Artikelen

Wij zijn makers

Tekst Eva Naaijkens, Martin Bootsma
Gepubliceerd op 13-06-2024 Gewijzigd op 12-06-2024
Beeld Dorieke Fotografie
Schoolleider Eva Naaijkens en teamleider en leraar Martin Bootsma van de Alan Turingschool delen dit schooljaar hun gedachten en praktijken over goed onderwijs. Dit keer: maakonderwijs, waarbij leerlingen oplossingen bedenken en ontwerpen voor vraagstukken.

Toen we het concept van onze school ontwikkelden, wisten we meteen dat we met maakonderwijs wilden werken, want een goed schoolconcept bestaat uit een gezonde balans tussen kennis en vaardigheden. Maar we hadden nog geen concreet beeld of vastomlijnd plan over wat hier precies de rol of betekenis van zou zijn. Nu is maakonderwijs een vast onderdeel van ons thematisch onderwijs. Hoe zijn we zover gekomen?
 

Toepassen

Binnen maakonderwijs worden leerlingen aangemoedigd om hun verbeeldingskracht en vindingrijkheid te gebruiken om oplossingen te bedenken. Ze leren opgedane kennis en vaardigheden toepassen door een fysiek object te maken dat ze zelf bedenken. Tijdens de maakopdracht worden creatieve vakken zoals tekenen, handvaardigheid en techniek binnen een thema aangeboden, waarbij vaak één materiaal of techniek centraal staat. Zo maakten de groepen 4 en 5 een atlas van Nederland ter afsluiting van ‘In het spoor van Blaeu’ – een thema over landkaarten, kaartlezen en het maken van kaarten. Hiervoor richtten we het lokaal van groep 4 tijdelijk in als atlasdrukkerij.

Voor het thema
over landkaarten
en kaartlezen…

Leerlingen leren in het maakonderwijs werken met materialen als wol, karton of stof; met gereedschappen zoals een figuurzaag, soldeerbout, guts of afbreekmes; en met digitale tools zoals micro:bit. Wij brachten het maakonderwijs onder in de derde fase van onze thematische aanpak, waarin leerlingen met de opgedane kennis onderzoek doen. In de loop van acht jaar komen ze met diverse technieken in aanraking en experimenteren ze ermee. Door ze op verschillende manieren te laten omgaan met de lesstof – ervaren, onderzoeken en maken – zorg je voor een rijkere invulling van het thematisch onderwijs en meer begrip. Ook organiseren we vier keer per jaar tijdens de schoolbrede thema’s een maakweek. Dit zijn grote projecten: excursies en/of op maat gemaakte creatieve, innovatieve of technologische opdrachten bij de thema’s. Tijdens ‘Spier en spanning’ leerden leerlingen over het menselijk lichaam: de spijsvertering, het bewegingsapparaat, de zintuigen en de verschillende organen. In de laatste fase verwerkten ze hun kennis over het bewegingsapparaat in een mooie maakopdracht: ontwerp een bewegend figuur met behulp van pvc-pijpen. Diep onder de indruk bekeken ze filmpjes van de wonderlijke strandbeesten van Theo Jansen. Al gauw stonden er verschillende creatieve ideeën op papier die leerlingen vervolgens tot leven wekten in de maakruimte.

 

Maakexpert

Toen we het maakonderwijs wilden opzetten, lieten we ons inspireren door de beweging van het maakonderwijs die in 2016 in volle gang was. In de onderzoeksfase legden we contact met verschillende experts, zoals denker en maker Astrid Poot en ook bezochten we een aantal maakplaatsen.

Onze collega Martine van der Sandt, die affiniteit heeft met kunstzinnige vorming, vroegen we om zich te specialiseren op dit gebied. Samen met ouder en expert maakonderwijs Wytske de Man ontwikkelde ze haar eigen kennis en kunde op dit gebied en leerde ze deze kennis te delen binnen het team. Als expert-leraar maakonderwijs is Martine verantwoordelijk voor digitale geletterdheid, kunstbeschouwing, onderzoek- en maakopdrachten binnen de thematische aanpak.
Maakonderwijs valt zeker niet binnen de comfortzone van iedere leraar. Het vraagt een andere houding dan je gewend bent. In een gewone (kennisoverdracht)les weet je aan het begin wat je einddoel is, waar je je leerlingen aan het eind precies wil hebben en hoe je ze daar krijgt. Tijdens een maakopdracht weet je niet hoe het eindresultaat zal zijn. Bij een maakles begin je ergens, je begeleidt en stimuleert en ziet wel waar de leerlingen uitkomen. Het proces is belangrijker dan het product.

Niet iedere leraar kon meteen goed uit de voeten met het maakonderwijs, de werkdruk is hoog en het uitdenken en voorbereiden van maaklessen vroeg zeker in het begin de nodige tijd. Om hen tegemoet te komen, bedachten we maakopdrachten die ze zelf konden geven, aansluitend bij de thema’s en bij de wensen van leerlingen en leraren. Ook zorgden we voor goede begeleiding van leraren die bestond uit co-teaching of voorbeeldlessen (modellessen) gegeven door Wytske of Martine. Leraren konden zo zaken uitproberen en hierop reflecteren. Langzaam deden leraren nieuwe kennis en vaardigheden op en kon iedereen de eigen (creatieve) weg vinden binnen het maakonderwijs.
 

Vallen en opstaan

In de uitwerking van maakprojecten zijn onderzoek, inventiviteit en kunstzinnigheid (hoge beeldende kwaliteit) belangrijke pijlers waarop we het proces en product beoordelen. Binnen een klas zijn dus totaal verschillende uitwerkingen van één opdracht mogelijk. Mislukken bestaat niet. In het begin lieten we leerlingen vrij om te experimenteren met materialen, maar dit leidde tot weinig diepgang en soms zelfs blokkades bij leerlingen en leraren. In samenwerking met onder andere Astrid Poot ontwierpen we daarom korte instructies waarin we kinderen een bepaalde techniek aanleren. Zo krijgen ze een gereedschapskist vol technieken en vaardigheden waaruit ze kunnen putten voor hun projecten en producten.

…richtten we het
lokaal van groep 4
in als atlasdrukkerij

Nu krijgen ze bij de introductie van een materiaal of nieuwe vaardigheid een eenvoudige technische opdracht om de vaardigheid of het betreffende gereedschap onder de knie te krijgen. Pas daarna starten ze met de maakopdracht waarin ze deze techniek of het gereedschap zelfstandig gebruiken. Tijdens een maakopdracht loopt de leraar rond, moedigt aan, stelt vragen over de ideeën die kinderen hebben en denkt mee. Hierdoor zien we betere producten en veel minder frustratie bij de leerlingen (en de leraar!) tijdens het maakproces. Leerlingen leren vervolgens door te doen.
 

Kern

Het proces van maakonderwijs begon chaotisch, maar verloopt steeds ordelijker. In de samenwerking tussen Martine en het team ontstaan vaste ritmes om voortdurend kennis te maken en te delen, bijvoorbeeld door het (gezamenlijk) voorbereiden van lessen. De meest effectieve aanpak hebben ze beschreven en vastgelegd in een kwaliteitskaart. Het maken van onderwijs raakt voor ons de kern van wat we doen. Als je ons vraagt wat we zijn, dan antwoorden we dat we makers zijn.

 

Vaardigheidstraining


Geïnspireerd op verschillende maakplaatsen, het werk van Astrid Poot (2016) en de Klooicanon (een poster waarop alle 50 gereedschappen staan die kinderen wat ons betreft moeten leren kennen voor hun twaalfde jaar), richtten we een maaklokaal in met een flink aantal materialen en apparaten. Om bepaalde technieken en vaardigheden succesvol te introduceren, moet je zelf ook verschillende technieken kennen en hiermee oefenen. Tijdens de vaardigheidstraining die we regelmatig organiseren, oefenen leraren met materialen, vaardigheden, (digitale) technieken en apparaten. Denk aan de gebruiksmogelijkheden van materialen zoals klei, gips, karton en verbindingen. Of aan instrumentele vaardigheden voor het bedienen van apparaten zoals een microscoop, of het kunnen werken met micro:bit. Om je deze vaardigheden en technieken eigen te maken, is het goed om het zelf te doen en te ervaren hoe iets werkt.

 

Bronnen:

Carla Desain, ‘Wat maak je me nou?’ Vives 164.

Eva Naaijkens en Martin Bootsma, De school als werkplaats. Gereedschap voor een sterke kwaliteitscultuur. Pica, 2022.

Eva Naaijkens en Martin Bootsma, Bijna alles wat je moet weten over thematisch onderwijs. Pica, 2023.

Astrid Poot, Maken in de klas. Handboek voor leraren. Pica, 2020. Astridpoot.nl.

 

Dit artikel verscheen in Didactief, mei/juni 2024.

Verder lezen

1 Spieken bij de Alan Turing

Click here to revoke the Cookie consent