Interview

Zet ook de ramen open!

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 15-01-2024 Gewijzigd op 12-01-2024
Beeld Shutterstock
Nog beter reken-wiskundeonderwijs begint bij de leraar. Maar van wie leert de juf rekenen? Van de lerarenopleider. In Amsterdam en Utrecht zijn momenteel verdiepingscursussen voor deze doelgroep.

Michiel Veldhuis, onderzoeker en lerarenopleider PO, Hogeschool Ipabo Amsterdam en Universiteit Utrecht:

‘Kennis bijspijkeren, vakdidactische tips uitwisselen met collega’s, en praktijkonderzoek doen. Zo luidt de samenvatting van de verdiepingscursussen voor lerarenopleiders rekenen-wiskunde die nu op verschillende plekken in Nederland worden gegeven. Ze duren twee jaar voor pabo-docenten (tien bijeenkomsten), een jaar voor lerarenopleiders vo (vijf).

Pabo-docenten hebben veel praktijkkennis, maar niet altijd evenveel kennis van de vakdidactische wetenschappelijke literatuur. Het docentenkorps is heel gevarieerd, van mensen die zelf pabo hebben gedaan en een master ernaast, tot promovendi in de wiskunde. Voeg daar bij dat de vakgroepen rekenen-wiskunde op pabo en op eerstegraads opleidingen vaak klein zijn en het verloop soms groot. Lerarenopleiders vo zijn vakinhoudelijk wat steviger opgeleid, maar in de hectiek van alledag is die kennis soms ook weggezakt. Mensen hebben het gevoel dat ze leren en weer “aangezet” worden.

Ze sparren veel met elkaar: Hoe pak jij iets aan? Ze krijgen theoretische onderbouwing en delen praktische handvatten met elkaar. Waarom doe jij dat zo? Er is aandacht voor het ontwerpen van onderwijs, maar ook voor de uitvoering, voor toetsen, voor de nieuwste stand van zaken in de wetenschappelijke literatuur. We zetten de ramen en deuren als het ware wijd open. We bekijken ook de klassiekers opnieuw: in de cursus VO zit bijvoorbeeld het artikel van Anna Sfard uit 1991 over objecten in de wiskunde (lees hoofdstuk 4, Gun je leerlingen een eureka-momentje, uit Leer ze rekenen). Sfard legt haarfijn uit waarom wiskunde leren ingewikkeld is; door het leerproces te ontrafelen laat ze zien hoe leerlingen het toch onder de knie kunnen krijgen.

In de cursus voor pabodocenten staan we ook stil bij de peilingsonderzoeken van de inspectie. Hoe moet je die resultaten lezen en hoe kan je daar met studenten over praten? Wat vertellen resultaten van internationale toetsen zoals PISA en TIMSS ons eigenlijk? In Singapore zegt de overheid letterlijk: Wij willen goed scoren op die toetsen. Maar in Nederland zijn we meer bezig zijn met wat kinderen moeten kunnen om zich te redden in de maatschappij. En dan zit er een groot verschil tussen wat internationale toetsen meten en wat wij belangrijk vinden: die maatschappelijke redzaamheid. Het gesprek daarover met lerarenopleiders is waardevol.

De pabo-cursisten doen in het tweede jaar een praktijkonderzoek waarin ze hun eigen onderwijs herontwerpen. Bij Hogeschool KPZ heeft dat geresulteerd in een nieuw module in het eerste jaar. Zo snijdt het mes aan twee kanten.

We proberen te leren van elkaar en van lerarenopleidingen over de grens. Hoe maken we het rekenonderwijs nog effectiever om studenten zo goed mogelijk voorbereiden op de praktijk, wetende dat rekenen-wiskunde op de pabo maar een van hun vakken is, en dat ze na vier jaar echt nog niet klaar zijn maar al wel voor die klas komen. Ze moeten veel weten om straks - na een jaar of vijf, met wat ervaring - de goede vraag te stellen. En die basis wordt toch op de lerarenopleiding gelegd.’

 

Details van het vak

Marloes van Hoeve, lerarenopleider VO, Instituut Archimedes, Hogeschool Utrecht:

‘Ik heb het gevoel dat mijn kennis van rekenen-wiskunde wordt opgerekt, en er steeds meer laagjes bij komen, waardoor ik de details van mijn vak weer beter begrijp. En dat al na twee bijeenkomsten van de cursus vakdidactiek voor lerarenopleiders! Ik word weer wakker geschud. Ik combineer mijn werk op de Hogeschool met werken in het VO, sinds dit jaar op de Waldorf Vrije School in Utrecht. Ik zag mijn leerlingen dichtklappen toen ik over breuken begon. Dat hebben ze toch al gehad, dacht ik? Maar het is ook ingewikkeld: een breuk is immers een object (½ is gewoon een halve pizza), maar het is ook een proces, namelijk 1 gedeeld door 2. In de cursus kon ik nadenken over andere aanpakken met collega’s. We helpen elkaar met het actueel houden van ons materiaal en we sparren met elkaar hoe we het meenemen in de lessen vakdidactiek op lerarenopleiding. Ook wordt de drempel om contact op te nemen als je ergens mee zit een stuk lager. Lesgeven wordt zo makkelijker. We krijgen bovendien veel literatuur waar ik veel aan heb, laatst bijvoorbeeld over embodiment. Dan krijgt de toepassing van beweging in je klaslokaal, bij het uitleggen van negatieve en positieve getallen, weer extra verdieping. Wat ik er ook uit meeneem, is dat je als docent snel vergeet hoe complex wiskunde soms is en hoeveel je zelf al weet. Het is goed om daar vaker bij stil te staan.’

 

Rijke rekenvragen

Marielle Elburg, lerarenopleider PO, Hogeschool KPZ, Zwolle:

‘Hoeveel liter water gebruikt een leerling gemiddeld per dag? Wat kost het school als we alle wanden van het klaslokaal verven? Past de wereldbevolking in de provincie Utrecht? Elke reken-wiskundeles start bij ons vanuit een rijke rekenvraag. Op de basisschool worden veelal gesloten vragen gesteld waarbij leerlingen op zoek gaan naar dat ene juiste antwoord. Dat ligt hier ingewikkelder. Bij rijke vragen gaan leerlingen redeneren: hoe vaak ga je naar de wc en hoeveel water spoelt er dan door? Dat redeneren moeten leraren ook kunnen. Samen met collega Nicole Scholten heb ik daarom voor het praktijkonderzoek in de cursus een module wiskundige attitude ontwikkeld voor alle eerstejaars pabostudenten. Ze leren nu zelf rijke rekenvragen te formuleren en te onderzoeken waar die aan moeten voldoen. Dat vinden ze soms lastig, want ze moeten leerlingen dan vrij laten in hun oplossingsproces en weten nog niet waar leerlingen mee gaan komen, dat is voor velen spannend. Maar veel oefenen, veel zelf doen helpt om steeds beter de kern eruit te halen hoe leerlingen redeneren en om hun oplossingsstrategieën te doorgronden. En dan valt er zoveel winst te behalen in de klas.’

 

Dit artikel verscheen in de OCW-special Naar een sterke basis rekenen-wiskunde van Didactief, januari 2024.

Verder lezen

1 Streetwise rekenen

Click here to revoke the Cookie consent