Werken aan gelijke kansen, inclusief onderwijs en betere basisvaardigheden: zonder voldoende, vakbekwame leraren is het onbegonnen werk. Geen wonder dat er grote zorgen bestaan over het oplopende lerarentekort. Hierdoor komt immers de onderwijskwaliteit, tijd en aandacht voor zorgleerlingen en, niet onbelangrijk, werkplezier onder druk te staan. Om dat tij te keren moeten we investeren in het vakmanschap van de leraar. Dat kan door leraren beter en meer te begeleiden, gerichte professionalisering in te zetten en te werken aan het verbeteren van leskwaliteit. Wat zegt de Staat van het Onderwijs 2023 hierover?
Beginnende leraren voelen zich niet altijd toegerust om alle aspecten van hun rol als leraar te vervullen, blijkt uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs. Ook hebben zij niet altijd de vaardigheden om (zorg)leerlingen goed te kunnen ondersteunen. Lerarenopleidingen duren immers maar vier jaar en veel kennis en vaardigheden moeten leraren opdoen in hun eerste jaren voor de klas. Als we hen vaker en vooral beter gaan begeleiden, zullen zij zich competenter voelen en minder snel uitvallen. Het is daarbij vooral belangrijk dat we aansluiten bij hun behoeften. Te vaak zien we, zo stelt de inspectie, dat beginnende leraren geen ondersteuning krijgen op de punten die ze nog lastig vinden, zoals het contact met ouders, het begeleiden van (zorg)leerlingen of het werken binnen de schoolorganisatie. Hierin investeren kan ervoor zorgen dat beginnende leraren blijven werken in het onderwijs.
Daarnaast is het belangrijk om te investeren in leraren die al langer voor de klas staan. Vergeleken met sommige Europese landen besteden leraren in Nederland veel tijd aan professionalisering. Maar de cursussen en opleidingen die zij volgen, blijken niet altijd effectief. Om verder te komen, hebben leraren inzicht nodig in de vaardigheden die ze nog kunnen verbeteren, stelt de Onderwijsinspectie. Op basis daarvan kunnen scholen gerichter werken aan het onderhouden en verder ontwikkelen van de kwaliteiten van het team. Een goed personeelsbeleid dat de professionele ontwikkeling van leraren centraal stelt, is daarin essentieel.
Wat er in de les gebeurt, bepaalt grotendeels de kwaliteit van het onderwijs. Uit de monitor leskwaliteit van de Onderwijsinspectie blijkt dat leraren de lessen veel effectiever kunnen maken. Daar waar het lesklimaat en het orde houden bij het grootste deel van de lessen op orde zijn, is verbetering mogelijk als het gaat om het geven van instructie, afstemming op verschillen tussen leerlingen en het stimuleren van zelfregulerend leren tijdens de les.
Zo zag de inspectie tijdens de instructie dat leraren niet altijd het nut van de les uitleggen en hun leerlingen ook niet altijd aanzetten tot dieper nadenken over de lesstof. Ook herhalen zij aan het eind van de les lang niet altijd wat kinderen zojuist geleerd hebben. Dit zijn belangrijke aspecten die het leerproces van leerlingen bevorderen. Als het gaat om afstemming op verschillen tussen leerlingen, zien we dat leraren de leerlingen die de stof al beheersen, niet altijd extra (uitdagend) werk geven. Leerlingen die de lesstof nog niet goed begrijpen, krijgen meestal wel extra uitleg.
De inspectie zag in bijna geen enkele les dat leraren het zelfregulerend leren van leerlingen stimuleren, terwijl dit leerlingen juist kan helpen om te reflecteren op hun eigen leerproces. Door op school feedback van collega-leraren of leerlingen te verzamelen, kunnen leraren hun eigen lespraktijk onder de loep nemen.
Goed onderwijs begint en eindigt bij het vakmanschap van de leraar. Ik pleit ervoor om juist in tijden van een lerarentekort daarin te investeren. Besturen en scholen moeten leraren in staat stellen om dat vakmanschap te vergroten en dit tot prioriteit maken. Dat kan onder andere door op school- en bestuursniveau beginnende leraren meer en vooral beter te begeleiden, gericht professionaliseringsbeleid te voeren en samen te werken aan betere lessen. In beleid gericht op het aantrekken, behouden en verbeteren van leraren hoop ik dat we kiezen voor aanpakken waarvan we weten dat ze werken, afhankelijk van de context van de school en de inhoud van het probleem. Meer ruimte voor vakmanschap draagt bij aan de aantrekkingskracht van het vak en aan goed onderwijs voor alle leerlingen.
Hannah Bijlsma werkt als leraar in groep 4 en is onderzoeker en projectleider bij de Onderwijsinspectie.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven