Nieuws

Ze bedenken altijd hoe het anders kan

Tekst Elleke Bal
Gepubliceerd op 24-01-2017 Gewijzigd op 23-01-2017
Beeld De Beeldredaktie
Tijdens een ochtend onderzoeken en ondernemen (O&O) op het Groene Lyceum van Lentiz Dalton in Naaldwijk halen leerlingen alles uit de kast.

‘Zullen we hier nog een raam in maken?’ Sander (13) draait zijn houten huis wat in het rond. Samen met Nout (12) werkt hij aan de maquette van een township, de jongens zijn druk in overleg. De contouren van hun krottenwijk worden al zichtbaar, maar er moet nog heel wat gebeuren, een tafel verderop zijn twee meiden al begonnen met de aanleg van waslijnen.

Het is donderdagochtend op het Lentiz Dalton in Naaldwijk, een ochtend waar de leerlingen van het Groene Lyceum zich op verheugen. Ze hebben dan vier uur het vak O&O - onderzoeken en ondernemen. In dit geval kregen de eersteklassers de opdracht: zorg dat je weet wat een township is, en neem materialen mee om er een te kunnen bouwen. Een programma van eisen hoort er ook bij, vertelt docent Nils Garama. Een van de huizen in het township moet bijvoorbeeld open en binnenin zichtbaar zijn. En dan zijn er bij iedere opdracht competenties die hij bij de leerlingen wil zien. In deze les draait het om onderzoeken, materialen en middelen inzetten, samenwerken en overleggen.

Zelfstandige kinderen

De eersteklassers zijn volop aan het werk, in het klaslokaal hangt een werksfeer. Er wordt gezaagd, geverfd, geplakt en gemeten. Leerlingen staan aan verhoogde werktafels bezaaid met papier, scharen, hout, zand en verf. ‘Townships heb je niet alleen in het buitenland hoor,’ vertelt een leerling die bezig is met het aanleggen van een moestuin. Ze bouwt samen met klasgenoten een sloppenwijk uit de jaren ’30, crisisjaren in Nederland.

Intussen staan de stanleymessen in de belangstelling. ‘Meneer, hij loopt met z’n mes te zwaaien!’, klinkt het al snel. Garama grijpt even in. Daarna loopt hij op een groepje af dat bezig is een zandweg aan te leggen. ‘Als we deze maquette verplaatsen, wat gebeurt er dan met dat zand? Juist, dus wat gaan jullie doen om dat te voorkomen?’ De leerlingen overleggen. Ze besluiten er een rand omheen te bouwen.

‘Het zijn zelfstandige kinderen, ze zijn gewend om veel zelf te doen,’ zegt Garama even later. ‘Ik probeer zoveel mogelijk vragen te stellen, in plaats van instrueren.’ Garama is van oorsprong wiskundedocent. En ook de wiskundeles maakt hij voor deze groep praktisch, door opdrachten bijvoorbeeld in de context van ondernemerschap te plaatsen. ‘Het kenmerkende aan deze leerlingen is dat ze intelligent zijn, maar liever op een praktische manier leren,’ zegt hij.

Iets anders dan mavo

Iets meer dan vijf jaar geleden begon het Lentiz Dalton in Naaldwijk met het Groene Lyceum. Voorheen was de school alleen een Dalton mavo. ‘Uit gesprekken met ouders, leerlingen en leerkrachten wisten we dat er behoefte was aan meer moderne vormen van onderwijs. Dat er leerlingen zijn die liever vanuit een praktijkcontext willen leren,’ vertelt teamleider Ursula van Rest.

Op het Groene Lyceum kunnen leerlingen nu versneld hun mavo en mbo-4 diploma halen (zie kader), om vervolgens meteen naar het hbo door te kunnen. Ze krijgen aan het eind van hun opleiding de kwalificatie Manager groene detailhandel, die toegang geeft tot de meeste hbo-opleidingen. De leerlingen die het Groene Lyceum trekt, hebben flinke capaciteit, zegt Van Rest. Maar leren door te doen past beter bij hen. Lentiz telt inmiddels 250 Groene Lyceum-leerlingen, de eerste lichting zal dit jaar afstuderen.

Vooroordelen

Het Lentiz staat middenin het Westland, bekend om zijn glastuinbouw. De school trekt veel kinderen van ondernemers uit nabijgelegen dorpen. Mensen hebben er vaak vooroordelen over, zegt Van Rest. ‘Ze denken aan kassen en tomatenplukkers.’ Terwijl de economische bedrijvigheid veel breder is, denk aan de transportsector, bedrijven die machines maken voor de tuinbouw en zadenselectie. Bovendien gaan veel producten uit het Westland naar het buitenland. Daarom is het Groene Lyceum hier tweetalig geworden, leerlingen in het tweede leerjaar zijn de eerste tweetalige lichting.

De school onderscheidt zich niet alleen door het vak O&O, leerlingen krijgen ook praktische sectororiëntatie, een vak waarin ze het bedrijfsleven beter leren kennen. Ze bezoeken dan ondernemingen of bedrijven komen naar school. Daarnaast zijn er volop stages, in het derde leerjaar is er een stageweek, in het vierde en vijfde leerjaar lopen ze vier weken stage (zie ook p.14-15). Leerlingen die niet versneld afstuderen binnen vijf jaar, lopen in het zesde jaar nog 20 weken één dag per week stage, en zes weken aaneengesloten.

‘Het is niet makkelijk om een stageplek te vinden’, zegt Van Rest, maar in het vijfde leerjaar is iedereen onder de pannen. Ze waaieren uiteen naar verschillende bedrijven: van hoveniers en chocolatiers tot tuincentra en bedrijfjes in de Rotterdamse Markthal.’

'Deze leerlingen zijn intelligent, maar leren liever op een praktische manier.'

Doelgerichte leerlingen

Binnen het Lentiz Groene Lyceum is alles gericht op de doorstroom naar het hbo, zegt Van Rest. Leerlingen raken bedreven in plannen, samenwerken en organiseren. De school zorgt er ook voor dat leerlingen in de hoogste klassen vakken kunnen kiezen die aansluiten op hun hbo-opleiding naar keuze. ‘Mbo-4 leerlingen lopen op het hbo regelmatig vast omdat ze de theorie niet aankunnen’, zegt Van Rest. ‘Wij doen het hier nadrukkelijk allebei: theorie en praktijk.’
Als Van Rest kijkt naar de lichting in het vijfde leerjaar, ziet ze ‘doelgerichte leerlingen, die weten wat ze willen.’ Ze lacht. ‘Het zijn van die leerlingen die altijd bedenken hoe het anders kan. Ook als het om het lesrooster gaat. Dan staan ze hier ook voor de deur, met een nieuw plannetje. Maar dat is toch mooi. Deze mensen hebben we nodig in de maatschappij. ’
 

Het Groene Lyceum: Wie, wat en waarom?
Het Groene Lyceum (hGL) is bedoeld voor leerlingen die graag willen doorstromen naar het hbo, leerlingen met goede leercapaciteiten. Ze vinden in het algemeen vormende onderwijs niet de omgeving die inspeelt op hun belangstelling. HGL biedt in een geïntegreerde leerlijn vmbo-mbo een praktijkgerichte en beroepsgeoriënteerde voorbereiding op een vervolgopleiding in het hbo. Het is een leertraject waarin de leerling na vijf of zes jaar een vmbo en mbo4 diploma haalt. Het traject biedt mogelijkheden voor verdieping, verbreding en versnelling. HGL is gericht op doorstroom naar hbo. Er is veel aandacht voor studieloopbegeleiding, het ontwikkelen van (studie)vaardigheden en competenties. Er is sprake van maatwerk afgestemd op talenten, interesse en (studie)loopbaan van de leerling. De leerling verzamelt behaalde resultaten en ontwikkeling in een portfolio.

Dit artikel verscheen in de special '10 jaar Groen Lyceum' (jan/feb 2017). Deze special is gemaakt in opdracht en met financiële bijdrage van Terra, AOC Oost, Groenhorst, Melanchthon, Lentiz onderwijsgroep, GroeneWelle en NRO. 

Click here to revoke the Cookie consent