Onderzoek

Van leren lezen naar lezen om te leren

Tekst Mienke Droop, Linda de Leeuw & Eliane Segers
Gepubliceerd op 20-12-2012 Gewijzigd op 28-09-2017
Beeld Willy van Elsacker
Begrijpend lezen is essentieel voor bijna alle vakken. Twee projecten laten zien hoe je motiverende instructie kunt geven en wat leerzame verwerkingsopdrachten zijn.

Juf Mandy Ladan van basisschool De Zonnestraal in Den Haag leest groep 6 voor uit Tom Piekepol en de schat van Kartoni van Tosca Menten (Uitgeverij van Goor). Dan stopt ze: ‘Ik begrijp niet goed wat ik heb gelezen. Dat stukje tekst was een beetje moeilijk. Waar ging het eigenlijk over? Wat is er allemaal gezegd? Wat moet ik doen? Ik denk dat ik het nog een keer ga lezen, dan begrijp ik het vast beter, en
dan heel langzaam.’ Ze leest het stukje nog een keer. ‘Aha, nu snap ik het! Op afdeling Q zitten mensen die een beetje gek zijn.’ Op het digitale schoolbord heeft
Ladan een zogenoemd strategieformulier openstaan. Bij het vakje ‘begrijp ik wat ik lees?’ schrijft ze op: ‘Afdeling Q: gekke mensen.’

Mandy Ladan is inmiddels een ervaren modeler. Ze legt haar klas uit hoe ze teksten beter kunnen leren doorgronden en doet het ook voor in de praktijk. De Zonnestraal was een van de veertig scholen die in 2009-2011 meededen aan een onderzoek naar de Bliksem-aanpak (BegrijpendLeesInstructie Kan Strategisch en Motiverend) voor begrijpend lezen. Het Expertisecentrum Nederlands en Onderwijsadviesbureau
HCO in Den Haag trainden leraren in begrijpend lezen strategieën en modelen (voordoen) en onderzochten of het werkte. Een deel van de scholen voerde de
Bliksem-aanpak uit en een deel van de scholen werkte met hun eigen methode voor begrijpend lezen. Alle leerlingen maakten aan het begin van groep 5, aan het eind van groep 5 en aan het eind van groep 6 een aantal toetsen, waarmee de kennis van leesstrategieën, het begrijpend lezen en de leesmotivatie werden gemeten. Al na één jaar bleek dat leerlingen die de Bliksemaanpak hadden gevolgd aan het eind van groep 5 meer leesstrategieën kenden dan leerlingen die les kregen met een reguliere begrijpend leesmethode. Na twee jaar oefenen met Bliksem konden zij de aangeleerde strategieën ook toepassen. En dat had effect: zij haalden hogere scores op toetsen voor begrijpend lezen dan de controlegroep.

‘Het komt vaak voor dat je tijdens het lezen van een boek iets niet zo goed begrijpt. Wat moet je dan doen?’ vraagt Ladan haar klas. ‘Het is belangrijk dat je een stukje tekst nog eens langzaam leest en tegelijkertijd goed nadenkt en bedenkt: Begrijp ik wat ik lees? Wat staat hier bijvoorbeeld?’ Handen gaan de lucht in. De leerlingen raken enthousiast door Ladans manier van werken: samen denken over wat er in het boek staat. Na het voorlezen mogen ze zelf een boek kiezen en twintig minuten vrij vrij lezenlezen. Ondertussen vullen ze een strategieformulier in en oefenen ze zo strategie die Ladan heeft voorgedaan. Ze moeten aangeven welke alinea’s ze niet goed begrijpen en wat ze denken dat het betekent. Aan het eind van de les bespreekt Ladan de formulieren klassikaal. Welk deel van de tekst begrepen leerlingen niet zo goed? Hoe kwamen ze achter de betekenis? Hielp het om het stukje nog eens
langzamer te lezen?

Positieve reacties

Mandy Ladan is enthousiast over de Bliksem-aanpak: ‘Sinds ik hiermee ben  begonnen, hebben de kinderen veel meer plezier gekregen in het begrijpend lezen. Door de strategieën samen te oefenen tijdens het voorlezen, zijn we ook veel meer in gesprek over boeken. De strategieën zijn eigenlijk een hulpmiddel om na te denken over de tekst. De kinderen zijn boeken en lezen in het algemeen erg leuk gaan vinden en vragen ook om andere titels van dezelfde auteurs.’ Over het modelen, de belangrijkste instructietechniek in de Bliksemaanpak, zegt Ladan: ‘Om zelf te bedenken hoe je dat moet doen, is best lastig en ook tijdrovend. In de handleiding staat uitgewerkt op welke plek in het voorleesboek ik een strategie kan modelen en ook hoe ik dat kan doen: bijvoorbeeld welke vragen ik kan stellen bij de tekst, welke vergelijkingen ik kan trekken om leerlingen iets duidelijk te maken. Dat  is handig. Nu ik het vaker heb gedaan, bedenk ik zelf mijn voorbeelden, zeker als het gaat om het activeren en toepassen van achtergrondkennis of ervaringen.’

Zaakvakken

Om ervoor te zorgen dat kinderen de strategieën die ze hebben geleerd bij het lezen van Tosca Menten cum suis, ook toepassen op informatieve teksten voor  geschiedenis en andere zaakvakken, behandelt Ladan een keer in de week een tekst uit bijvoorbeeld de geschiedenismethode op dezelfde manier. ‘Vroeger benoemde ik de strategieën al wel, maar behandelde ik zo’n tekst uit de methode mondeling. Nu zijn we daar meer bewust mee bezig en laat ik ze met behulp van Bliksem meer zelfstandig lezen.’

Actief aan de slag

In het Taaltalent-project van de Radboud Universiteit Nijmegen is onderzocht hoe informatieve teksten bij de zaakvakken nog beter kunnen beklijven. Na het lezen van een tekst bijvoorbeeld een opdracht maken en beoordelen welke opdracht het best werkt. Onderzoekers lieten 175 leerlingen uit groep 7 teksten verwerken over het thema microben. Er waren vier verschillende groepen: een groep hoefde de teksten alleen maar te lezen, een tweede groep kreeg de tekst een tweede keer, maar dan als gatenkaas: elk achttiende woord uit de tekst was weggehaald en de kinderen moesten op basis van de context proberen het goede woord in te vullen. Bij de derde groep kregen leerlingen begripsvragen waarbij ze verbanden moesten leggen tussen twee zinnen, en in de vierde groep moesten leerlingen een samenvatting van de tekst maken waardoor ze werden gestimuleerd verbanden te leggen over tekstdelen heen.

Onderzoeksvraag was welke kinderen de meeste moeilijke woorden leerden, zoals microbe. Dit werd getoetst door leerlingen voor en na de les zoveel mogelijk over de woorden te laten vertellen. Na alleen het lezen van de tekst was er al leerwinst: de meeste kinderen wisten vaker waar het woord mee te maken had. Door de eenvoudige gatenkaasoefening leerden de kinderen niets extra’s ten opzichte van het gewoon een keer lezen van de tekst. Vragen beantwoorden of een samenvatting maken waren allebei goed voor extra leerwinst. Kinderen konden dus betere omschrijvingen geven van de woorden nadat ze verbanden hadden gelegd tussen zinnen of tekstdelen. Goede verwerkingstaken zijn actief, zoals het maken van een samenvatting, het beantwoorden van vragen, en wellicht ook het maken van mindmaps. Pas dan gaan kinderen verbanden leggen en leren ze meer.

Dit artikel is verschenen in de Didactief-special Taaltalent, december 2012. Deze special is gemaakt in opdracht en met een financiële bijdrage van Expertisecentrum Nederlands en het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit Nijmegen (BSI). 

Verder lezen

1 Taaltalent
2 Als de bliksem begrijpend lezen

Click here to revoke the Cookie consent