Interview

Speldenprikjes in het STOOOM-lab

Tekst Annette Farshchi
Gepubliceerd op 02-08-2023 Gewijzigd op 30-08-2023
‘De meeste scholen willen wel aan de slag met digitale geletterdheid en Wetenschap en Techniek, maar zijn handelingsverlegen,’ zegt Suzanne Jansen, bovenschools ICT-coördinator bij de SAAM*-scholengroep. Ze werkt één dag per week voor het STOOOM-lab, waarin leerlingen van groep 5 en 6 al spelend kunnen oefenen met digitale vaardigheden.

STOOOM is opgericht in 2018 en is een samenwerking tussen Filios Scholengroep, SAAM*scholen, Bibliotheek Oss, Het Hooghuis, Muzelinck centrum voor de kunsten en Talentencampus Oss. Gezamenlijk zijn deze partijen verantwoordelijk voor de huisvesting en financiering. Het lab leent STOOOM-kisten uit, leskisten die naar scholen gaan, bijvoorbeeld een om podcasts mee te kunnen maken.

Kinderen kunnen bijvoorbeeld 3D-tekenen, of aan de slag met design en programmeren. In Oss zitten veel farmaceutische bedrijven, en daar speelt het lab handig op in door een les aan te bieden over de productie van medicijnen. Zo kunnen leerlingen bijvoorbeeld hartslag en bloeddruk meten, of een microscoop aansluiten op een pc. ‘Dan maken ze een soort “cel-fie”. Ze pakken een haar, leggen die onder de microscoop en vergelijken die met haren van anderen in hun groepje.’ Ook werkt STOOOM samen met technische bedrijven.

In de AR/VR-hoek in het lab kunnen leerlingen aan de slag met een virtualrealitybril of educatief speelgoed met een augmented reality-toepassing. Jansen: ‘Het zijn allemaal korte opdrachten, juist om kinderen te prikkelen en te laten ervaren wat er mogelijk is. Zo zie je als leraar ook hoe je klas reageert en hoe je daarmee verder kunt.’

Het doel van STOOOM? Scholen, leraren en leerlingen inspireren, enthousiasmeren en te laten zien wat er allemaal mogelijk is. Volgens Jansen ervaren scholen een drempel om met digitale geletterdheid aan de slag te gaan. Ze adviseert dan ook om kleine stappen te zetten. Het STOOOM-lab helpt daarbij. ‘We zien dat leraren ons steeds vaker weten te vinden. Soms leidt dit tot een inspiratiesessie op school, juist om speldenprikjes te geven. Zodat leraren zien: daar kan ik morgen al mee aan de gang. En nu kunnen ze nog experimenteren en kijken wat passend is. Als de kerndoelen digitale geletterdheid straks vernieuwd zijn en in het curriculum zitten, móeten ze er iets mee.’

Veruit de meeste scholen van SAAM kiezen ervoor digitale geletterdheid in andere vakken te integreren – ze hebben simpelweg geen ruimte voor een apart vak erbij. Ze verwerken het bijvoorbeeld in thematisch onderwijs of in hun taalmethode. ‘Je kan heel goed via een podcast aan thema’s van taalvaardigheid werken. Of als de opdracht is om een brief aan een fictieve burgemeester te schrijven, waarom dan niet een e-mail aan de echte burgemeester? Dan krijg je misschien nog een reactie ook!’

Jansen en haar collega’s proberen vooral vanuit het enthousiasme van de kinderen te werken. Zo zien leraren wat het doet met kinderen en dat werken aan digitale geletterdheid niet zo moeilijk hoeft te zijn. En natuurlijk vinden kinderen niet álle onderwerpen even leuk. ‘Sommige hebben niets met programmeren, maar leven zich helemaal uit in 3D-tekenen. Dat is niet erg. Niet iedereen hoeft later computerprogrammeur te worden! Maar tegen de tijd dat deze kinderen een eigen huis hebben, dan zullen ze veel met smart home-applicaties te maken hebben. Wij bereiden ze daar alvast een beetje op voor.’

 

Dit artikel verscheen aanvullend op de OCW-special Digitaal eigenwijs van Didactief, juni 2023.

Verder lezen

1 Eigenzinnige creaties maken
2 Special Digitaal eigenwijs

Click here to revoke the Cookie consent