Curriculum.nu: waarom het proces een goede inhoud voorkomt.

Tekst Amber Walraven
Gepubliceerd op 25-09-2018
Ik schreef al eerder over Onderwijs2032. Al best een tijd geleden zie ik nu. Het ging toen over het voorlopige advies. Ik schreef onder andere dat het woord lerarenopleidingen er niet in voor kwam. Nou, sinds die tijd is er veel gebeurd.

Onderwijs2032 heet nu curriculum.nu en er zijn ontwikkelteams bezig met het ontwikkelen van het curriculum. De tweets van Curriculum.nu staan vol positieve verhalen van ontwikkelteams en ontwikkelscholen. Feedbackmomenten, tussenproducten, consultatiefases. Daarmee lijkt een heel gedegen proces gevolgd te worden. Ik zit zelf echter in een feedbackteam vanuit lerarenopleidingen (ja, nu mochten we wel meedoen!) en ik kan u zeggen: dat meepraten en denken is een farce.
 

Meepraten en meedenken met Curriculum.nu is een farce


Ergens in maart werd ik gevraagd om zitting te nemen in het feedbackteam Digitale Geletterdheid. In een mail van 20 maart word ik welkom geheten. Opvallend was de zinsnede dat bestuurders van universiteiten kritisch waren op de betrokkenheid van het HO bij de curriculumherziening en dat daarom feedbackteams vanuit de universiteiten zijn gevormd. Het was dus in eerste instantie al niet de bedoeling van de Curriculum.nu-organisatie…..
Goed, ik las dat ik 3 maal feedback ging geven op tussenproducten. Op 23 maart ontvingen we het eerste tussenproduct, waarop we als feedbackteam uiterlijk 27 april feedback moesten geven.
In onze feedback stond onder andere:

“ (1) Genuanceerder positioneren van digitale geletterdheid mbt onderwijsdoelen/leergebieden.
De invloed van ICT in het hele stuk wordt wat groots en meeslepend beschreven, alsof wanneer men ICT inzet als vanzelf leerlingen meer regie krijgen en nemen over het leren, een onderzoekende houding ontwikkelen, persoonlijke ontwikkeling en loopbaan opbloeien, en de rijkheid en samenhang van het onderwijs in leergebieden als vanzelf ineen klinkt. Op veel plaatsen in het stuk wint de tekst aan kracht als de boodschap wat genuanceerder wordt gebracht, bijvoorbeeld:
– p.2, digitale geletterdheid heeft als doel > digitale geletterheid kan bijdragen aan
– p.1, digitale technologie geeft leerlingen de mogelijkheid om onderwijs zelf vorm te geven > digitale technologie vergroot de mogelijkheden voor school, leraar en leerling om onderwijs zelf vorm te geven
– p.2 “Door te leren hoe digitale technologie werkt en hoe deze op de juiste manier kan worden aangesproken (computational thinking) leren leerlingen met behulp van digitale technologie problemen op te lossen en systematisch te zoeken naar informatie.”: Dat is een samenraapsel van vaardigheden die niet automatisch ontstaan, het wordt in de visie nogal causaal geformuleerd “als we hier aandacht aan besteden, dan ……”
– p.2: idem voor de koppeling die tussen ‘creëren met digitale technologie’ en leren leren. Te causaal geformuleerd, alsof leerlingen door het gebruiken van technologie deze ingewikkelde leren leren vaardigheden als vanzelf ontwikkelen. Hier is de technologie hoogstens dienend aan een doel tot leren leren dat leraren en leerlingen samen stellen.

Eén van de leden van het feedbackteam verwoordt de wijze waarop de invloed van digitale technologie als leidend in plaats van dienend wordt beschreven als volgt: “Hoewel ik een voorstander ben van leerlingen enige autonomie in hun leerproces geven, zou ik dat niet als doel van digitale geletterdheid of gevolg van digitale geletterdheid willen aanmerken. Om echt goed informatie te kunnen beoordelen of creatief te zijn binnen een vakgebied met media, is er echt basiskennis van dat vakgebied nodig. De koppeling met vakinhoudelijke kennis, en het onderkennen van het belang er van mis ik in deze visie.” Voor het verweven van digitale geletterdheid met andere vakken doen wij de suggestie om (ook) andersom te redeneren: binnen de vakinhoud kijken naar wat de belangrijkste kennis is, en dan kijken hoe kennis, omgaan, nadenken en creëren over en met digitale technologie daarin een plek kan krijgen. Vakinhoud centraal en mogelijke koppelen aan digitale geletterdheid dus, en niet digitale geletterdheid als uitgangspunt nemen.”

U mag raden wie dat ene lid van het feedbackteam was….

Verder stond er:

“(3) Wetenschappelijke onderbouwing. Tot slot de opmerking dat wij de wetenschappelijke onderbouwing van een en ander missen in het stuk. De bronnen zijn overwegend van beleidsmatige aard. Op verschillende plaatsen in de visietekst hebben wij behoefte aan onderbouwing vanuit wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld:
– De bewering dat digitale technologie nieuwe onderwijsmogelijkheden voor zelfregie geeft;
– Een definitie van digitale geletterdheid (op p.1 staat: ‘leerlingen zijn digitaal geletterd als ze overweg kunnen met en inzicht verkrijgen in ICT, digitale media en andere technologieën die hiervoor nodig zijn’, welke bron(nen) ligt aan deze definitie ten grondslag?)
– P.3. Digitale geletterdheid heeft zowel een verbindende als een versterkende rol
– Onderbouwing bij ‘zelfredzaamheid’ als doel: wat is het, hoe kan digitale geletterdheid daaraan bijdragen”

 

Dat je nog geen netjes opgmaakte lijst heb snap ik, maar je MOET in staat zijn je hoofdbronnen te noemen als iemand er om vraagt


(Over die onderbouwing, ik zag iemand vragen naar de bronnenlijst. De reactie van curriculum.nu was dat het team andere prioriteiten had dan het samenstellen van de bronnenlijst. Dat je nog geen netjes opgmaakte lijst heb snap ik, maar je MOET in staat zijn je hoofdbronnen te noemen als iemand er om vraagt…)

We hebben als team ons best gedaan om feedback te geven (en zelfs wetenschappelijk bronnen aangedragen!). Constructief, maar ook kritisch. We hebben GEEN ENKELE REACTIE op onze feedback gekregen. Geen vervolgvragen, geen toelichting. Oh wacht, ik vergis me. Op 16 mei kregen we het verzoek of we voor 18 mei konden aangeven of we 23 mei aanwezig konden zijn bij de tweede feedbackronde. Want, de ontwikkelteams WAREN BEREID om met ons in gesprek te gaan. Ze zouden daar zelfs in hun drie-daagse ontwerpfestijn ruimte voor maken in hun programma! Of een van ons op 23 mei het leuk zou vinden om tussen 17.00 en 19.00 in gesprek te gaan.
 

Hoe serieus neemt Curriculum.nu expertise van wetenschappers eigenlijk?


Nou viel dat op een woensdag, en dan werk ik niet. Maar dan nog. Minder dan een week van te voren, (ja, ze begrepen wel dat de uitnodiging laat was, daar kregen we dus excuses voor), en dan twee uurtjes tijdens etenstijd? Hoe serieus neem je onze expertise dan eigenlijk? In een reactie op kritiek op het proces in de NRC van 10 en 11 juli geeft Curriculum.nu aan dat er inbreng van curriculumexpertise is. Dat wetenschappers reflecteren op de producten. Ja, dat doen we, maar als jullie er niks mee doen, kan je het ons net zo goed niet laten doen. Als je kritisch twittert over de inhoud van de plannen, dan krijg je terug dat iedereen inspraak had kunnen geven, dat er advies gevraagd is en dat de teams open staan voor commentaar. Ik heb daar ernstige twijfels over, er is mij niet uitgelegd wat er met onze feedback gedaan is. Ik vind het ook niet mijn verantwoordelijkheid om dat te vragen.

Niemand van ons kon die 23ste mei. Tot nu hebben we niks meer vernomen van het ontwerpteam.

 

Amber Walraven is assistent professor aan de Radboud Docenten Academie.
Deze blog verscheen eerder op de blog 
Amber Walraven’s Research and Teaching

 

Curriculum.nu reageerde als volgt op deze blog: 

Beste Amber Walraven,

Wat vervelend dat u negatieve ervaringen heeft in het feedbackproces. We gaan graag met u hierover in gesprek, hierbij alvast een eerste reactie.

De feedback die wordt geleverd door lerarenopleidingen, het vervolgonderwijs in den brede en anderen wordt zeer serieus genomen door de ontwikkelteams. Ze lezen alle feedback en trekken daar conclusies uit op basis waarvan ze hun tussenproducten aanpassen. Het is gezien de grote hoeveelheid reacties (in eerste fase 462 namens 6.421 personen en na tweede ontwikkelsessie 492 namens 8.255 personen) niet mogelijk om iedereen een persoonlijke toelichting te geven op de feedback. Ook zijn er tientallen bijeenkomsten met de ontwikkelteamleden elke consultatiefase (archief bijeenkomsten). Het team laat daarom in het consultatieverslag na iedere ronde weten hoe ze om zijn gegaan met de feedback, maar dat blijft natuurlijk op een algemeen niveau. Ontwikkelteam Digitale geletterdheid neemt graag met u uw feedback en overige punten door en hoe daarmee is omgegaan. Daarnaast willen we het proces doornemen, ook met VSNU, om te kijken hoe we dit verder kunnen versterken. Vooruitlopend op dit gesprek alvast een aantal punten.

• De betrokkenheid van hoger onderwijs en lerarenopleidingen wordt door de teams en de Coördinatiegroep van groot belang gevonden. Daarom is hun inbreng op verschillende manieren georganiseerd. Zo hebben we het vervolgonderwijs gevraagd input te geven voordat de ontwikkelteams zijn gestart. Daarnaast hebben de VH, de VSNU en de mbo-raad op ons verzoek op eigen wijze hun feedbackstructuur ingericht, om te zorgen dat gedurende het gehele proces voor alle leergebieden en bij elke consultatiefase feedback gegeven wordt. De brief waar u naar verwijst is dan ook de uitnodiging vanuit VSNU om deel te nemen aan de feedbackteams. Er is daarnaast overleg met de lerarenopleidingen in gemeenschappelijk verband, zoals ADEF, LOBO en ICL. Volgende week wordt er gesproken met vakdidactici van universitaire lerarenopleidingen. Er is net een reflectieronde geweest met vakinhoudelijke experts. Er is een adviesgroep ingesteld van wetenschappers die adviseert over het gehele proces, drie leden van de adviesgroep zijn verbonden aan lerarenopleidingen. Dit geldt ook voor diverse vakinhoudelijke experts die betrokken zijn.

• De uitnodiging voor deelname aan de ontwikkelsessie was inderdaad op een laat moment, dat betreuren wij. Het is helaas bij digitale geletterdheid niet gelukt om deelname te organiseren van de universiteiten voor het gesprek dat georganiseerd werd tijdens de tweede ontwikkelsessie. Er was wel een vertegenwoordiging van de hogescholen en het mbo aanwezig. Bij andere leergebieden was er een vertegenwoordiging van alle sectoren. Het persoonlijke gesprek over de feedback die meegegeven wordt vanuit het vervolgonderwijs is heel verhelderend en plezierig. We organiseren dit gesprek dan ook graag structureler. We zullen we met de VSNU bespreken of we in navolging van de bijeenkomsten die plaatsvinden met het hoger onderwijs en het mbo, dit ook kunnen organiseren met de feedbackteams van de VSNU.

Ik zal u bellen om een afspraak te maken.
Met vriendelijke groet,
Ingrid Brummelman, namens Curriculum.nu

Verder lezen

1 Curriculum.nu Nederlands - een afslag te vroeg

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent