Een plek voor de kinderen

Tekst Paulien
Gepubliceerd op 03-06-2020
Brief van een moeder over ruim twee maanden thuisonderwijs met haar drie zonen.

Beste A,

Hoe het hier verder reilt en zeilt? Ik mag niet klagen. Iedereen is gezond, ook de opa's en oma's. We vechten elkaar de tent niet uit. De jongens hebben de luxe dat hier genoeg laptops zijn en hun ouders kunnen helpen bij huiswerk. Maar toch: ook ik dank god dat de scholen weer een beetje open zijn. David (groep 8) en Siep (groep 2) gaan op dinsdag en vrijdag naar school. Jan (tweede klas middelbare) is vandaag weer naar school gegaan. Zijn terugkeer valt precies in de week dat de andere twee weer een week (gezellig!) thuis zijn vanwege de Pinkstervakantie...

Op een middelbare school met 1800 leerlingen moet je in coronatijd niet al teveel verwachten van ‘naar school gaan’. Tot de zomervakantie melden ze zich één (1) keer per week 2,5 uur in het domein waar dan een soort van begeleiding plaatsvindt. Daar is ongetwijfeld goed over nagedacht ;-)

Ik ben gek op mijn gezin, geniet - normaal gesproken - van hun aanwezigheid, hun vrienden over de vloer, gister liepen hier drie eigen plus twee aanleuners, dus vijf jongens in en uit. Na de verplichte huiswerkkost zijn ze ruim voor de lunch klaar en begint het circus. Als ik mijn laptop een soort van openklap, hoor ik: Mama, mag ik op de Playstation, mag ik een filmpje kijken, wil jij Craw en Leo voor mij tekenen? Wat is een stiftgedicht? Wil je helpen met mijn boekendoos? Wil je me filmpen op de trampo, mag ik met Guus spelen? Nee, Guus is naar school, met Ties dan? die ook, en Kate? Ja, Kate is ook op maandag naar school.

Gelukkig is klasgenoot Dylano wel beschikbaar. Met wat appen over en weer staat hij binnen no time op de stoep. Hij heeft een kuchje, vanwege hooikoorts, zegt zijn moeder er achteraan, of dat een bezwaar is? Nee hoor, zeg ik snel. Ze spelen toch vooral buiten, op het net gemaaide gras, of dat een bezwaar is, vraag ik op mijn beurt. We verleggen onze grenzen. Liever een snotterend vriendje aan boord dan een eigen kind dat op de bank hangt.

De jongens zijn klaar met thuisonderwijs. Ik ook. Het was echt waardevol hoor. Plaatsvervangend juf zijn, zien  wat ze leren, hoe ze leren en vooral hoe je ze kunt (de)motiveren, daar kan geen tien minuten gesprek, themaweek of kijkavond tegenop.

Ik kan alle stemmen en gezichten van Jans docenten dromen. De aardige Kitty van Duits die haar leerlingen steeds complimenteert met hun aanwezigheid, Vincent van Engels die gemiddeld achttien keer per minuut over zijn baard wrijft, z’n docent Frans met meisjesstem die haar les na tien minuten moest afkappen omdat een of andere onverlaat haar steeds wegdrukte. En dan Peter, leraar Nederlands die ondanks zijn krakerige stem iederéén bij de les houdt.

Aandacht, geduld en persoonlijke benadering is bij thuisonderwijs misschien wel het allerbelangrijkst. David doet zijn ding, vindt het op school oké, zijn grootste teleurstelling is dat hij in de pauze niet meer mag voetballen op het plein en dat zijn groep 8 kamp naar Texel is afgeblazen. Hij is blij dat zijn laptop heeft plaatsgemaakt voor het papieren huiswerkboekje. Geen stress meer van verkeerde opdrachten maken, niet in het programma komen of onoverzichtelijke postbus vol mails van zijn juffen.

Siep is sinds de meivakantie niet meer te motiveren voor thuisonderwijs. Na een paar weken Google classroom begon het diepe zuchten. Tekenen, knutselen en spelenderwijs leren lukt hem nog wel, maar ik merk dat ik als thuisjuf steeds minder enthousiast ben over zulke opdrachten, bordspelletjes en letterspeurtochten door de wijk. Blijkbaar is de rek er na twee maanden uit. Het geoorloofde uurtje schermtijd wordt sinds de meivakantie vaker wel dan niet overschreden.

De vijfjarige speelde de afgelopen twee weken een spel voor 9-plussers op de iPad. Totdat hij verslavingsverschijnselen kreeg. Goedemorgen vergat te zeggen en op eigen houtje naar beneden ging voor een shotje Brawlstars. De maat was vol, toen hij zich met iPad en al opsloot in de wc en ik de iPad uit de prullenbak viste toen ik hem beval de deur van het slot te halen. Een afkickkliniek was gelukkig niet nodig. Maar ons steeds losser wordende opvoedregime schreeuwt wel om aanpassing. Ik denk zelf aan een plek voor de kinderen waar ze vijf dagen per week naar toe kunnen. Van half negen tot een uur of drie leren, socialiseren en bewegen. Opdat de discussies thuis over wel/niet aankleden, werkjes wel/niet maken en het wel/ niet op een scherm mogen tot een minimum worden beperkt en het thuisklimaat zich hiero weer in ere kan herstellen ;-) 

Liefs en tot gauw, gaan jullie voor de zomervakantie nog naar kantoor?

Paulien
 

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent