De effectiviteit van VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) staat de afgelopen jaren sterk ter discussie. Het meest recente Pre-COOL onderzoek laat zien dat vve ‘een beetje helpt’: doelgroepkinderen lopen hun woordenschatkennis niet volledig in, maar het verschil met niet-doelgroepkinderen neemt wel substantieel af. Ruben Fukkink en collega’s concluderen in hun meta-analyse dat het resultaat van vve in Nederland ‘kleiner dan klein’ is. Gezien de kosten (jaarlijks 361 miljoen) en inspanningen zijn de resultaten van vve daarmee teleurstellend. Hoe kan dit?
Waarom levert vve zo weinig op? Een mogelijk antwoord ligt in de huidige aanpak van vve. De benadering van vve-programma’s is namelijk vooral centrumgericht: kinderen volgen enkele dagdelen een programma op de voorschool of peuterspeelzaal en de aandacht voor de rol van ouders is relatief beperkt. Juist in de vroege kinderjaren is de rol van ouders voor de taalontwikkeling van kinderen erg groot. Daarmee lijkt in de huidige vve een cruciaal component - de ouders - te ontbreken. Daarom is onderzoek gedaan of de combinatie van centrumgerichte en gezinsgerichte ondersteuning de werking van het bestaande vve-aanbod kan versterken. Het programma VVE Thuis (ontwikkeld door het Nederlands Jeugdinstituut) stond hierbij centraal.
VVE Thuis bestaat uit activiteiten die ouders thuis met hun kind uitvoeren en aansluiten bij vve-programma’s als Kaleidoscoop en Piramide. Hiermee komen woorden, begrippen en andere leerinhouden zowel op de groep als thuis aan de orde. Ouders leren tijdens ouderbijeenkomsten hoe ze het programma thuis kunnen uitvoeren. De focus ligt daarbij op het stimuleren van interactie tussen ouder en kind en de totstandkoming van een taalrijke thuisomgeving. Voor extra ondersteuning is daarbij de app Jeffy’s Avonturen ontwikkeld, die ouders tijdens het spelen tips voor rijke interactie geeft, zoals voorbeeldvragen en woordsuggesties.
Om de werking van VVE Thuis in kaart te brengen is een effectstudie opgezet en uitgevoerd door onderzoekers van de Radboud Universiteit (Rosa Teepe, Inge Molenaar en Ludo Verhoeven) en Hogeschool van Amsterdam (Ron Oostdam). Meer dan 200 gezinnen, verdeeld over drie groepen, namen deel aan het onderzoek. De eerste groep werkte met de reguliere variant van VVE Thuis, de tweede met VVE Thuis en de app en de laatste groep werkte niet met VVE Thuis. Alle kinderen gingen naar een voorschool of peuterspeelzaal waar met een vve-programma werd gewerkt. Vooraf, na afloop en tijdens de interventie zijn gegevens verzameld over de woordenschat en achtergrond van de kinderen.
Hadden kinderen baat bij deze combinatie van een centrumgerichte en gezinsgerichte aanpak? Ja: kinderen die thuis aan de slag gingen met VVE Thuis (al dan niet met app) scoorden hoger op de woordenschattaken dan kinderen die thuis niet met VVE Thuis werkten. Daarbij bleek vooral de reguliere variant effectief, met zowel woordenschateffecten op thema specifieke taken gedurende het jaar als op de overkoepelende taak aan het eind van het jaar. Bij het programma met de app zijn alleen effecten op de thema specifieke taken vastgesteld. Dit was onverwacht, omdat uit een eerdere studie was gebleken dat Jeffy’s Avonturen app an sich de kwaliteit van ouder-kind interactie en woordenschat stimuleerde. Dit laat zien dat het implementeren van een digitale activiteit binnen een gezinsgericht programma de nodige complexiteit met zich meebrengt en het succes ervan afhangt van onder andere technologische omstandigheden zoals de aanwezigheid van wifi-verbindingen.
De resultaten tonen aan dat het van groot belang is om ouders binnen de vve actief te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind. Het is waardevol gebleken om de centrumgerichte vve-aanpak te combineren met gezinsgerichte ondersteuning. Om leereffecten bij kinderen teweeg te brengen is het van belang dat pedagogisch medewerkers professioneel ondersteund worden in hun nieuwe rol als trainer van ouders. Om het effect van technologie te versterken, is het daarnaast van belang om in te zetten op de technologische vaardigheden van ouders en pedagogisch medewerkers. Op die manier kunnen gezinsgerichte programma’s optimaal uitgevoerd worden en is de leerwinst het grootst.
Het onderzoek werd uitgevoerd aan de Radboud Universiteit, in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en het Nederlands Jeugdinstituut. Meer weten? Het proefschrift, inclusief Nederlandse samenvatting, is hier beschikbaar.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven