Bewust doeltaalgebruik

Tekst Marjon Tammenga-Helmantel en Christine Vidon
Gepubliceerd op 18-07-2018
Binnen een PLG werden het afgelopen halfjaar stappen gezet naar meer en bewuster inzet van moderne vreemde talen in de les.

Van januari tot juni van dit jaar bood het Expertisecentrum Vakdidactiek Noord (EVN) een professionele leergemeenschap (PLG) aan rond een hot issue in de vakdidactiek van de moderne vreemde talen (mvt): doeltaalgebruik in het klaslokaal. Vier docenten Frans en een docent Duits keken met twee vakdidactici naar de eigen onderwijspraktijk en zetten stappen naar meer en bewuster inzet van de vreemde taal in hun lessen.

Doeltaalgebruik

Het gebruik van de vreemde taal in de mvt-les is in Nederland niet vanzelfsprekend. In een les Duits of Frans klinkt vooral heel veel Nederlands en als de vreemde taal wordt gebruikt dan vooral door de docent (Haijma, 2013; West & Verspoor, 2016). Zowel docenten als leerlingen zouden dit graag anders zien, maar krijgen het om uiteenlopende redenen niet voor elkaar of houden het niet vol (DIA, 2010; Oosterhof et al., 2014; Tammenga-Helmantel & Mossing Holsteijn, 2016). Redenen die docenten noemen variëren: soms twijfelen ze aan hun eigen taalvaardigheid, soms kost het ze te veel energie en tijd, soms is de weerstand bij leerlingen te groot (ik snap er niets van), soms voelen ze zich niet gesteund door schoolleidingen of collega’s, soms is de inhoud van de les te ingewikkeld, soms verleidt een schoolboek hun tot het gebruik van het Nederlands.

Cold turkey

In de PLG ‘Bewust doeltaalgebruik’ werden ervaringen uit de eigen les gedeeld en geanalyseerd, waarbij de focus veelal lag op de vakdidactische middelen die je als docent kunt inzetten om de doeltaal in je onderwijs in te zetten. In zes bijeenkomsten van drie uur op de vrijdagmiddag deelden docenten hun ervaringen met elkaar en met een vakdidacticus Duits (eerste auteur) en Frans (tweede auteur). De eerste bijeenkomst stond in het teken van kennismaking en verkenning van elkaars ervaringen met doeltaalgebruik. Verder werd er een overzicht gegeven van de actuele stand in onderzoek op het gebied van doeltaalgebruik. Waar didactici zo’n tien jaar geleden nog een pleidooi moesten houden voor het gebruik van de doeltaal als kwaliteitskenmerk, blijken de meeste Nederlandse mvt-docenten daarvan nu wel degelijk overtuigd. Focus ligt dan ook op de implementatie daarvan in de lespraktijk en de passende didactiek.

In de tweede en derde bijeenkomst volgde meer voeding op het gebied van doeltaalinzet, namelijk door een externe expert, docent Frans en onderzoeker Wim Gombert, en door het delen van inhoud in gelezen publicaties rond dit thema. Met name de doeltaalladder van Kwakernaak (2007) bleek een handig instrument om inzichtelijk te krijgen, welke lesonderdelen relatief eenvoudig in de doeltaal kunnen worden gedaan en welke bij een volgende de stap realistisch zijn om aan te pakken. Begroetingen en korte standaardinstructies (Pak je boeken op pagina 55! en Tassen van de banken!) zijn makkelijk; een volgende stap kan dan zijn om ook wat langere en/of complexere instructies in de doeltaal aan te bieden.

De laatste drie bijeenkomsten waren werkbijeenkomsten waarin geschreven werd aan een visietekst (hoe wil ik het idealiter hebben in mijn les als het gaat om doeltaalgebruik?) en waarin concrete plannen werden gesmeed voor de uitvoering in de eigen lespraktijk. Zo gingen sommigen voor onderwijs volledig in de doeltaal, waarbij de lessen in een nieuwe klas cold turkey of gefaseerd overgingen in de vreemde taal. Anderen wilden overwegend doeltaal laten klinken in de les, maar wilden het Nederlands niet dogmatisch uit de les weren. Zo moest grammatica-uitleg nog gewoon in het Nederlands mogen. Begroetingen, instructies, het bespreken van gemaakte opdrachten en informeel contact in de klas zouden ‘gewoon’ in de doeltaal moeten. In twee ronden werden deze plannen in kleine stapjes opgezet en tussentijds uitgeprobeerd in de eigen klas. De ervaringen werden dan in een volgende sessie gedeeld en van feedback voorzien, waarna een volgende stap werd gepland. De laatste sessie sloot af met een plan van aanpak voor het volgend schooljaar en een evaluatie.

Franse lesstart

De PLG bood de deelnemende docenten de mogelijkheid ervaringen en kennis uit te wisselen over hun eigen doeltaalgebruik in de klas. De gesprekken waren zeer openhartig en verhelderend. Het was bovendien vaak een feest der herkenning: ze bleken als docent niet de enigen die wat wilden met hun taal in de klas en die worstelden met doeltaalinzet. De input van de vakdidactici en van Wim Gombert werd als zeer inspirerend ervaren. In de werksessies kwamen de docenten tot plannen voor de eigen lespraktijk, die heel concreet en afgebakend waren en daarmee haalbaar.

Sommigen kozen voor de lesstart en bereidden in detail het bespreken van het programma van de les voor in het Frans. Heel bewust moest worden doordacht, wat je nou precies zegt aan het begin van de les en wat dat dan in het Frans zou moeten worden. En dan wel in een soort Frans dat de leerlingen ook zouden begrijpen, dus met bekende woorden, in een rustig spreektempo en met visuele ondersteuning. Iets wat al jaren helemaal vanzelf ging, werd opeens weer nieuw en spannend. Een collega waagde zich aan de uitleg van de overtreffende trap in het Frans, terwijl een ander probeerde leerlingen te verleiden de doeltaal te gebruiken door ze eigenaar te laten worden van de klassentaal: leerlingen moesten zelf bepalen wat zij nodig hadden in het Duits in een les. Wat wil je kunnen zeggen en hoe zeg je dat dan in het Duits?

Geef het programma van de les
ens in het Frans: hoe doe je dat?

De uitgevoerde plannen werden in een volgende sessie besproken, waarbij het opviel hoe goed de deelnemers elkaars ervaringen konden voorzien van complimenten en van wijze raad voor een nieuwe poging. De stemming was elke keer heel optimistisch en stimulerend voor alle betrokkenen. Alle docenten zetten stappen in hun doeltaalgebruik en waren zich door het inzoomen op kleine stappen zeer bewust van wat ze deden en waarom. Een voorbeeld was het geven van het programma van de les in het Frans: wat zeg je precies wel en ook juist niet? Wat bied je als ondersteuning aan woorden en beelden op een power point? Welke woorden zullen de leerlingen kennen of kunnen afleiden uit andere talen? Opvallend was dat de deelnemers de PLG ook gebruikten voor het delen van andere zorgen of vragen die ze hadden rond hun lesgeven. Dit was soms vakgerelateerd (welk lesboek gebruik jij? of hoe staan je sectiegenoten tegenover doeltaalgebruik?), soms ook breder (hoe kijkt jullie leiding aan tegen x of y? wat gebeurt er aan onderwijsvernieuwing, zoals Curriculum.nu, op jouw school? welke klassengrootte is acceptabel?).

Hoe verder?

De deelnemers hebben een plan opgesteld voor een volgende stap en zullen die uitvoeren in hun lessen. Na het geven van standaardinstructies in de doeltaal wordt bijvoorbeeld als volgende de instructie voor zelfstandig werken in de vreemde taal gegeven. Hun visietekst kan helpen om stappen te blijven zetten. De vakdidactici blijven ook na het afsluiten van deze PLG beschikbaar voor advies. Op verzoek van twee deelnemers uit de PLG is er een maatwerktraject rond dit thema opgezet, dat in hun school komend jaar wordt uitgevoerd met de verschillende talensecties aldaar. Informatie over het maatwerktraject kunt u krijgen via de auteurs: [email protected] en [email protected]

Bronnen

DIA (2010). Rapport belevingsonderzoek Duits. Amsterdam: Duitsland Instituut Amsterdam.

Haijma, A. (2013). Duiken in een taalbad: onderzoek naar het gebruik van doeltaal als voertaal. Levende Talen Tijdschrift, 14(3), 27‒40.

Kwakernaak, E. (2007). De doeltaal als voertaal, een kwaliteitskenmerk. Levende Talen Magazine, 94(2), 12‒16.

Oosterhof, J., Jansma, J., & Tammenga-Helmantel, M. (2014). Et si on parlait français? Praktijkgericht onderzoek naar het doeltaal-voertaalgebruik van docenten Frans in de onderbouw. Levende Talen Tijdschrift, 15(3), 15‒27.

Tammenga-Helmantel, M., & Mossing Holsteijn, L. (2016). Doeltaal in het moderne vreemde talen onderwijs. Gebruik en opvatting van leraren in opleiding. Report, University of Groningen & Meesterschapsteam Vakdidactiek MVT, Groningen.

West, L., & Verspoor, M. (2016). An impression of foreign language teaching approaches in the Netherlands. Levende Talen Tijdschrift, 17(4), 26-36.

 

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent