Onderzoek

Video: waarom mislukken excellente leerlingen?

Tekst Barneveld
Gepubliceerd op 04-04-2014 Gewijzigd op 26-10-2016
Hoe komt het dat veel excellente leerlingen hun potentie niet waarmaken in het onderwijs? Greetje van der Werf, hoogleraar Onderwijzen en leren aan de Rijksuniversiteit Groningen, deed daar onderzoek naar. Tijdens het Grondwetfestival vorige week vertelde ze erover in een door de Onderwijsraad georganiseerd minicollege.


Samenvatting:

Je zou verwachten dat de beste 5% van alle leerlingen met gemak het vwo-diploma behaalt, maar dat is lang niet altijd het geval. Veel van deze leerlingen blijven zitten of stromen af naar havo of vmbo. Hoe kan dat? Om dat te onderzoeken, volgden Greetje van der Werf en collega's een grote groep excellente leerlingen (de 5% leerlingen die het hoogst scoorde op een verkorte cito-toets) gedurende hun hele loopbaan in het voortgezet onderwijs. Ze wilden weten hoeveel van deze leerlingen binnen 6 jaar een vwo-diploma zouden behalen, en wat er bij de anderen misging.

Al na het eerste jaar blijken sommige leerlingen het minder goed te doen dan verwacht. Bijna 2% is in een lager klastype terechtgekomen (bijvoorbeeld vmbo-tl) dat doorstroom naar het vwo bijna onmogelijk maakt. Na 4 jaar zijn de cijfers nog verontrustender: 16% van de leerlingen heeft inmiddels de vwo-boot gemist, en van de overige potentieel excellente leerlingen is 12% blijven zitten (de helft daarvan is bovendien afgestroomd naar de havo). Uiteindelijk behaalde maar tweederde van de groep excellente leerlingen binnen 6 jaar het vwo-diploma.

Hoe komt dat? De onderzoekers vonden een aantal risicofactoren. Vooral het klastype bleek veel uit te maken: excellente leerlingen die terechtkomen in een gemengde havo/vwo-brugklas doen het beduidend minder goed dan zij die in een homogene vwo-brugklas zitten. Ook het opleidingsniveau van de ouders bleek van invloed te zijn. Excellente leerlingen met hoogopgeleide ouders hebben een 30% grotere kans om onvertraagd hun vwo-diploma te behalen. De derde belangrijke factor is ordelijkheid: kinderen die goed zijn in planmatig werken, hebben een grotere kans op een optimaal resultaat.

Naar aanleiding van haar onderzoek heeft Van der Werf een aantal aanbevelingen: plaats excellente leerlingen zoveel mogelijk in homogene vwo-klassen, en zorg bijvoorbeeld dat iedere scholengemeenschap zo'n vwo-brugklas heeft. Daarnaast is het volgens Van der Werf belangrijk om kinderen in de eerste drie jaar van het vo meer structuur te bieden, om te voorkomen dat slimme maar minder zelfstandige leerlingen onnodig blijven zitten. En ten derde: laat excellente leerlingen vaker voorwaardelijk overgaan als ze in de gevarenzone zitten. Vertrouw erop dat ze hun potentie zullen waarmaken. /JvdB

De Onderwijsraad organiseerde nog 7 andere minicolleges tijdens het Grondwetfestival. Bekijk ze hier allemaal.

4 april 2014

Click here to revoke the Cookie consent