Er zijn steeds meer speciale voorzieningen voor (potentieel) excellente leerlingen. Hoe ervaren deze leerlingen dit zelf? Komen deze voorzieningen tegemoet aan de bekende basisbehoeften van Deci en Ryan, namelijk autonomie, competentie en relatie?
Aan het begin en einde van het schooljaar 2013-2014 zijn vragenlijsten afgenomen onder 239 leerlingen uit de bovenbouw van reguliere basisscholen, deeltijdvoorzieningen (Day a Week School en Intermezzo) en voltijdvoorzieningen (Leonardo- en Talentklassen). De leerlingen zijn geselecteerd op grond van een score van 111 of hoger op de Niet-Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test (NSCCT), wat overeenkomt met de score van een potentiële vwo-leerling.
Over het algemeen blijken alle scholen, regulier of niet, redelijk tegemoet te komen aan de basisbehoeften van deze leerlingen: scores op autonomieondersteuning, cognitief zelfvertrouwen en welbevinden liggen op beide meetmomenten overal boven de 3 op een vijfpuntsschaal, terwijl scores op verveling overal onder de 3 liggen.
Toch zijn er verschillen. Zo laten leerlingen van deeltijdvoorzieningen een sterkere groei in autonomie zien dan de andere leerlingen uit het onderzoek, en scoren hierop uiteindelijk ook hoger. Dit kan te maken hebben met het veelal projectmatige onderwijs op deeltijdvoorzieningen, met een grote keuzevrijheid voor leerlingen. Daarnaast blijken deze leerlingen zich minder te vervelen; vergelijkbare leerlingen van reguliere scholen gaan zich in de loop van het schooljaar juist meer vervelen. Dit kan komen doordat leerlingen in deeltijdvoorzieningen aangesproken worden op hogere ordevaardigheden, zoals analyseren en creëren. Een andere verklaring is dat ze een groot contrast ervaren tussen de ‘gewone’ lessen op hun thuisschool en het onderwijs op de deeltijdvoorzieningen, dat op hun interesses is afgestemd.
Voor cognitief zelfvertrouwen zijn weinig relevante verschillen gevonden. Ook qua welbevinden waren er geen verschillen. Het onderzoek levert dus geen bevestiging van het vaak opgevoerde argument dat cognitief excellente leerlingen het best zouden gedijen onder ontwikkelingsgelijken en bij gespecialiseerde leerkrachten. Voor autonomie en competentie (weinig verveling) lijken deeltijdvoorzieningen beter uit de bus te komen.
Edwin Buijs, Potentieel excellente leerlingen en de psychologische basisbehoeften aan autonomie, competentie en relatie: Verschillen tussen voorzieningen in het primair onderwijs. Masterthesis Universiteit van Amsterdam, 2015. Te downloaden via scriptiesonline.uba.uva.nl.
Dit artikel verscheen in Didactief, april 2017.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven