Onderzoek

Vve volgens Fukkink

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 03-06-2016 Gewijzigd op 24-05-2017
Ruben Fukkink deed heel wat stof opwaaien begin november 2015, toen hij de voorschool voor heel Nederland failliet verklaarde bij Brandpunt. 'Ik wist dat ik daarna aan de bak moest,' stelt hij nuchter, voor een volle zaal tijdens de opening van het lerarenprogramma Kom over de brug op de ORD2016 in Rotterdam. Zijn verhaal is dit keer genuanceerder.

Leraren laten zich maar moeilijk naar de Onderwijs Research Dagen lokken. Het is daarom een slimme zet van de CED-groep, die het programma van Kom over de brug samenstelde, om de Amsterdamse hoogleraar kinderopvang te vragen voor de eerste keynote. In een hip tweed pak op opvallende schoenen praat Fukkink zijn gehoor door een tiental slides. Persoonlijk was ik trouwens blij dat Hugo de Jonge, wethouder van onderwijs ter plaatse, toen alweer onderweg was naar een raadsvergadering. Even tevoren had die nog uitgelegd dat de gemeente Rotterdam de komende jaren miljoenen investeert in voor- en vroegschoolse educatie. Terwijl Fukkink met bravoure meldt dat vve dus geen effect heeft.

Samen met Ron Oostdam en promovenda Lisanne Jilink heeft Fukkink in 2015 21 deelstudies naar de effecten van voor- en vroegschoolse educatie opnieuw onderzocht. 'En wat we zagen: geen effect of zelfs een tegengesteld effect.' Hij strooit ruimhartig met citaten om uiteindelijk te concluderen: 'De rapporten verschenen geruisloos en verdwenen geruisloos en vve ging door en door.'

Enig populisme kan Fukkink niet ontzegd worden. Maar het moet ook toegegeven: op de conclusies uit de meta-analyse valt weinig af te dingen. 'De teleurstellende opbrengsten laten zien dat vve, ten opzichte van de reguliere groepen in de voor- en vroegschoolse periode, geen toegevoegde waarde heeft voor de ontwikkeling van het jonge kind in de Nederlandse context.' En dit hoewel er dus 50.000 kinderen zijn onderzocht in de periode 2000/2015 met in totaal 165 uitkomstmaten, verdeeld over taal, rekenen, algemene intelligentie en sociaal emotionele ontwikkeling.

peuter die een blokkentoren bouwtMaar in het buitenland werkt vve wel, dus dan moet het hier in Nederland toch ook kunnen?!?
Dat vindt Fukkink te simpel gedacht. Ten eerste is de onderzochte vve-populatie in het buitenland meestal een heel andere, in de Verenigde Staten bijvoorbeeld gaat het vaak om kinderen van alleenstaande moeders in gezinnen waar minstens één ouder in detentie zit. Zo maar zeggen: wat daar werkt, moeten we hier maar importeren, lijkt hem daarom geen goed idee.

Onderzoek waarin positieve effecten worden aangetoond, willen we te graag overnemen; onderzoek waar negatieve effecten in opduiken, diskwalificeren we te snel vanwege bijvoorbeeld een slecht design en onderzoek dat echt betrouwbaar is uitgevoerd volgens de regelen der wetenschappelijke kunst (incluis de essentiële random controlegroep) is er in Nederland niet. Vrijwel alle Nederlandse kinderen bezoeken immers wel een of andere vorm van voorschool, zij het in kinderdagverblijf of peuterspeelzaal. Het is precies dit laatste waarom sommige onderzoekers zeggen: vve werkt wel, maar het is gewoon heel erg moeilijk om die effecten aan te tonen. Effecten bij doelgroepkinderen verwateren te midden van alle Nederlandse kinderen die een voorschool bezoeken.

Goede vve vergt topsport
Dat wil Fukkink wel aannemen, maar liever maakt hij het effect van vve in de toekomst aantoonbaar. Want dat het kan werken, daar twijfelt hij eigenlijk niet aan. En hij heeft ook wel wat tips. De belangrijkste? 'Goede vve vergt topsport.' In deze zaal waar een flink aantal vve-leidsters zit zo te horen, klinkt het bijna als een compliment. Alles moet kloppen, de doelgroep, de opleiding van de leidsters, de methode die gehanteerd wordt, het aantal dagdelen dat kinderen de vve bezoeken, et cetera.

Meer specifiek? 'Ten eerste niet alleen werken aan taal, taal, taal maar totaal werken, ook aan rekenen en spel bijvoorbeeld. Geen taal- maar totaalprogramma's.' En dan het liefst evidence based. Met een lichte verontwaardiging in zijn stem duidt Fukkink aan dat de programma's in de database effectieve vve-interventies van het NJI (waar veel gemeenten naar kijken voor het aankoopbeleid van hun vve-instellingen) helemaal niet onderzocht of bewezen zijn.

Ten tweede: 'Leg niet teveel lasten op te smalle schouders.' In plaats van alleen mbo-leidsters zou er een mix van mbo-, hbo- en academisch personeel op een groep moeten staan, mensen die zowel pedagogisch als didactisch sterk in hun schoenen staan. De zaal stemt in, onmiskenbaar. Professionalisering is de sleutel tot effectief vve. Overigens maant Fukkink – die duidelijk graag boude uitspraken doet – zijn gehoor hier tot geduld. 'We moeten echt vier stappen vooruit met alle maatregelen om een willekeurig kind ook maar één stap vooruit te helpen. Grote effecten op kwaliteit zullen onderweg krimpen en uiteindelijk slechts een klein effect op de kinderen hebben. Kleine kinderen zetten nu eenmaal kleine stappen.' En daarmee brengt Fukkink een nuance in die tijdens de beruchte Brandpunt-uitzending ontbrak.

Monique Marreveld is hoofdredacteur Didactief.

Verder lezen

1 Voor- en vroegschoolse educatie (vve)

Click here to revoke the Cookie consent