Neurowetenschap

Tekst Pedro de Bruyckere
Gepubliceerd op 30-04-2015
Pedro de Bruyckere - Op 29 april 2015 werd op de studiedag Neurowetenschap en onderwijs een nieuwe literatuurstudie gepresenteerd, gemaakt in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor). Krachtig leren, cognitief neurowetenschappelijk benaderd gaat in op 3 lijnen (leren op maat, zelfregulatie en actief leren) en kijkt daarbij naar de rol die neurologie kan spelen in het onderwijs.

In Krachtig leren worden eerst en vooral enkele bekende neuromythes weggezet: Links-rechts brein; mannen en vrouwen hebben een ander brein (klopt), dus moet je ze anders benaderen in het onderwijs (al een pak moeilijker), en natuurlijk leerstijlen.

Dweck
Rond leerstijlen kun je neurologisch wel iets zeggen, maar tegelijk weten we uit cognitieve psychologie en onderwijskundig onderzoek al veel langer dat leerstijlen onzin zijn. Vaak biedt neurowetenschap vooral bevestiging van dingen die we al uit andere onderzoekstakken weten. Zo was er aandacht voor Dwecks fixed en growth mindset (dat bijvoorbeeld een houding waarbij intelligentie niet vast staat positief is voor leren) waarvoor volgens de literatuurstudie ook neurologische evidentie zou bestaan.
In feite was de rode draad tijdens de hele studienamiddag een pleidooi voor interdisciplinariteit, waarbij wetenschappers uit neurologie, onderwijskunde, psychologie, pedagogiek samenwerken.

Commercie
De Vlor-middag besteedde ook uitgebreid aandacht aan het belang van executieve functies. Terecht werd enerzijds gewaarschuwd voor de vele commerciële pakketten die hier op inzetten, maar die qua validiteit en effect nauwelijks scoren. De onderzoekers gingen niet zo ver om het weggesmeten geld te noemen, maar dit was toch wel hun boodschap tussen de regels.
Anderzijds pleiten zij er ook voor om meer stil te staan bij executieve functies in het onderwijs, zowel in beleid als in de klas, maar dan meer als een globale benadering waarin leerkrachten zicht hebben op deze ontwikkeling.

Herhalen en voorkennis
Toch ook een puntje van kritiek. Bij actief leren gaven de onderzoekers aan vanuit een sociaal-constructief denkkader op zoek te gaan naar wat neurologie te bieden heeft. Zelf zou ik liever gezien hebben dat men niet vanuit een bepaalde kennistheorie had gekeken, maar met een open geest. Gelukkig bleek al snel dat er ook neurologische bevestiging is voor veel herhalen (wat je niet snel sociaal-constructief zou noemen) en het belang van voorkennis (wat eerder cognitivistisch is). Door zich sterk vast te houden aan de theoretische lijnen als uitgangspunt heeft men mogelijk kansen laten liggen tot bijvoorbeeld een meer falsificerende houding.
Los van deze kritiek is het boekje zelf een relatief laagdrempelig overzicht en hierdoor alvast een aanrader.

Maar er was meer. Hoogleraar Bert De Smedt van de KU Leuven onderzocht de voorbije maanden namelijk de houding van Vlaamse leerkrachten en medewerkers van de Vlaamse Centra voor Leerlingbegeleiding (CLB) tegenover neurologie en neuromythes. Hij gebruikte onder andere de vragenlijst van Paul Howard Jones. En wat blijkt? Onze leerkrachten en clb-medewerkers scoren behoorlijk goed op kennis van het brein én geloven relatief minder neuromythes dan in de andere onderzochte landen.

Leerstijlen
De meest populaire mythe blijft wel leerstijlen waarin bijna iedereen lijkt te geloven. Dat de strijd hier nog lang zal zijn, werd trouwens op de studiedag pijnlijk duidelijk toen een pedagogische begeleider gevraagd werd commentaar op de literatuurstudie te geven. Hij gaf aan dat empirische evidentie een ding is, maar onderwijs iets anders en dat hij op basis van zijn persoonlijke ervaring in leerstijlen zal blijven geloven en dus ook blijven promoten. Verder bleken ook de Links-Rechts neuromythe (waarbij we een rationele en creatieve hersenhelft zouden hebben) en de idee dat bijvoorbeeld het trainen van motorische handelingen zouden helpen bij het leren van taal, wijdverspreide mythes. Positief was vooral dat veel leerkrachten (en nog meer clb-medewerkers) wel degelijk geloven dat onderwijs kan helpen als er in het brein iets mis gaat.

De conclusie? Het verhaal is nog lang niet klaar. Neurologie voor onderwijs is en blijft een jonge onderzoekstak met mogelijkheden en beperkingen. Als we samen met praktijkmensen en vooral ook andere onderzoekstakken verder op weg kunnen gaan, is het te hopen en te verwachten dat we nog vooral bij zullen leren.

Meer info: Tinne Van Camp, Lijne Vloeberghs, Bert De Smedt, Pieter Tijtgat, Christophe Lafosse, Els Dammekens en Anne Decelle, Krachtig leren.

Pedro de Bruyckere is docent Arteveldehogeschool Gent, België, en correspondent van Didactief.

Dit stuk werd eerder vandaag gepubliceerd op https://xyofeinstein.wordpress.com

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent