Got my mindset on you
Where is my mind
Where is my mind
Where is my mind
Way out in the water
See it swimmin'
Pixies - Where is my mind
Okee, een verzoekje aan docenten die dit lezen. Steek uw hand op (hieronder op ‘Share this article on Facebook’ klikken mag ook) als u een leerling wel eens hebt horen zeggen: ‘Ik hoef bij dit vak mijn best niet te doen, want ik kan het toch niet.’ Ook in elke lerarenkamer hoor je wel eens: ‘Als ze haar best zou doen zou ze het best kunnen, maar ze heeft de verkeerde instelling.’
Ook al weet iedereen wel ongeveer wat dat betekent, ‘instelling’ is geen wetenschappelijke term. In de wetenschap gebruiken we liever een woord als ‘attitude’ (waar bij deze leerling dan iets aan gedaan moet worden). Of we spreken van een lage ‘intrinsieke motivatie’ als iemand iets niet leuk vindt om te doen. De juiste houding en motivatie zijn misschien niet essentieel bij het leren, maar ze helpen wel, en ze maken het werk van een docent ook stukken aangenamer. Sommigen gaan zelfs zo ver te zeggen dat het voornaamste doel van onderwijs is om interesse of nieuwsgierigheid te kweken bij leerlingen, en dan komt de rest vanzelf, maar dat is een wel erg utopische gedachte.
Ik krijg zo nu en dan de vraag wat mijn mening is over de zogenaamde mindset-theorie. Als je eenmaal de naam hebt een ‘myth buster’ te zijn, dan is dat gezien de populariteit van die theorie wel te verwachten. Voor ons ‘boek 2’ is het een onderwerp waar ik onderzoek naar doe. Aan de hand van een recent onderzoeksartikel erover zal ik er hier op ingaan. In het (op het moment nog conceptuele) boek zal ik de historische achtergrond en het onderzoek ernaar in de volle breedte bespreken: dat is in ieder geval de bedoeling!
Mindset-theorie is een theorie die werd geformuleerd door de aan Stanford University verbonden hoogleraar psychologie Carol Dweck.
De theorie sluit eigenlijk naadloos aan bij de ‘verkeerde instelling’-gedachte: de manier waarop je over je eigen vaardigheden denkt, heeft invloed op je doen en laten. Centraal in de theorie staat de gedachte dat mensen hun basisvaardigheden als min of meer vaststaand zien (een fixed mindset) of juist als plooibaar (een growth mindset).
Het is niet moeilijk om binnen dat raamwerk allerlei fenomenen uit te leggen. Bijvoorbeeld: als je als leerling gewend bent dat bij de rekenles tegen je wordt gezegd: ‘Jij hoeft dit niet te doen, want dit gaat jou niet lukken’, dan wen je je een fixed mindset aan. Uit dit voorbeeld kunnen we ook afleiden dat de manier waarop een docent een leerling aanspreekt grote invloed kan hebben op het zelfbeeld, pardon de mindset, van die leerling. In haar boeken werkt Dweck deze gedachte verder uit.
Willekeurige tegelwijsheid
gebaseerd op mindset-theorie
Voor een psycholoog is dit alles eigenlijk niet echt nieuw, en het is dan ook niet zo vreemd dat Carol Dweck een student was bij de bekende sociaal-psycholoog Albert Bandura. Maar Dweck heeft dit alles verder uitgewerkt, met name de implicaties van het concept voor het onderwijs. Om onduidelijke redenen koos ze daarvoor de term ‘brainology’ (zie bijvoorbeeld de website van Dweck’s trainingsorganisatie MindsetWorks. Dat heeft ertoe geleid dat sommigen, bijvoorbeeld Stanfordhoogleraar rekenonderwijs Jo Boaler, een verband leggen tussen mindset en de hersenen. Zij vertaalt het spreekwoord ‘Al doende leert men’ als ´mistakes grow the brain´ (zie het pleidooi op de website van haar eigen bedrijf Youcubed), en heeft er onder andere voor gepleit om de leerling die de meeste fouten in een wiskundeproefwerk maakt het hoogste cijfer te geven. Dergelijke kort-door-de-bochtredeneringen hebben Dweck ertoe aangezet om haar uitspraken enigszins te nuanceren. Een leerling voor welke prestatie dan ook prijzen om daarmee een growth mindset te bevorderen kan juist tot het omgekeerde leiden, zegt Dweck. Voor workshopbegeleiders is er de komende tijd weer een hoop werk te verzetten.
Voor veel mensen zal dit allemaal wat gerommel in de marge zijn, en zal de vraag: ‘Klopt de theorie?’ een stuk belangrijker zijn. Dat is geen eenvoudige vraag. Een aantal onderzoeken heeft een positief verband tussen mindset en leren laten zien, maar met name bij wat grootschaliger onderzoek blijft daarvan erg weinig over. Dat kan van alles betekenen, waarbij een moeilijkheid is dat met het in kaart brengen van iemand’s mindset soms wel erg gemakkelijk omgesprongen wordt. Het onderzoek van Bahnik en Vranka (2017) bijvoorbeeld, dat ik hier in het bijzonder onder de aandacht wil brengen, gebruikt daar een test voor die uit slechts twee vragen bestaat (elk te beantwoorden op een 7-puntsschaal).
Een eenvoudig concept staat niet gelijk aan een eenvoudige toets, en zeker niet als niet eens zeker is of we hier met een eenvoudig concept te maken hebben. Bahnik en Vranka benadrukken nota bene zelf dat er bij mindset sprake is van een ‘continuum’. De twee Tsjechische onderzoekers keken naar de relatie tussen de mindset van in totaal 5653 studenten en hun prestatie op een aantal general academic prerequisites-tests (GAP) die een aantal academische vaardigheden maten (met een nadruk op verbale, rekenkundige en logische vaardigheden).
|
Voor deze test is allerlei oefenmateriaal beschikbaar, maar iemand met een fixed mindset gaat dat niet gebruiken, is de aanname. Mindset/theorie voorspelt dus een verband tussen mindset en academische vaardigheden: een fixed mindset zou tot een lagere prestatie leiden, een growth mindset tot een hogere. Als de correlatie tussen mindset en GAP bijvoorbeeld 0,4 zou zijn, dan zou mindset een deel van de variantie in GAP verklaren, en dat zou de theorie ondersteunen. De correlatie die in dit onderzoek werd gemeten was -0,03 oftewel: geen enkel verband. De onderzoekers probeerden op allerlei verschillende manieren andere verbanden te bekijken, en telkens was het antwoord hetzelfde: geen enkele relatie tussen mindset en GAP.
Afserveren dus, die mindset-theorie? Nee, zover hoeven we niet te gaan. Wel is deze studie de zoveelste in een rij die laat zien dat het voorspellend vermogen van mindset op academische prestaties laag of misschien wel verwaarloosbaar klein is. Daar horen wat mitsen en maren bij. Misschien vormen Tsjechische studenten wel een specifieke, zelfgeselecteerde groep van sterk gemotiveerde personen, wat het mindset-effect gemakkelijk zou kunnen overschaduwen. Of we meten mindset niet goed, en misschien zijn het juist de personen met een fixed mindset die dat niet willen toegeven of die het zelfreflectievermogen missen om dat over zichzelf te concluderen. We weten het niet. Wat wel duidelijk is, is dat de noodzaak in het onderwijs rekening te houden met de mindset van de leerling, en energie te steken in het omvormen ervan tot een growth mindset, op dit moment niet door onderzoeksdata ondersteund wordt.
Bahník, Š., & Vranka, M. A. (2017). Growth mindset is not associated with scholastic aptitude in a large sample of university applicants. Personality and Individual Differences, 117, 139-143.
Deze blog werd eerder hier gepubliceerd.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven