Onderzoek

Urennorm wereldwijd

Tekst Hannah Wolff
Gepubliceerd op 31-08-2020 Gewijzigd op 31-08-2020
De vraag naar de relatie tussen onderwijstijd, kwaliteit en kansengelijkheid in het basisonderwijs is door de corona-maatregelen zo mogelijk nóg actueler geworden. Nieuw internationaal onderzoek vergelijkt de urennorm en de onderwijskwaliteit. Wat kan beter?

Leerlingen in Nederland krijgen relatief veel les. De verplichte onderwijstijd in Nederland ligt zowel boven het OESO- als het EU-gemiddelde. Over de urennorm is veel debat: minder lesuren kunnen het lerarentekort dempen (lees ook de discussie tussen Jan Tishauser en Jan Bransen over de lesurentabel en het lesrooster). Onderzoekers van het CAOP hebben nu de samenhang tussen urennorm en onderwijskwaliteit vergeleken. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van literatuuronderzoek, (inter)nationale vergelijkende data van bijvoorbeeld de OESO, en verdiepend casusonderzoek in Canada, Denemarken, Estland, Finland, Ierland, Noorwegen, Vlaanderen en Zweden.

Sommige landen, zoals Engeland en Schotland, hebben überhaupt geen verplichte urennorm. Daarnaast bestaan er verschillen tussen landen wat betreft de onderwijstijd naar inhoud, de verdeling over leerjaren en naar vak. Zo wordt gemiddeld in de OESO-landen 25 procent van de onderwijstijd besteed aan lezen, schrijven en literatuur, 17 procent aan wiskunde en de resterende 38 procent aan het overig verplichte curriculum. Zulke percentages zijn over Nederland, met ons flexibele curriculum, niet bekend.

Over de relatie tussen onderwijstijd en leeropbrengsten kunnen we kort zijn: er zijn positieve én negatieve effecten gevonden, maar beiden hadden een zwakke samenhang. Er is een uitzondering: achterstandsleerlingen en leerlingen uit economisch minder welgestelde gezinnen profiteren in de regel van meer onderwijstijd, mogelijk doordat zij minder leermogelijkheden hebben buiten schooltijd.

Belangrijker voor leerprestaties zijn de invulling van de onderwijstijd, de kwaliteit en opleiding van de leraar, de klassengrootte en de inhoud van het curriculum. Ook op leerkrachten heeft een verhoging of verlaging van de urennorm weinig effect; werkdruk hangt vooral samen met de hoeveelheid administratieve taken.

De onderzoekers doen enkele aanbevelingen, gericht aan beleidsmakers: maak geen ingrijpende keuzes over het aantal lesuren tot er meer onderzoek is gedaan, en houdt de discussie gericht op de kwaliteit van de lesuren in plaats van de kwantiteit. Probeer de kwaliteit en effectiviteit van het lerarencorps verder te verhogen, met lesobservaties, coaching en feedback.

Het grootste verbeterpunt ligt volgens de onderzoekers in het verminderen van de hoeveelheid administratieve taken. Vergeleken met collega’s in andere landen zijn Nederlandse leerkrachten daar erg veel tijd aan kwijt, terwijl het ook de grootste stressfactor is. Kijk eens naar de onderwijsorganisatie in landen die dat beter doen. En ondersteun de leerkracht op administratief vlak, bijvoorbeeld door onderwijsassistenten, lerarenondersteuners en administratief medewerkers.
 

R. van der Aa, D. van den Berg, J. Scheeren, S. Stevenson, M. Vermeulen, S. Vrielink en S. van Zijtveld, Onderwijstijd: meer of minder? Internationaal vergelijkend onderzoek naar de urennorm en onderwijstijd in het primair onderwijs. CAOP, mei 2020.

Verder lezen

1 Jan versus Jan (9)

Click here to revoke the Cookie consent