Nieuws

Storm op komst

Tekst Lorien de Koning
Gepubliceerd op 30-01-2013 Gewijzigd op 27-09-2018
Hoe krijgt Ontwikkelingsgericht Onderwijs in de bovenbouw van de basisschool vorm? Leerlingen uit groep 8 van basisschool de Zuiderzee in Amsterdam verdiepen zich in het thema ‘Storm op komst’ en bouwen zo kennis en vaardigheden op.

Orkaan ‘Sandy’ heeft aan de oostkust van Amerika flinke schade veroorzaakt. De leerlingen uit groep 8 van basisschool de Zuiderzee in Amsterdam ervaren de kracht van de wind als ze ’s ochtends op de fiets naar school komen. Deze ervaring roept verhalen op en juf Colette Dick pakt dit op. Zij besluit de komende weken met haar groep te gaan werken rond het thema ‘Storm op komst!’ Dit thema bereidt zij voor, met behulp van de half-gestructureerde planning uit haar Activiteitenboek (Horeb 2 voor de bovenbouw). Zo krijgt ze zicht op de betekenissen, bedoelingen en inhouden die voor haar groep met het thema te verbinden zijn. Ze ontwerpt startactiviteiten om goed met haar leerlingen te kunnen oriënteren op deze betekenissen, bedoelingen en inhouden.

Regenpakken

Colette vraagt alle kinderen de volgende dag een regenpak mee te nemen. Ze gaat een regenpakkenonderzoek doen met de klas, een startactiviteit om denkprocessen op gang te brengen. ‘Ik wilde vroeger nooit een regenpak aan’, vertelt ze haar klas de volgende ochtend. ‘Het zit zo vervelend, je moet onderweg stoppen om het aan te doen en als je hard fietst, begin je snel te zweten. Hoe is dat eigenlijk voor jullie? Welke kinderen trekken een regenpak aan als ze door de regen naar school moeten? Waarom wel of niet?’ Na deze gespreksactiviteit zijn de leerlingen nieuwsgierig geworden naar ‘het beste regenpak’. Welk regenpak is nu niet zo duur, waterdicht en zorgt ervoor dat je er niet in gaat zweten? De groep ontwerpt een regenpakkentest waarbij leerlingen een stuk hard moeten lopen in een regenpak. Na het uitvoeren van de test vergelijkt de groep haar testresultaten met een regenpakkentest die juf Colette uit de krant heeft gekopieerd. Deze test leverde een andere winnaar op, maar de leerlingen begrijpen de testopzet en de reacties en ervaringen van de jury.

Na het regenpakkenonderzoek bekijkt Colette met de klas nog een filmpje op Youtube. Samen bespreken ze man met regenjasstormchasen (het achterna reizen van een storm om die mooi in beeld te krijgen), ze bestuderen een weerbericht waarin orkanen worden voorspeld en mensen worden gewaarschuwd om het rampgebied te verlaten. Wie maakt dit soort waarschuwingen eigenlijk? En komen die altijd op tijd, vraagt de klas zich af. Wanneer Colette platen over de watersnoodramp van 1953 in Zeeland erbij pakt, zijn de leerlingen maximaal betrokken. Colette: ‘De beelden riepen veel vragen op bij de leerlingen: Hoe kon het zo mis gaan? Wat zou ik doen in zo’n situatie? Weten we nu zeker dat we veilig zijn?’

Aan het eind van de dag inventariseert ze met de groep de onderzoeksvragen die er leven. ‘Hoe kan het dat de wind op sommige plekken ineens zo in kracht toeneemt? Waarom kunnen mensen geen huizen bouwen die ‘stormproof’ zijn en waarom horen we niks over de schade die orkaan Sandy in Haïti aanrichtte?’

Ze richt een vragenwand in, een bord met teksten die leerlingen hebben geschreven over hun ervaringen met stormen, woordvelden bij subthema’s zoals orkanen en stormchasen en ideeën voor onderzoeksactiviteiten. In de klas richt ze de volgende dag een thematische boekentafel in en een nieuwsbord voor actuele berichten. ‘Leerlingen mochten krantenknipsels meenemen die ze op het bord konden prikken. Binnen de kortste keren hing het vol. Het onderwerp leefde enorm.’

Van vraag naar onderzoek

Gecoacht door juf Colette gaan de leerlingen de vragen en plannen nu ordenen en rubriceren. Ze gaan dieper in op subthema’s zoals het ontstaan van stormen, gebieden waar ze voorkomen, beschermende maatregelen en het werk van de meteoroloog. Ze bespreken ook op welke wijze ze hun onderzoek kunnen verwerken. Ze besluiten een eigen weershow te gaan maken, de Noordwesterstormshow, en een eigen weerbericht uit te geven. Juf Colette stelt zeven onderzoekgroepjes samen rond de subthema’s en stelt een deadline: over vier weken moet de show klaar zijn. ‘Ik zorg er voor dat leerlingen met verschillende vaardigheden en niveaus bij elkaar in een groepje zitten, zodat ze elkaar kunnen helpen. Iedere dag rond ik de onderzoekstijd af met een werkevaluatie waarin steeds één groep hun ‘opbrengsten’ en eventuele problemen hierbij presenteert. Zo blijft de klas goed op de hoogte van het geheel en kunnen de leerlingen elkaar beter helpen.’

De aanpak mag per groepje verschillen. Zo onderzoeken Kees, Wouter, Lian en Sanne het ontstaan van orkanen en stormen aan de hand van zelf bedachte vragen. In hun onderzoeksplan op A4 papier, geven ze aan hoe zij deze vragen gaan onderzoeken.  Ze beginnen met het lezen van teksten over het verschil tussen stormen en orkanen. De kern van de tekst omschrijven ze in eigen woorden. Dat blijkt lastig! Kees besluit dat er meer onderzoek nodig is: “We hebben iemand nodig die het ons goed uit kan leggen, misschien wel een stormexpert”. Maar ja, waar vind je die? Colette: ‘Bij ieder thema ben ik er weer verbaasd over welke experts we bij het thema kunnen betrekken en welke hobby’s ouders allemaal blijken te hebben’. Nu vertelt Wouter dat zijn vader geïnteresseerd is in weersverschijnselen en daar foto’s en filmpjes van verzamelt. Misschien kan hij uitleggen hoe een orkaan precies ontstaat? Het viertal besluit de vader na school te interviewen. Ze bewerken het interview uiteindelijk tot een duidelijke tekst voor de weerman/-vrouw.

Best of….show

De klas is nu zo enthousiast over het onderwerp dat ze besluit wekelijks een weershow te maken, met steeds een andere klas als publiek. De leerlingen communiceren constant met elkaar over de inrichting van de show: welke onderwerpen moeten er in? En hoe kondig je een nieuw item aan? Elke weershow wordt afgesloten met de weersvooruitzichten voor het aanstaande weekend.

De leerlingen merken dat ze steeds beter worden in het maken van het programma. Maar ook dat ze steeds beter gaan snappen wat weer en klimaat met elkaar te maken hebben, wat de letters ‘L’ en ‘H’ op een weerkaart betekenen. Maar ze willen meer. Ze zijn nieuwsgierig hoe een professionele programmamaker over hun weershow denkt. Daarom nodigen ze samen met de juf een expert uit die bij de plaatselijke omroep werkt. Na zijn feedback besluiten ze naar een Best of de weershow toe te werken. Deze voeren ze uit voor hun ouders. Hiermee rondt juf Colette met haar groep 8 het thema af.

De leerlingen zijn trots op wat ze geleerd hebben. Bart: “Ik dacht eerst dat het wel een lekker rustig baantje is om weerman te zijn. Even 5 minuten iets over het weer zeggen. Maar je moet echt goed met weerkaarten kunnen werken en snappen hoe hoge en lagedrukgebieden zich verplaatsen.’ Esmée vond het vooral gaaf dat ze een reportage mocht maken over storm in Nederland. En Eduan is trots dat zijn demonstratie over het ontstaan van orkanen perfect verliep in de uitzending.

Ook Juf Colette kijkt tevreden terug op het thema. ‘De leerlingen hebben niet alleen relevante kennis opgebouwd over weertype, natuurrampen en klimaat, ze hebben ook geleerd deze kennis met inzicht te gebruiken! En spelenderwijs hebben ze begrijpend lezen geoefend, teksten geschreven, gerekend en kritisch nagedacht. Het heeft mij wel veel tijd gekost, maar als ik zie hoe betrokken en gemotiveerd ze waren, was dat het zeker waard.’


Lorien de Koning is als onderwijsontwikkelaar en als nascholer werkzaam bij De Activiteit, het landelijk centrum voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs.

Dit artikel is verschenen in de Didactief-special Ontwikkelingsgericht Onderwijs, januari/februari 2013. Deze special is gemaakt in opdracht en met een financiële bijdrage van Academie voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs.

Verder lezen

1 Ontwikkelingsgericht Onderwijs

Click here to revoke the Cookie consent