Onderzoek

Taalonderwijs op vmbo mist uitdaging

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 03-09-2013 Gewijzigd op 25-07-2017
Beeld Frits Dijcks
Vmbo-leerlingen worden beter in lezen en schrijven, maar het taalonderwijs kan nog beter, concludeert Ilona de Milliano. 

Uit eerder onderzoek is bekend dat betrokkenheid van leerlingen hun leerprestaties ten goede komt. Ilona de Milliano kon dat in haar promotieonderzoek (onderdeel van het SALSA-onderzoek, zie Didactief, april 2012), echter niet bevestigen. Ze volgde drie jaar lang 63 vmbo-leerlingen met lees- en schrijfachterstanden van tien scholen tijdens lees- en schrijfonderwijs bij Nederlands en bij mens & maatschappij. Haar eerste conclusie is dat het negatieve imago van deze leerlingen niet klopt. ‘Ze zijn meer betrokken dan we vaak denken en zijn zich bewust van het belang van goede lees- en schrijfvaardigheid. Ze werken ook goed tijdens de les en zijn gemiddeld 75% van de lestijd on task.’ In de loop van het vmbo worden ze ook beter in lezen en schrijven, maar minder dan je zou mogen verwachten op basis van hun betrokkenheid, hun inzet in de les en het vertrouwen in eigen kunnen.

De Milliano wijt dit deels aan het onderwijs: dit is te weinig uitdagend. ‘Leraren willen deze leerlingen vertrouwen geven, maar mogelijk bieden ze daardoor te weinig uitdaging. Een leerling die een 8 haalt voor een toets, denkt dat hij het goed doet, maar objectief gezien is hij nog steeds een zwakke lezer. Om te voorkomen dat leerlingen achterover gaan leunen, is het belangrijk hen te laten zien wat er nog te verbeteren en te leren valt.’ 

Ze doet in haar proefschrift diverse aanbevelingen. Zo zouden leraren meer werk moeten maken van groepswerk en van betekenisvolle opdrachten. Leraren van zaakvakken kunnen meer ondersteuning geven bij schrijftaken. ‘Het lesmateriaal voor deze vakken is taalkundig nogal uitgekleed. Leerlingen zijn veel bezig met knippen en plakken en schema’s invullen, ze hoeven nauwelijks te schrijven.’ Leraren Nederlands zouden in plaats van spelling en technisch lezen vooral aandacht moeten besteden aan metacognitieve vaardigheden. ‘Het lees- en schrijfgedrag van leerlingen is nog oppervlakkig. Ze staan er bijvoorbeeld nauwelijks bij stil hoe hun tekst overkomt op anderen. Een vwo’er doet dat misschien uit zichzelf, een vmbo-leerling moet je daartoe uitdagen.’ De Milliano brengt haar eigen lessen inmiddels in praktijk als leraar Nederlands op een vmbo-school. 

Ilona de Milliano, Literacy Development of Low-Achieving Adolescents: the role of engagement in academic reading and writing. Proefschrift Universiteit van Amsterdam / NWO-PROO (NRO), 2013. 

Dit artikel verscheen in Didactief, september 2013.

Click here to revoke the Cookie consent