘Ja, al dit soort burgerschapsactiviteiten doen we om de kinderen het gevoel te geven dat dit hun land is. Ze moeten later niet in een identiteitscrisis komen.’
‘Wat maakt De Horizon nou een islamitische school?,’ vraag ik. Zehra Demirtas: ‘We starten de dag met gebed, dat doen we in het Arabisch.’ Het gebed wordt ook door de schoolmicrofoons opgezegd, zodat kinderen het tegelijk opzeggen. ‘Maar voor de rest spreken we altijd Nederlands,’ meldt ze.
Op De Horizon is daarnaast aandacht voor islamitische gebruiken. ‘We vieren de Ramadan en het offerfeest,’ licht Tuncay Çatak toe. ‘Ramadan is een mooie gelegenheid om te werken aan zelfbezinning en sociale cohesie. Vasten doe je niet alleen door niet te eten, maar je vast ook met je oren, ogen en mond. Roddelen bijvoorbeeld: zolang een persoon niet in jouw aanwezigheid is, mag je niet over hem of haar praten. Aan kinderen leren we dus: we praten niet óver elkaar, maar mét elkaar. Sociale cohesie is dat je mensen uitnodigt en jezelf van je beste kant toont.’
Hoe dit in de lessen wordt behandeld? ‘De lessen tijdens de Ramadan gaan over welke goede daden we die week kunnen doen’, legt Çatak uit. ‘Daar worden beloningen aan gekoppeld met stempelkaarten. Kinderen moeten lootjes trekken met een bepaalde boodschap, bijvoorbeeld: “Glimlach deze week naar tien mensen”, of: “Bedank vijf mensen voor dingen die ze voor jou hebben gedaan”. De juf stempelt het af, en aan het einde van de week krijgen de kinderen een beloning. De opdrachten bakenen we niet af: ook voor niet-moslims moeten ze goede daden verrichten. Zo leer je kinderen respect te tonen.’
De Horizon eist niet van leraren of leerlingen dat ze zich houden aan de verplichtingen ten opzichte van het islamitische geloof. Demirtas: ‘De toenmalige directeur zei tijdens sollicitaties dat ze niemand verplichtte iets te doen waar ze niet achter stonden: we zijn bijvoorbeeld niet verplicht het gebed te verrichten, en vrouwen hoeven niet per se een hoofddoek te dragen. Die visie waardeer ik erg.’
Voor het godsdienstonderwijs is er een vakleerkracht. Die behandelt een uur in de week onderwerpen die echt met de islam te maken hebben, zoals het leven van de profeten en uitleg over de feestdagen en de Ramadan. ‘Maar,’ zegt Demirtas, ‘we trekken dan ook de vergelijking door naar de leerlingen. Dat wij ze iets leren over respectvol gedrag bijvoorbeeld, en dat ze denken: “Oh, de profeet deed dat ook.” ’
Leerlingen leren tijdens de godsdienstlessen vooral algemene normen en waarden. Demirtas: ‘Wij zijn ook een Vreedzame School. Tijdens de lessen gaat het bijvoorbeeld ook over omgaan met conflicten, verantwoordelijkheid en respect hebben voor elkaar.’
Kortom, de islamitische basisschool is actief bezig haar eigen horizon en die van de kinderen te verbreden. Soms is dat nog lastig, geven Çatak en Demirtas aan, maar er staan genoeg initiatieven op de planning.
Demirtas: ‘Deze kinderen leven best wel in een gesloten gemeenschap. Dat ze dan ook nog op een islamitische basisschool zitten, is ook niet echt bevorderlijk in het contact met andersdenkenden. Maar ik denk dat we als school veel activiteiten aanbieden waarmee we deze kinderen meer in contact brengen met de buitenwereld. Dat is het mooie van de schoolvisie vind ik: dat je ze voorbereidt op de gemeenschap waar ze later in komen te werken en leven. Optimaal is het nog niet, maar het groeit. We zijn bijvoorbeeld bezig geweest met het project Kunstweken, waarbij iedere klas een bepaalde schilder toegewezen kreeg. Daarnaast proberen we uitwisselingen te regelen met scholen hier in de buurt.’
Çatak voegt toe: ‘Op ons schoolplein zagen we eerst geen Nederlandse kinderen, maar wel toen we een voetbalveldje aanlegden. We moeten als school daarom iets uitstralen waardoor ook Nederlandse ouders denken: “Ja, hier kan mijn kind makkelijk naartoe.” Het probleem is de beeldvorming van de islam: bij vrouwen een hoofddoek, bij mannen een gewaad en lange baard. Dat is een vertekend beeld. Ik snap het wel, want de verslaglegging van hoe de werkelijkheid is, ontbreekt. Als ergens een aanslag wordt gepleegd, dan zie je dat beeld. Terwijl juist mooie dingen zo onderbelicht raken. De islam betekent juist: genieten van het leven. Maar het lastige is dat, ook met andere geloven, iedereen zijn eigen interpretatie heeft.’
Çatak besluit: ‘Het gaat op De Horizon om de filosofie: “We zijn mens”. De dagelijkse praktijk is natuurlijk weerbarstiger, maar ik geloof in het positieve. Als je dat ook aan kinderen leert, zie je positieve gedragsveranderingen.’
Merina Daudeij is stagiaire bij Didactief.
Hoe lang zit je al op de Horizon?
Ik ben hier dit schooljaar gekomen.
Hoe vind je het op deze school?
Ik vind het tot nu toe heel leuk, omdat de kinderen van deze school heel anders zijn dan de kinderen van mijn oude school. Ze gaan meer met elkaar om, de klas is veel rustiger, en hier hebben ze meer activiteiten dan op mijn vorige school. Er zijn schoolvoetbal-, schaak- en korfbaltoernooien, en we gaan op kamp.
Zijn de kinderen aardig?
Ja, heel aardig. Ik heb veel vrienden en vriendinnen.
Wat moet je doen bij godsdienstonderwijs?
Dan krijgen we een mapje met verschillende plaatjes, met dingen over de islam. En per thema krijgen we een toets.
Wat doe je nu?
Nu gaat het thema over de profeet Mohammed.
Wat vind je van deze lessen?
Ik vind het leuke lessen. Op mijn vorige school was het anders. Hier wordt het wel interessant aangeboden, met plaatjes en filmpjes.
Wordt er voorgelezen?
Ja, altijd bij het thema. Dan krijgen we verhalen, en dan gaan we het samen lezen met de hele klas.
In andere taal?
Nee, echt in het Nederlands. Alleen aan het begin van de les doen we een Soera die iedereen kent, en we gaan elke keer verder met een andere Soera. Ik weet niet hoeveel Soera’s er zijn, maar Fatiah is de eerste, en dat zijn zinnen die Allah heeft gezegd.'
------------------
Amper vijf maanden nadat fotograaf Joost Bataille voor Didactief een bezoek bracht aan islamitische basisschool De Roos in Zaandam, kreeg de school het zwaar te verduren. Hoe Turkse omstandigheden invloed konden hebben op een islamitische basisschool in Nederland.
Op 15 juli 2016 deed het leger in Turkije een couppoging. De coupplegers verklaarden de macht over te nemen ter bescherming van de democratie en mensenrechten (NOS). De coup mislukte. President Erdogan beschuldigde Fethullah Gülen, een islamitische prediker en zakenman, ervan het brein achter de coup te zijn. Gülen is de leider van de invloedrijke religieuze Hizmet-beweging, de leden worden ook wel Gülenisten genoemd (NU.nl).
Gülen
Fethullah Gülen (1941) woont sinds 1999 in de Verenigde Staten (NU.nl). Zijn visie is om drie kernproblemen in de samenleving op te lossen: onwetendheid, armoede en etnische verdeeldheid. De eerste kan opgelost worden met educatie, de tweede met liefdadigheid en ondernemerschap, de derde met tolerantie en dialoog. Deze ideologie wordt via de media, het bedrijfsleven, scholen en denktanks verspreid. Naar schatting zijn er miljoenen Gülenisten (NU.nl).
Erdogan
In 2003 werd, met steun van Gülenisten, Recep Tayyip Erdogan premier in Turkije. Het seculiere overheidsbestuur werd vervangen door Gülenisten, daarnaast waren Gülens volgelingen al op vooraanstaande posities binnen het leger, de veiligheidsdiensten en rechterlijke macht vertegenwoordigd (De Correspondent).
Erdogan begon door de jaren heen echter steeds meer alleen te opereren, terwijl Gülenisten voorstander zijn van een sterk parlement. Er ontstonden meer geschillen, met als hoogtepunt 17 december 2013, toen politie en justitie een groot corruptieschandaal aan het licht brachten: Erdogan en vertrouwelingen werden beschuldigd van omkoperij, fraude en witwassen (De Correspondent). Erdogan noemde het onderzoek een complot georkestreerd door Gülenisten. Hij besloot politie en justitie te ‘zuiveren’ van Gülenisten en de autonomie van Turkse justitie in te perken (NU.nl). Gülenisten waren voortaan staatsvijanden (De Correspondent).
Met de mislukte coup op 15 juli 2016 zou Erdogan onder het voorwendsel dat Gülen betrokken was bij de coup de kans hebben gegrepen alle Gülenisten volledig uit machthebbende posities te verwijderen. Gülen ontkent echter betrokkenheid bij de coup. Erdogan vroeg de VS om de uitlevering van Gülen. Turkse aanklagers eisen twee keer levenslang en nog eens 1900 jaar celstraf (Trouw).
Gülenscholen
Even na de coup werden in Nederland boycotlijsten rondgestuurd, vermoedelijk door Erdogan-aanhangers, met logo’s van instellingen die banden zouden hebben met de Gülenbeweging (Volkskrant). IBS De Roos stond ook op de lijst. Een moeder van een leerling op De Roos begon een WhatsApp-groep voor ouders die hun kind van school wilden halen (Volkskrant). Uiteindelijk vertrokken 150 van de 400 leerlingen en 20 medewerkers. Ook de acht andere scholen op de lijsten zagen een leegloop van leerlingen: totaal wisselden bijna 600 leerlingen van school (Trouw). Het bestuur besloot daarop uiteindelijk de school een andere naam te geven: De Horizon.
De negen vermeende Gülenscholen in Nederland zijn via stichtingen verbonden aan elkaar; drie van de basisscholen vallen onder Stichting Cosmicus Onderwijs (Trouw).
De voorzitter van Stichting Cosmicus Onderwijs, Alaattin Erdal, vertelt in 2016 in Trouw dat veel scholen met Gülensympathieën de naam Gülen niet noemen, omdat dat een verkeerd beeld kan geven. De Gülenbeweging ziet het oprichten van scholen echter wel als middel tot het kweken van een ‘gouden generatie van hardwerkende moslims’, volgens Martin van Bruinessen, hoogleraar vergelijkende studie moderne moslimsamenlevingen, Universiteit Utrecht (Trouw). (compilatie, redactie Didactief)
Lees ook het verhaal van de Winnaar Prijs Onderwijsjournalistiek 2018: Hoe escaleerde het bij 'Gülenschool' De Roos?
1 Fotodocumentaire 100 jaar onderwijsvrijheid
2 Bestrijd segregatie
3 Segregatie is soms beter
4 Inspectie luidt alarmbel
5 Ophef over 'Gülen'-scholen
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven