Tekstbegrip: Inzetten op kennis en woordenschat

Tekst Anna Bosman en Sezgin Cihangir
Gepubliceerd op 07-03-2023
Beeld Shutterstock
Anna Bosman en Sezgin Cihangir - Het tekstbegrip van Nederlandse leerlingen laat dusdanig te wensen over dat het gevaar bestaat dat een kwart van de leerlingen het onderwijs als functioneel ongeletterde verlaat (PISA, 2018). Onlangs hebben wij dit probleem geanalyseerd en tevens een oplossing voorgesteld. Dit is een verkorte weergave van dat rapport.

Technisch lezen

Technisch lezen of decoderen is het omzetten van letters (schrifttekens) in de klanken waar een gesproken woord uit bestaat. Om het geschreven woord MAT te lezen, dient elke letter van links naar rechts omgezet te worden in de bijbehorende klank: M wordt [mmm], A wordt [a] en T wordt [t]. Door de losse klanken aaneen te rijgen, ontstaat het woord [mat]. Een technisch vaardige lezer is in staat om zowel bestaande woorden als MAT en TREDE  te lezen als niet bestaande woorden, zoals FLAUK en KRADE. Technisch lezen is daarmee een generieke vaardigheid, omdat als je eenmaal de onderliggende structuur door hebt alles kunt verklanken. Ze is vergelijkbaar met kunnen fietsen. Als je die vaardigheid eenmaal beheerst kun je overal en op elke fiets fietsen.
 

Begrijpen wat er staat

Om te kunnen begrijpen wat er met een zin bedoeld wordt of te weten wat er in een tekst staat is dus meer nodig dan technisch kunnen lezen. Zo moet de lezer ook de betekenis van de woorden weten. De zin

“De schrijver gebruikte een oxymoron om het pijnlijke van de situatie te benadrukken

is niet te begrijpen zonder te weten wat ‘oxymoron’ betekent. Oxymoron is een stijlfiguur, die verwijst naar een combinatie van twee woorden die elkaar tegenspreken: oorverdovende stilte, jonge grijsaard, ziende blind. Als het om een tekst gaat is (enige) achtergrondkennis van het onderwerp van belang. In Kader 1 staat een tekst waarvan alle woorden bekend zijn. Desondanks is de tekst zonder de titel niet te begrijpen. Als boven de tekst ‘De was doen’ staat, is het verhaal eenvoudig te begrijpen voor mensen in een westerse maatschappij.
 

Kader 1

De procedure is eigenlijk heel simpel. Eerst groepeer je dingen op basis van hun samenstelling. Natuurlijk kan één stapel soms genoeg zijn, afhankelijk van hoeveel er te doen is. Als je wegens gebrek aan faciliteiten ergens anders heen moet dan is dat de volgende stap, zo niet dan ben je er nu klaar voor. Doe er niet teveel dingen tegelijk in want anders kunnen er complicaties optreden. Een fout kan je duur komen te staan.


Kader 2 laat zien dat gedegen kennis over het onderwerp een voorwaarde is om de tekst te begrijpen. Lezers die niet vertrouwd zijn met de gebruikte terminologie uit de natuurkunde en geen kennis hebben van de golf-deeltjesdualiteit kunnen deze tekst niet begrijpen. Woordenschat en achtergrondkennis zijn dus noodzakelijke voorwaarden om een tekst te begrijpen.
 

Kader 2

De beschrijving van systemen door middel van een golffunctie betekent dat deeltjes zich, afhankelijk van de manier waarop ze worden waargenomen, soms als een deeltje in klassieke zin, maar soms als een golfverschijnsel gedragen. Zo kunnen bijvoorbeeld elektronenbundels, net als lichtbundels, brekingsverschijnselen en interferentie en diffractie vertonen. Andersom kan licht ook beschouwd worden als bestaande uit kwanta, die in het geval van licht fotonen genoemd worden


Een laatste vaardigheid die behulpzaam is bij het begrijpen van een tekst zijn de zogenaamde leesstrategieën. Leesstrategieën verwijzen naar vaardigheden die helpen om de structuur van een tekst te ontrafelen. In Kader 2 staat bijvoorbeeld het woord ‘andersom’. Dit woord heeft een signaalfunctie; blijkbaar wordt er iets tegengestelds gesuggereerd, terwijl een woord als ‘omdat’ een reden of oorzaak suggereert. Gebruik maken van deze kennis kan helpen om te begrijpen wat er staat.
 

Tekstbegrip

We gebruiken nogmaals de fietsmetafoor om duidelijk te maken wat nodig is om teksten te begrijpen. Ook al ben je fietsvaardig (technisch lezen), dan betekent dat nog niet dat je naar oma kunt fietsen. Daar heb je nog andere kennis en vaardigheden voor nodig. Zo moet je de betekenis van de borden weten (woordenschat), de weg naar oma weten en bij een wegopbreking een andere route kunnen bepalen (achtergrondkennis) en de andere weggebruikers in de gaten houden en daarop anticiperen (leesstrategieën). Deze analyse van tekstbegrip leidt tot het volgende eenvoudige model van tekstbegrip:

Tekstbegrip = Technisch lezen * Woordenschat * Achtergrondkennis * Leesstrategieën


Technisch lezen en leesstrategieën zijn generieke vaardigheden die in principe in alle situaties kunnen worden gebruikt. Deze vaardigheden zijn echter volstrekt nutteloos als kennis van woorden en van de wereld ontbreekt. Weten dat ‘andersom’ in Kader 2 verwijst naar een tegenstelling helpt niet om de tekst te begrijpen als je onvoldoende kennis van natuurkunde hebt.

NB: De oplettende lezer zal opgemerkt hebben dat we de term ‘begrijpend lezen’ niet gebruiken. De reden is dat deze term een generieke vaardigheid suggereert en dat blijkt onjuist. Een lezer kan namelijk de ene tekst perfect begrijpen en van een andere niets. Daarom stellen we voor om vanaf nu uitsluitend te spreken van tekstbegrip. En als we het over leesvaardigheid hebben dan bedoelen we technisch kunnen lezen.


Didactiek in de klas

Om het tij te keren en tekstbegrip te bevorderen moet er verandering komen in de huidige didactiek. Wij stellen voor om lessen in ‘begrijpend lezen’ te vervangen door kennisrijke lessen. De nadruk moet (weer) komen te liggen inhoudelijke domeinen, zoals aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, techniek. Een leerkracht die samen met de leerlingen teksten leest bevordert kennisopbouw en tekstbegrip. De leerkracht begeleidt de leerlingen voor, tijdens en na het lezen door het tekstthema te introduceren, de voorkennis van leerlingen te activeren, te wijzen op de structuur van de tekst, in gesprek te treden over de tekst, hen te vragen waar ze bepaalde informatie gevonden hebben, onduidelijke passages te verhelderen, hen stil te laten staan bij wat de tekst voor hen betekent, enzovoort. Dit betekent dat taalvaardigheid en kennisverwerving hand in hand gaan.

Ten slotte, deze aanpak zal bijdragen aan het dichten van de prestatiekloof tussen leerlingen uit lagere en hogere milieus, omdat dan alle leerlingen kunnen profiteren van een rijk kennisaanbod.


Bronnen:

Bosman, A. M. T., Cihangir, S., & Bootsma, M. (2022). Dalende leesvaardigheid: een herinterpretatie.

Hirsch, E. D. (2003). Reading comprehension requires knowledge—of words and the world. American Educator, 27(1), 10–13, 16–22, 28–29, 48.

Wexler, N. (2020). Building knowledge. What an elementary school curriculum should do. American Educator, summer, 18–21, 39.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent